Internetoplichter schuift naar social media


Internetoplichter schuift naar social media

Laatste update:
26-05-2016 | 16:25

Nederland - Bij het Landelijk Meldpunt Internetoplichting (LMIO) van de politie kwamen vorig jaar ruim 35.500 aangiftes binnen. Uit de jaarcijfers van het LMIO blijkt dat gedupeerden gemiddeld voor 200 euro werden opgelicht. Wat verder opviel in 2015: oplichters maken vaker gebruik van social
media en schromen niet de identiteit van slachtoffers te misbruiken bij nieuwe misdrijven.



Volgens projectleider Gijs van der Linden van het LMIO geven de aangiftes geen volledig beeld van het aantal gedupeerden. Hij vermoedt dat het werkelijke aantal slachtoffers van internetoplichting veel hoger ligt. `Als we de bankrekeningen van verdachten onderzoeken, vinden we daar niet alleen
betalingen van aangevers terug. We stuiten meestal ook op overboekingen van mensen die zich niet bij ons hebben gemeld.'

Onderzoeken

Uit onderzoeken die op de aangiftes volgen, probeert het LMIO de hele oplichtingsketen in beeld te brengen: van personen die geld opnemen tot de intellectuele dader. Met speciale computerprogramma's en ingenieuze schema's worden verbanden tussen aangiftes in beeld gebracht. Zodra er voldoende
verdenkingen zijn tegen een of meer verdachten, wordt het onderzoek naar een regionale politie-eenheid verstuurd. Politiemensen daar verrichten de aanhoudingen en ronden het onderzoek af. Vorig jaar gebeurde dat 280 keer. Vrijwel elk onderzoek heeft betrekking op meerdere verdachten en omvat
vele tientallen gevallen van oplichting.

Dwarszitten

Hoewel niet elke aangifte leidt tot een strafrechtelijk onderzoek, is het volgens Van der Linden toch zinvol om elke oplichting bij het LMIO te melden. `We krijgen meer aangiftes binnen dan we kunnen onderzoeken, dat is helaas niet anders. Maar samen met banken en websites als Marktplaats
kunnen we oplichters ook op andere manieren dwarszitten.' Zo weert Marktplaats malafide adverteerders van de website op basis van politie-informatie. `En als aangevers vertellen naar welk rekeningnummer ze hun geld hebben overgemaakt, geven wij dat door aan de betreffende bank. Bij meerdere
meldingen wordt de rekening geblokkeerd,' zegt Van der Linden.

'Nieuwe rekeningen'

Van der Linden denkt dat het snel blokkeren van bankrekeningen er mede voor zorgt dat het aantal aangiftes van internetoplichting de afgelopen drie jaar is gedaald. In 2013 klopten nog 45.000 mensen bij het meldpunt aan, dat daalde tot 37.000 in zowel 2014 als 2015. `Vroeger konden oplichters
langer gebruik maken van een rekeningnummer. Nu moeten ze voortdurend op zoek naar nieuwe rekeningen. Dat scheelt slachtoffers.'

Katvangers

Om buiten beeld te blijven van de politie en zelf problemen met de bank te voorkomen, maken veel oplichters gebruik van zogenoemde katvangers, mensen die tegen betaling hun bankrekening ter beschikking stellen. Het geld dat slachtoffers naar deze rekeningen overmaken, wordt in opdracht van de
feitelijke oplichter gepind door zogenoemde cashers. Hoewel de katvangers en de cashers zich niet schuldig maken aan oplichting, lopen zij wel degelijk een groot risico. Van der Linden: `Beide groepen maken zich schuldig aan witwassen, een strafbaar feit. De katvangers en cashers komen als
eerste bij ons in beeld en lopen dus grote kans te worden gepakt en vervolgd. Voor de katvangers geldt bovendien dat zij vaak door geen enkele bank meer worden geaccepteerd en dus niet meer kunnen bankieren.'

Spoofing

Het LMIO houdt zich sinds 2010 bezig met aan- en verkoopfraude op internet. Het gaat meestal om oplichting via advertentiesites zoals Marktplaats en Speurders. Maar criminelen weten ook slachtoffers te maken door websites van bestaande bedrijven na te maken (spoofing) of websites te bouwen van
niet bestaande bedrijven. De spullen die mensen op deze sites bestellen, worden uiteraard nooit geleverd. Vorig jaar werden 80 malafide webwinkels na tussenkomst van de politie off-line gehaald.

Sociale media

Exacte cijfers zijn er niet, maar Van der Linden ziet dat oplichters steeds vaker gebruik maken van sociale media zoals Facebook en daar toegangskaartjes voor bijvoorbeeld concerten aanbieden. `Websites als Marktplaats zitten er bovenop, die weten oplichters steeds sneller in beeld te krijgen
en hun advertenties te verwijderen. Oplichters verschuiven hun werkterrein daarom naar sociale media. De politie is met Facebook in gesprek om te zorgen dat malafide accounts ook daar snel worden aangepakt.'

Dubbel gedupeerd

Het valt Van der Linden ook op dat oplichters niet schromen de identiteit van hun slachtoffers te misbruiken. Die raken daardoor dubbel gedupeerd. `In sommige gevallen vraagt de oplichter een foto van iemands paspoort of rijbewijs, zogenaamd om uit te vinden of iemand te vertrouwen is. Met die
foto doet de oplichter zich bij de volgende zwendel voor als zijn slachtoffer. Die kan daardoor natuurlijk in grote problemen raken,' zegt Van der Linden. Hij waarschuwt mensen dan ook uiterst voorzichtig om te gaan met identiteitsgegevens.

Controleren

Wie twijfels heeft over de betrouwbaarheid van een verkoper of website kan op www.politie.nl aan de hand van onder meer een bankrekeningnummer, mailadres of telefoonnummer controleren of hierover bij de politie meldingen zijn binnengekomen. Slachtoffers van internetoplichting kunnen hier ook
aangifte doen.

Het Landelijk Meldpunt Internetoplichting is slechts een voorbeeld van de manier waarop de politie de strijdt aanbindt met gedigitaliseerde misdaad en cybercrime, vormen van criminaliteit die niet meer zijn weg te denken uit onze dagelijkse wereld. Er zijn ook speciale teams tegen
bankenfraude, kinderporno en `high tech crime'. En omdat cybercrime internationaal is, werkt de Nederlandse politie in de opsporing samen met onder meer Europol, Interpol en de FBI.

Ook wil de politie de komende jaren 300 digitale experts van buitenaf binnenhalen. Zij moeten er mede voor zorgen dat de politie de razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van computertechnologie en -criminaliteit kan blijven volgen. De digitale experts zijn niet alleen voor de aanpak van
cybercrime, maar ondersteunen in alle werkprocessen met een digitale component, zoals bijvoorbeeld het uitlezen van telefoons.