Eis: werkstraf en verplichte GGZ-behandeling voor bellende nep-agent


26 april 2016 - Arrondissementsparket Den Haag

Tegen een 23-jarige Alkmaarder die zich via de telefoon heeft voorgedaan als agent en het overlijden meldde van een dierbare, eiste de officier van justitie op dinsdag 26 april 180 uur werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden (met als voorwaarde dat de verdachte zich
door de GGZ zal laten behandelen). Ook moet hij van de officier in totaal ruim 4.000 euro aan schadevergoedingen betalen aan tien van zijn slachtoffers.

In februari en maart 2015 joeg de man zeker zeventig mensen uit het hele land via de telefoon de stuipen op het lijf. Hij stelde zich voor als een politieman en deelde vervolgens mee dat een familielid van de gebelde persoon was overleden.

De personen die waren gebeld geloofden dit bijna allemaal. Gelukkig bleek de informatie die de verdachte gaf niet te kloppen, maar de gebelde personen waren enorm geschrokken. In totaal deden 33 mensen aangifte.

Via Google koos de man bedrijven uit die hij vervolgens belde. Zodra hij iemand aan de telefoon kreeg, stelde hij zich voor als medewerker van de politie. Hij vroeg degene met wie hij sprak om te gaan zitten en vertelde vervolgens dat bijvoorbeeld diens vader of moeder door een misdrijf om het
leven was gekomen.

De personen aan de andere kant van de lijn reageerden daarop vanzelfsprekend zeer geschrokken. Velen raakten overstuur, sommigen moesten huilen, anderen begonnen te schreeuwen. Niet alleen vanwege de mededeling dat een dierbare was overleden, maar ook doordat die volgens de verdachte door
geweld om het leven zou zijn gekomen. De verdachte schroomde daarbij niet om allerlei gruwelijke doodsoorzaken te verzinnen.

Veel slachtoffers gaven aan angstgevoelens te hebben overgehouden aan de telefoongesprekken. Sommigen sliepen slecht of durfden de telefoon niet meer op te nemen.

De gesprekken konden worden teruggeleid naar het mobiele telefoonnummer van de verdachte. De verdachte heeft bekend de vele telefoongesprekken te hebben gevoerd en zich daarbij te hebben voorgedaan als een medewerker van de politie, maar tijdens de terechtzitting kon hij zich echter geen
details van de gesprekken meer herinneren. Hij wilde graag dat de mensen geloofden dat hij een agent was. De psychiater en de psycholoog die onderzoek hadden gedaan naar de verdachte, vonden dat hij verminderd toerekeningsvatbaar was. Het gevaar op herhaling werd als hoog ingeschat.

De officier nam het de man kwalijk dat het telefonisch schrik aanjagen uitsluitend door zijn aanhouding was gestopt. Bovendien liep hij nog in zijn proeftijd van een eerdere veroordeling wegens bedreiging.

De officier was van mening dat er in alle gevallen sprake was van dwang. In zijn ogen heeft de verdachte de slachtoffers gedwongen om te luisteren naar de mededeling van het overlijden van een dierbare door zich valselijk voor te doen als een politieagent.

De officier eiste tegen de verdachte 180 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden met als voorwaarde dat de man zich zou laten begeleiden en behandelen door de GGZ.

Het Openbaar Ministerie benadrukt dat de politie een kennisgeving van overlijden aan nabestaanden niet telefonisch zal doen.

De uitspraak is over twee weken.

Deel dit op

*