Column: Amen is geen Amsterdam


Eric van Oosterhout

`Amen is geen Amsterdam', dat is de titel van een bekende beleidsnota van de provincie. Ik moet er aan denken op mijn reis van Amsterdam naar Amen.

Het is vrijdagmiddag en ik heb net een goede bijeenkomst gehad van de burgemeesters die in 2007 aan dit mooie vak begonnen. We zijn negen jaar verder en er is heel wat gebeurd. Sommige collega's zijn ermee gestopt, anderen zijn toe aan hun tweede gemeente. Ook een aantal, zoals ik, werkt nog
met veel plezier in de eerste gemeente.

Op weg naar Amen snap ik na de vijfde file weer waarom ik zo graag in het rustige Noorden werk. Na drie uur ben ik bijna bij Amen. In Grolloo zetten we eerst onze bagage neer voor de nacht. We slapen in een van de `KunstKeten'. Dit zijn prachtig beschilderde keten, die op speciale plaatsen in
de gemeente kunnen staan (zie www.kunstketen.nl) . Om precies te zijn bivakkeren wij in de `Cuby-keet'. Langs de bosrand bij de Boerhaarshoeve zijn de C&B-letters van ruime afstand herkenbaar.

In Amen vinden we rust bij `Zomerzinnen'. Dit is een jaarlijks literatuurfeest met veel muziek. Na de nodige zwerftochten door de provincie heeft men ervoor gekozen de komende jaren in Amen te landen. In mijn openingswoord geef ik aan dat dit niet een heel verkeerde keuze lijkt. Amen is met
cafe De Amer de plek waar de blues en de literatuur bij elkaar komen. In een volle tent genieten we van een afwisselende eerste avond.

Het is al bijna zaterdag als we onze KunstKeet weer opzoeken. Anders dan in Amsterdam is het hier wel pikdonker. Gelukkig heb ik een klein lampje bij me. Binnen is een klein kacheltje en een lekker glaasje wijn. Zo is het goed.
We slapen voortreffelijk, om gewekt te worden met een verrukkelijke ontbijtmand. Tegen de bosrand smaakt zo'n ontbijtje nog beter. Gisteren reed ik nog door de Randstad, nu hoor ik alleen wat vogels kwetteren. Boven de lucht van het warme croissantje ruik ik het dampende bos. We maken er een
ontspannen ochtendje van: krantje, boekje, kopje koffie. Groeten uit Grolloo. Een hardlooptocht naar het Grolloerveen maakt het feest compleet.

In de middag ga ik weer naar Zomerzinnen. Ik bezoek eerst het slot van de gezellige Amer dorpsreuenie in een van de festivaltenten. Daarna luister ik naar het muzikale trio `Heeren van Oud-Zuid' (prachtig!) en nog wat schrijvers.
Met dochter Renske ga ik naar de premiere van het Pauperparadijs. We worden ontvangen in een grote tent en eten een paupermaaltijd (bonen met spek). De regisseur geeft een toelichting. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Met duizend man hebben we een prachtige avond. Het stuk staat als een
huis. De bewoners van Veenhuizen gingen net als ik gisteren van Amsterdam naar Drenthe, ongetwijfeld zonder file, maar wel noodgedwongen. Theaterdochter Renske zit net zo te genieten, hoewel ze wel eens meer zou kunnen zien dan ik. We lachen, genieten, maar zijn soms ook ontroerd. Amsterdam
heeft de naam, maar er is ook heel mooie cultuur in Veenhuizen en ... Amen.