Blog: Stoppen is ook een kunst

Blog: Stoppen is ook een kunst

3 juni 2016 | BLOG

Wij leven in overdaad. Er worden veel meer mensen ziek van te veel, dan van te weinig eten. Wij leven ook geneeskundig gezien in overdaad: steeds meer geneesmiddelen en technieken om kwalen te behandelen, of om ze te voorkomen. Bloedverdunners, middelen tegen hoge bloeddruk, cholesterolremmers, middelen tegen botontkalking, pillen om het hart of de nieren te beschermen

Bewezen nut

Ze hebben allemaal hun nut bewezen: ze voorkomen toekomstige ziekten en mede daardoor - maar vooral door een gezondere levensstijl - worden steeds meer mensen ouder. Deze revolutie (nog nooit werden zoveel mensen zo oud) is ook goed voor de farmaceutische industrie. Als voorbeeld: volgens de huidige richtlijnen, gebaseerd op goed onderzoek, zouden wereldwijd op dit moment 1 miljard mensen een cholesterolremmer moeten gebruiken.

Ook in de chirurgie en de oncologie komen er steeds meer mogelijkheden om door te behandelen, waar vroeger geen opties meer waren. Dit alles geeft mensen kansen om langer, en soms beter, te leven.

Keerzijde

Maar er is een keerzijde en die zien wij dagelijks in de ouderengeneeskunde. Een opeenstapeling van chronische ziekten en lichamelijke klachten zorgt ervoor dat patienten richting het einde van hun leven in aanmerking komen voor grote hoeveelheden medicijnen. Bij de vraag: `Welke medicijnen gebruikt u?' komt de Dirk van den Broek-boodschappentas op tafel, gevuld met talloze doosjes, strips, flessen en inhalators. Het is geen uitzondering meer als een verpleeghuispatient meer dan 20 verschillende medicamenten bij een opname heeft. Wat moeten we daarmee, en is dat eigenlijk wel een probleem?

Het is een probleem, omdat deze overdaad inderdaad schaadt: meer dan 5% van alle ziekenhuisopnames bij ouderen is ten gevolge van (te veel) medicatiegebruik. Het bewijs dat al deze pillen zinvol zijn, is gebaseerd op onderzoeken die naar een hele andere, meestal veel gezondere, groep mensen keken. Maar als we weten dat er geen bewijs is voor het effect van de meeste middelen bij de hele oude populatie met veel ziektes, dan stoppen we toch gewoon met het geven van medicijnen?

Wanneer stoppen?

Het grote probleem is dat we veel wetenschappelijk bewijs hebben om aan te geven wanneer het starten met allerlei middelen zinvol is. Dat staat ook mooi beschreven in allerlei richtlijnen. Helaas is er nauwelijks onderzoek naar - en bewijs voor - wanneer het goed is om te stoppen. We vinden in richtlijnen dan ook bijna nooit aanbevelingen over wanneer het goed is om te stoppen met medicatie.

En als we al weten dat een bepaalde behandeling bij een patient met een beperkte levensverwachting niet zinvol is, dan zijn we als medici behoorlijk slecht in het goed inschatten van deze beperkte levensverwachting. Artsen zijn over het algemeen optimisten en hoopgevers; ze willen helpen, en erkennen het einde soms pas als het deksel op de kist gaat.

Wanneer kunnen we een advertentie van McDonald's begroeten, waarin mensen met overgewicht wordt opgeroepen te stoppen met het eten van Big Macs? Wanneer zal de farmaceutische industrie patienten oproepen om toch zeker op tijd te stoppen met cholesterolremmers? Beide scenario's zie ik niet zo gauw gebeuren. Het is aan ons om zowel in onderzoek, onderwijs, als in onze patientenzorg te bewaken dat niet alleen het beginnen, maar zeker ook het stoppen van een behandeling de patient veel baat kan opleveren.

Wie weet wanneer te stoppen, is de ware geneeskunstenaar.

Wilco Achterberg is hoogleraar institutionele zorg en ouderengeneeskunde in het LUMC.