Wetsvoorstel onderzoek geweld opsporingsambtenaren


Wetsvoorstel onderzoek geweld opsporingsambtenaren

Laatste update:
03-05-2016 | 09:23

Nederland - Een politieagent moet soms geweld gebruiken om zijn werk te kunnen doen. Daar is hij toe bevoegd. De minister van Veiligheid en Justitie wil recht doen aan deze speciale positie en vindt dat er een nieuw beoordelingskader voor dat geweldgebruik moet komen. Maandag 2 mei stuurde hij
een wetsvoorstel voor advies naar verschillende instanties, zoals de Raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie (OM).

Het wetsvoorstel wil zowel recht doen aan de belangen van agenten (en andere opsporingsambtenaren) als aan die van de samenleving. Opsporingsambtenaren mogen geweld gebruiken en de burger mag verwachten dat zij dit doen als de situatie erom vraagt. De samenleving moet er echter ook op kunnen
vertrouwen dat altijd goed en gedegen onderzoek gedaan wordt naar het gebruikte geweld.

Stelselherziening geweldsaanwending

Voormalig korpschef Gerard Bouman maakte zich tot aan zijn vertrek hard voor dit nieuwe beoordelingskader en ook de huidige korpschef, Erik Akerboom, omarmt het wetsvoorstel. Dit voorstel vloeit voort uit de Stelselherziening Geweldsaanwending Opsporingsambtenaar dat niet alleen wet- en
regelgeving rond geweldgebruik herijkt, maar ook interne procedures.

Nieuw strafbaar feit

Belangrijke wijziging is dat een nieuw strafbaar feit wordt voorgesteld: het schenden van de geweldsinstructie. De geweldsinstructie regelt in welke gevallen geweldgebruik is toegestaan.

Is voldaan aan de instructie, dan heeft de agent gehandeld zoals van hem verwacht mocht worden en wordt hij niet bestempeld als verdachte. Is de geweldsinstructie overtreden, dan wordt de agent in principe verdacht van het schenden van de geweldinstructie. Het is en blijft overigens aan het
Openbaar Ministerie om te bepalen voor welk delict het zal vervolgen.

Persbericht ministerie

In het persbericht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie staat beschreven wat het wetsvoorstel nog meer behelst. Het wetsvoorstel zelf is te vinden op de website van de rijksoverheid.