KNAW kiest zestien nieuwe leden -- KNAW


18 mei 2016

De KNAW heeft zestien nieuwe leden gekozen. Leden van de KNAW, vooraanstaande wetenschappers uit alle disciplines, worden gekozen op grond van voordrachten van 'peers' binnen en buiten de Akademie. De KNAW telt circa vijfhonderd leden. Een lidmaatschap is voor het leven. Op maandag 12
september 2016 worden de nieuwe Akademieleden geinstalleerd in het Trippenhuis van de KNAW.

De nieuwe leden zijn:

Harold Bekkering (50)
hoogleraar cognitieve psychologie Radboud Universiteit, directeur Donders Centre for Cognition en Donders Instituut voor Hersenen, Cognitie en Gedrag

Bekkering houdt zich bezig met de vraag wat voor mechanismes in de hersenen de menselijke interactie bepalen. Hoe komen we tot doelgerichte acties, en hoe beinvloeden we elkaar daar in? Zijn onderzoek is breed georienteerd en hij heeft baanbrekend werk verricht op het gebied van imitatie,
leren, taal, sociale cognitie, robotica, sociale cooeperatie en cognitieve ontwikkeling. Daarbij maakt hij gebruik van zowel traditionele methoden in de psychologie als van technieken uit de neurowetenschappen. Bekkering publiceert in toptijdschriften maar schrijft ook
populairwetenschappelijke boeken over onderwerpen als het lerende kind en robotica.

Karin Bijsterveld (54)
hoogleraar wetenschap, techniek en moderne cultuur Universiteit Maastricht

Bijsterveld doet onderzoek naar de cultuurgeschiedenis van geluid. Zij is een van de grondleggers van het interdisciplinaire onderzoeksveld Sound Studies. Bijsterveld publiceerde over de geschiedenis van geluidsoverlast, de relaties tussen technologie en muziek, de opmars van de autoradio, en
de rol van het luisteren in wetenschap en techniek. Voor haar werk bestaat ook buiten de academische wereld belangstelling. Dankzij onderzoek naar historische klanklandschappen konden bezoekers van het Amsterdam Museum horen hoe de stad klonk in 1895 en 1935. Buiten Nederland trad Bijsterveld
onder meer op als adviseur voor een project van het Londense Science Museum.

Henk Brinkhuis (56)
hoogleraar mariene palynologie en paleoecologie Universiteit Utrecht, algemeen directeur van het NWO instituut NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee

Henk Brinkhuis speelt een leidende rol in het internationale diepzeeonderzoek. Hij deed pionierswerk op het gebied van fossiele algen, die veel zeggen over klimaatverandering in het verleden. Zijn onderzoek naar extreme klimaatveranderingen, zoals die van de broeikaswereld van 50 miljoen jaar
geleden, was baanbrekend en leidt tot een beter begrip van de toekomstige opwarming van de aarde. Brinkhuis realiseerde zich het belang van de poolgebieden voor ons klimaatsysteem - de expedities leverden het verbazingwekkende inzicht dat er periodes waren waarin de omstandigheden in de
arctische gebieden subtropisch waren.

Marius Crainic (43)
hoogleraar wiskunde Universiteit Utrecht

Marius Crainic is een van 's werelds toonaangevende onderzoekers op het gebied van de Poisson meetkunde. Samen met professor Fernandes heeft hij een gedurende lange tijd openstaand probleem opgelost, namelijk het generaliseren van de derde stelling van Lie (iedere Lie algebra komt voort uit
een Lie groep) naar de context van de Lie groepoiden. Zijn werk heeft een belangrijke impuls gegeven aan het nieuwe gebied van de Poisson topologie.

Marileen Dogterom (48)
hoogleraar bionanoscience TU Delft, hoogleraar biofysica Universiteit Leiden

Marileen Dogterom is een van de pioniers in het vakgebied biomoleculaire fysica. Haar onderzoek richt zich op het cytoskelet: de microbuisjes die cellen van planten en dieren hun vorm en mechanische functie geven en die het mogelijk maken dat cellen zich succesvol kunnen delen. In haar lab
bouwt Dogterom delen van cellen na in een gecontroleerde omgeving om zo tot een kwantitatief begrip van de werking van het cytoskelet te komen. Haar werk is een belangrijke opmaat tot de ontwikkeling van kunstmatige cellen.

Ron Fouchier (49)
hoogleraar moleculaire virologie Erasmus MC

Ron Fouchier is een van de sleutelfiguren op het gebied van de virologie. Onder virologen is hij bekend vanwege zijn onderzoek naar luchtwegvirussen: met zijn team ontdekte hij het MERS coronavirus en het metapneumovirus en hij leverde een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar het
vogelgriepvirus. Fouchier kijkt vooral naar de mechanismes achter de evolutie van virussen om zo te begrijpen welke eigenschappen van die virussen verantwoordelijk zijn voor ziekten en een succesvolle overdracht tussen gastheren. In het publieke debat speelt Fouchier een rol waar het gaat om
biologische risico's van onderzoek, en hij heeft uitgesproken ideeen over de rol van de WHO in epidemiologisch onderzoek.

