Bijna een op de drie instromende leerkrachten is schoolverlater

Een op de drie leerkrachten die aan de slag ging in het primair onderwijs is recent aan de pabo afgestudeerd. Bijna een op de vijf instromende leerkrachten was daaraan voorafgaand werkloos. Ruim een op de drie van de uitstromende leerkrachten heeft maximaal twee jaar gewerkt. Dat zijn enkele conclusies uit het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (PoMo) 2014. Het Arbeidsmarktplatform PO heeft hiervoor een infographic ontwikkeld die de mobiliteit van leerkrachten in het po in beeld brengt.

Het onderzoek onderscheidt drie groepen: instromende, uitstromende en zittende medewerkers. Voor iedere groep is een specifieke vragenlijst ontwikkeld. Uit de resultaten van de leerkrachten uit het primair onderwijs blijkt dat een op de drie instromende leerkrachten een schoolverlater is. Bijna een op de vijf instromende leerkrachten was daaraan voorafgaand werkloos. Opvallend is ook dat van de (gedeeltelijk) werkende leerkrachten die instromen, bijna 80 procent afkomstig is uit het primair onderwijs. Het primair onderwijs heeft blijkbaar beperkte instroom van buitenaf.

Qua uitstroom valt op dat ruim een op de drie van de uitstromende leerkrachten maximaal twee jaar heeft gewerkt. Veel genoemde redenen van vertrek zijn einde van een tijdelijk contract of omdat leerkrachten zelf ontslag nemen. De hoeveelheid werk, inhoud van het werk en de wijze van leidinggeven worden het meest genoemd als redenen om ontslag te nemen of zelf besluiten de organisatie te verlaten.

Zowel bij de instroom als de uitstroom is de overgrote meerderheid (respectievelijk 87,1 en 80,3 procent) vrouw. Er stromen ongeveer evenveel jonge leerkrachten (jonger dan 35 jaar) als oudere leerkrachten (ouder dan 55 jaar) uit (respectievelijk 35,2 en 37,7 procent).

Het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (PoMo) is een grootschalig uitgezette enquete onder medewerkers van de publieke sector, waaronder ook onderwijs. Medewerkers wordt gevraagd naar uiteenlopende aspecten van hun werk, zoals mobiliteit en inzetbaarheid, werkbeleving en gesprekken met leidinggevenden. Het PoMo wordt tweejaarlijks uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.