Provincies die nog toestaan dat knobbelzwanen afgeschoten worden moeten de ontheffingen daarvoor onmiddellijk intrekken. De totale schade per jaar aan grasland bedraagt nog geen ton en staat in geen verhouding tot het jaarlijks doden van bijna vierduizend dieren. Dat is de strekking van een dringende brief die de Dierenbescherming aan gedeputeerde staten van acht provincies heeft gestuurd.

De schade neemt volgens de Dierenbescherming al jaren af en de 30.000 dieren tellende populatie knobbelzwanen in Nederland heeft zich de afgelopen jaren op natuurlijke wijze gestabiliseerd. Afschot draagt daar volgens de dierenwelzijnsorganisatie niet aan bij, zoals blijkt uit de gegevens van provincies waar geen afschot plaatsvindt.

Voldoende alternatieven

In de brief aan de provinciebesturen stelt de Dierenbescherming verder dat er voldoende alternatieven voor afschot zijn. In een speciale 'factsheet' bij het schrijven worden ze opgesomd: knalapparaat, vogel-afweerpistool, schriklint, vogelverschrikkers, vlaggen, ballonnen, neproofvogels, flitsmolens en landbouwwerktuigen, ritselfolie en draden die over het weiland worden gespannen.

Vergoeding bij schade

Als er na toepassing van diervriendelijkere verjaagmethoden toch schade ondervonden worden, dan kunnen boeren, net als nu, worden gecompenseerd, zo stelt de Dierenbescherming.

Provincies

De acht provincies waar ontheffingen gelden voor het afschieten van knobbelzwanen zijn: Overijssel, Utrecht, Noord-Brabant, Gelderland, Zuid-Holland, Friesland, Noord-Holland en Flevoland.

Meer informatie op www.dierenbescherming.nl.