Holger Gzella (41)
hoogleraar Semitische talen / Hebreeuwse en Aramese taal- en letterkunde Universiteit Leiden

Gzella is een veelzijdig en productief geleerde. Zijn terrein is de Hebreeuwse taalkunde en Bijbelstudies, maar vooral is hij een expert van wereldformaat wat het Aramees betreft. Zijn magistrale boek A Cultural History of Aramaic (2015) analyseert de gehele geschiedenis en het culturele en
historische belang van de sprekers van de taal die na het Akkadisch de belangrijkste taal van het Nabije en Midden-Oosten was tot de komst van de islam. In zijn meest recente werk, het Aramaeische Woerterbuch (2016), wordt de woordenschat van het oudere Aramees in zijn bredere context
geplaatst.

Anita Hardon (55)
hoogleraar antropologie van zorg en gezondheid Universiteit van Amsterdam

Anita Hardon combineert als medisch antropoloog de sociale en medische wetenschappen in haar onderzoek naar wereldwijde gezondheidsproblemen, en ze gebruikt daarbij verrassende methodes. De onderwerpen waar ze zich mee bezighoudt lopen uiteen van reproductie en gezondheid bij vrouwen,
HIV/AIDS, de sociale impact van geneesmiddelen op het leven van kwetsbare jongeren, de relatie tussen gezondheid en duurzame ontwikkeling op mondiale schaal, en het gebruik van chemische substanties door jongeren. Het werk van Hardon vindt, mede door haar eigen inzet, ook zijn weg naar
toepassing door WHO en ngo's.

Petra Hendriks (51)
hoogleraar semantiek en cognitie Rijksuniversiteit Groningen, directeur van het Center for Language and Cognition Groningen (CLCG)

Hendriks is een internationaal invloedrijke onderzoeker in haar vakgebied, de linguistiek. In haar werk combineert ze theoretische analyse en psycholinguistische methodes. Hendriks onderzoekt hoe de ontwikkeling van taalbegrip normaal gesproken verloopt, maar ook hoe die kan afwijken bij
bepaalde groepen zoals kinderen met autisme, ADHD of gehoorstoornissen. Daarnaast besteedt Hendriks in haar onderzoek veel aandacht aan de wijze waarop sprekers rekening houden met hoe hun toehoorders hen verstaan en kunnen begrijpen.

Andre Klip (51)
hoogleraar straf- en strafprocesrecht en de grensoverschrijdende aspecten van het strafrecht / strafrecht Universiteit Maastricht

Andre Klip is een vooraanstaand autoriteit in Nederland en Europa op het gebied van het internationale en Europese straf- en strafprocesrecht. Hij leverde fundamentele bijdragen aan het onderzoekveld van het Europees strafrecht, een terrein dat twintig jaar geleden geheel afwezig was en mede
dankzij hem tot bloei is gekomen. Klip is steeds betrokken geweest in de rechtspraktijk, onder meer bij procedures van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Joegoslavietribunaal.

Rob Leurs (51)
hoogleraar algemene farmacochemie Vrije Universiteit

Het multidisciplinaire onderzoek van Rob Leurs naar de relatie tussen de chemische structuur en biologische activiteit van liganden voor onder andere membraanreceptoren is wereldwijd vooraanstaand. Zijn fundamentele onderzoek leidt tot kennis die cruciaal is voor de ontwikkeling van nieuwe
medicijnen. Leurs ontwikkelt onder meer medicijnen tegen tropische ziekten en startte zijn eigen biotechbedrijf om nieuwe anti-ontstekingsmiddelen te ontwikkelen. Leurs doet zijn onderzoek op een zeer innovatieve manier, waarbij hij invalshoeken en inzichten gebruikt uit disciplines als de
organische en computationele chemie, biochemie, moleculaire biologie, celbiologie en farmacologie.

Frank Linde (58)
hoogleraar experimentele hoge-energiefysica Universiteit van Amsterdam

Frank Linde is een van de toonaangevende wetenschappers in Nederland op het gebied van de hoge-energiefysica - elementaire deeltjesfysica. Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de zoektocht naar nieuwe deeltjes en het bepalen van hun karakteristieken. Lindes bijdragen aan het ontwerp
en de bouw van de hypergevoelige ATLAS-detector bij CERN's Large Hadron Collider zijn algemeen erkend. De ATLAS-detector is een van de twee instrumenten waarmee uiteindelijk in 2012 het Higgs-deeltje is ontdekt. Daarnaast heeft Linde zich actief ingezet voor een versterking van het
astrodeeltjesfysica-onderzoek in Nederland door `zijn' instituut - Nikhef - te betrekken bij de speurtochten naar de directe detectie van zwaartekrachtsgolven (Virgo experiment) en de enigmatische donkere materie (XENON experiment). Onlangs is Linde benoemd als voorzitter van het Astroparticle
Physics European Consortium.

