Monitor biedt inzicht in naleving en handhaving bij risicovolle bedrijven

Bedrijven die gevaarlijke stoffen in grote hoeveelheden produceren en/ of opslaan, moeten voldoen aan strenge veiligheidswetgeving. Zij vallen onder het Besluit Risico's zware ongevallen, afgekort als Brzo. Net als in vorige jaren is de naleving en handhaving van deze bedrijven door de zes Brzo-omgevingsdiensten in kaart gebracht in de `Monitor naleving en handhaving Brzo-bedrijven 2015' en door het IPO aangeboden aan staatssecretaris Dijksma (IenM). De monitor is als onderdeel van het rapport `Staat van de Veiligheid' door Dijksma aan de Tweede Kamer aangeboden.

In 2015 waren er 387 Brzo-bedrijven in Nederland. Bij 96% van deze bedrijven werd een Brzo-inspectie uitgevoerd. Hierbij zijn 615 overtredingen geconstateerd. De overtredingen worden in drie categorieen ingedeeld:

* Categorie 1: onmiddellijke dreiging van een zwaar ongeval en ernstig gevaar.

* Categorie 2: geen onmiddellijke dreiging van een zwaar ongeval, wel duidelijk onvoldoende maatregelen getroffen.

* Categorie 3: zeer geringe dreiging van een zwaar ongeval, wel lichtere tekortkomingen.

Het percentage overtredingen in de zwaarste categorie 1 is in vergelijking met de overige categorieen gering. Het merendeel van de categorie 1 overtredingen lag op het domein arbeidsveiligheid, waar de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) toezicht op houdt. Bij constatering van de overtredingen is door de bevoegde gezagen altijd handhavend opgetreden en hebben inspecteurs direct opgetreden zodat de onmiddellijke dreiging werd weggenomen.

Het percentage bedrijven waarbij geen overtredingen is geconstateerd is licht gedaald ten opzichte van 2014. Tegelijkertijd heeft een lichte verschuiving plaats gevonden naar minder ernstige overtredingen. In 2015 viel 68% van de overtredingen in categorie 3 en in 2014 was dat 64%. Intensief toezicht en strikte handhaving bij de Brzo-bedrijven blijven noodzakelijk om de naleving door de bedrijven te verbeteren.

Het IPO neemt de resultaten uit de `Brzo-monitor' zeer serieus. De afgelopen tijd hebben de bevoegde gezagen in Brzo+-verband de samenwerking verder verstevigd en is onder andere geinvesteerd in het opleidings- en kennisniveau van inspecteurs en vergunningverleners. De samenwerking met de politie en OM is versterkt waarmee bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving beter op elkaar is afgestemd. Ook wordt de inspectiemethodiek van de toezichthouders herzien. Het zijn stappen in de goede richting, maar we blijven uiteraard werken aan verbetering.

Het IPO constateert met de BRZO+-partners dat het lastig is om de resultaten van de inspecties bij de verschillende bedrijven, in verschillende regio's en in afzonderlijke jaren met elkaar te vergelijken. Het IPO wil daarom in BRZO+-verband afspraken maken over de monitoringsystematiek die gehanteerd wordt om vergelijkbare cijfers te genereren, zowel op landelijk niveau, als op regionale schaal.

In Nederland zijn er zes -omgevingsdiensten die samen de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving voor deze risicovolle bedrijven in Nederland uitvoeren. De zes diensten werkten in 2015 in opdracht van de provincies en gemeenten. Vanaf 2016 hebben de provincies deze opdracht overgenomen van de gemeenten en zijn de provincies verantwoordelijk voor de vergunningverlening en inspectie van deze risicovolle bedrijven.

De Brzo-monitor kunt u hier inzien

Alles over de Staat van de Veiligheid vindt u hier

Zie het origineel.