Leerkrachten hebben het minst geloof in eigen kunnen (self-efficacy) in de omgang met leerlingen die storend gedrag vertonen. Het meest doelmatig voelen ze zich bij pro-sociale leerlingen. Dit blijkt uit onderzoek in het primair onderwijs van Marjolein Zee, die 24 mei promoveert aan de Universiteit van Amsterdam.

Leerkrachten die meer overtuigd zijn van hun eigen kunnen in het algemeen, kunnen beter differentieren. Ze zijn ook effectiever in het opstellen van gedragsregels in de klas en kunnen leerlingen beter motiveren. Het is niet onomstotelijk bewezen of een goed doelmatigheidsgevoel van de leraar invloed heeft op leerprestaties. Er is wel een duidelijker effect op de motivatie van leerlingen.

Bij leerlingen met internaliserend probleemgedrag voelen leerkrachten zich minder in staat hun adequate instructie en emotionele ondersteuning te bieden. De onderzoekster vermoedt dat dit komt omdat leerkrachten heel subtiele tekens van deze leerlingen niet altijd kunnen opmerken.

Leerkrachten voelen zich het minst doelmatig op het gebied van gedragsmanagement en emotionele support. Op de pabo's is daar weinig aandacht voor. De promovenda adviseert dan ook meer te investeren in deze domeinen. Ze vindt het belangrijk om het gevoel van doelmatigheid te verbeteren zodat leerkrachten zelfverzekerder zijn om met verschillende leerlingen te kunnen omgaan.