Mihai Netea (47)
hoogleraar experimentele interne geneeskunde Radboudumc

Mihai Netea is een internationaal erkende, zeer originele onderzoeker op het gebied van aangeboren afweer en weerstand tegen infecties. Hij doet onderzoek naar de manier waarop het afweersysteem micro-organismes, zoals bacterien en schimmels herkent en elimineert. Recentelijk kreeg hij
internationaal veel aandacht met zijn visionaire concept van getrainde immuniteit: het aangeboren afweersysteem heeft een geheugen. Ook beschrijft hij het verschijnsel van immuunparalyse, waarbij het immuunsysteem niet meer reageert op indringers. Mogelijk kan door de getrainde immuniteit te
stimuleren, deze `paralyse' worden opgeheven. Dat inzicht kan grote gevolgen hebben voor ons begrip en de uiteindelijke behandeling van infecties.

Brenda Penninx (45)
hoogleraar psychiatrische epidemiologie VUmc

Brenda Penninx is een van de meest vooraanstaande onderzoekers op het gebied van depressie. Haar grootschalige en interdisciplinaire aanpak waarmee zij het ontstaan, het beloop en de gevolgen van depressie in kaart brengt is wereldwijd uniek. Zij leidt bijvoorbeeld de nationale Nederlandse
Studie naar Depressie en Angst (NESDA). Haar werk is van groot belang voor het aantonen en begrijpen van de samenhang tussen depressie en somatische aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten en diabetes. Ook heeft zij aangetoond dat er verschillende depressievormen zijn, waaronder een met de
typisch melancholische verschijnselen en een met atypische en immuun-metabole kenmerken, waarvoor andere personalized behandelstrategieen vereist lijken. Dit kan beschouwd worden als een grote doorbraak in het depressieonderzoek.

Jonathan Silk (55)
hoogleraar boeddhisme Universiteit Leiden

Het onderzoek van Jonathan Silk bestrijkt de hele boeddhistische wereld, van de oudheid tot op heden. Op basis van een diepe kennis van de literatuur van deze complexe veeltalige wereld en een uitstekend oog voor de interactie tussen de tekstuele traditie en de sociale geschiedenis van
boeddhistische samenlevingen is Silk uitgegroeid tot een van de interessantste en spraakmakendste boeddhologen ter wereld.

Claes de Vreese (41)
hoogleraar communicatiewetenschap, in het bijzonder politieke communicatie Universiteit van Amsterdam

De Vreese is een van de meest vooraanstaande en productieve onderzoekers in zijn vakgebied. Zijn onderzoek concentreert zich op de inhoud en effecten van politiek nieuws en journalistiek, verkiezingscampagnes en referenda op publieke opinie en politiek gedrag. Speciale aandacht heeft het
verschijnsel framing op de publieke opinie: welke invloed heeft de presentatie van politieke issues in de media op burgers? Welke burgers zijn het meest vatbaar en onder welke omstandigheden? De Vreese werpt in interdisciplinair onderzoek nieuw licht op de rol van de media in de westerse
democratie, en wordt als deskundige veelvuldig geraadpleegd door journalisten maar ook de Nederlandse overheid en de Europese Commissie. Hij is oprichter van het Centrum voor Politiek en Communicatie (CPC), een ontmoetingsplaats voor studenten, wetenschappers, journalisten, politici en andere
in politieke communicatie geinteresseerden.

En als buitenlands lid is benoemd:

Shrinivas Kulkarni
hoogleraar sterrenkunde California Institute of Technology, Pasadena, Verenigde Staten

Shrinivas Kulkarni heeft zeer veel astrofysische ontdekkingen op zijn naam staan. In 1982 ontdekte hij de milliseconde-radiopulsars: een nieuwe klasse van neutronensterren, die honderden malen per seconde om hun as wentelen. Recentelijk is hij een van de grondleggers van het onderzoek aan
optisch variabele bronnen (transients) waarbij hij veel nieuwe type objecten ontdekte zoals super luminous supernovae. Twintig jaar geleden bouwde hij het grootste deel van de eerste `pulsar machine' voor de Westerbork Radio Telescoop, waarmee het succesvolle Nederlandse pulsaronderzoek
startte.

Contact

Irene van Houten

020 551 0733/ 06 1137 5909

Meer informatie

Leden van de KNAW

Op de hoogte blijven?

Blijf op de hoogte van nieuws en activiteiten van de KNAW en meld u aan voor onze agendaladder of volg ons via Twitter of Facebook.

Deel dit artikel Facebook Twitter LinkedIn