Burn-outklachten in het onderwijs zijn het afgelopen jaar gedaald. Toch heeft het onderwijs de meeste werknemers met een burn-out vergeleken met andere beroepen. Dat blijkt uit de Nationale Enquete Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS over 2015.

In de NEA over 2014 gaf nog 21 procent van de werknemers in het onderwijs aan dat zij last hadden van burn-out. In de recentelijk verschenen nieuwe meting NEA 2015 is dat gedaald naar 18 procent. Ten opzichte van een jarenlange stijging, is er nu sprake van een serieuze daling. Wel blijft onderwijs ver boven het gemiddelde van alle werknemers uitsteken.

Factoren die meespelen in de daling zijn de afname van het aandeel ouderen in de beroepsgroep en minder reorganisaties (een situatie die veel stress geeft) die plaatsvinden. Ook zijn er minder mensen in het onderwijs die zich zorgen maken over hun baan. "Onderwijspersoneel voelt zich vaker gesteund door de leidinggevende. We zien een behoorlijke stijging van het percentage mensen dat zegt nooit emotioneel betrokken te raken bij hun werk. Dat draagt sterk bij aan de afname van burn-outklachten", aldus NEA-projectleider Wendela Hooftman.

Het onderwijs is dus koploper, op de voet gevolgd door de communicatieberoepen. Werken in de zorg zit op 14 procent. Het minste stress kennen horeca en landbouw, daar ligt het percentage burn-outklachten op 11 procent.