Laag inkomen steeds meer belemmering voor schoolreisje

Sinds 2010 is het aantal kinderen met risico op armoede gestegen, als gevolg van de economische crisis. 421 duizend minderjarige kinderen groeiden in 2014 op in een huishouden met een laag inkomen. Hierdoor kunnen zij minder vaak meedoen aan activiteiten, zoals het schoolreisje of sport- of muziekles, dan hun leeftijdsgenoten. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het aantal minderjarige kinderen dat in 2014 opgroeide in een huishouden met een laag inkomen komt neer op 12 procent (421 duizend kinderen). 131 duizend minderjarige kinderen leefden al vier jaar of langer in een huishouden met een laag inkomen. Voor een paar met twee kinderen lag de lage-inkomensgrens in 2014 op 1.920 euro per maand. Bij een inkomen beneden deze grens spreekt het CBS van risico op armoede. Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen kunnen minder vaak meedoen aan activiteiten dan hun leeftijdsgenoten. Zo kunnen ze niet altijd mee op schoolreis en zitten ze minder vaak op sport of op muziekles. Ook is er voor meer dan de helft van die kinderen te weinig geld om regelmatig nieuwe kleren te kopen of om een keer per jaar een weekje op vakantie te gaan.

Kinderen van niet-westerse herkomst hebben een hoger armoederisico dan autochtone kinderen.