Voorjaarsnota 2016 gepubliceerd op: 08-07-2016 Met de voorjaarsnota ..


8 juli 2016 Met de voorjaarsnota 2016 geeft het Dagelijks Bestuur (DB) van waterschap Aa en Maas richting aan de programmabegroting 2017. Op deze manier zijn voor het Algemeen Bestuur (AB) de uitgangspunten, de voorgestelde aanpak en de onderliggende keuzes en consequenties inzichtelijk. Dit
biedt het AB de mogelijkheid om eventuele accenten aan te brengen of aanvullende kaders voor de Programmabegroting 2017 mee te geven. Op 30 mei heeft het DB de voorjaarsnota vastgesteld. Op 8 juli heeft het AB de voorjaarsnota vastgesteld. Door middel van moties van onder andere CDA en VVD is
extra aandacht gevraagd voor de recente wateroverlast problematiek.

Voorgestelde maatregelen in de voorjaarsnota

1. Inhoudelijke ontwikkelingen

Sinds het opstellen van de programmabegroting 2016 doen zich ontwikkelingen voor die gevolgen kunnen hebben voor de opgave van het waterschap. In de voorjaarsnota houden we bijvoorbeeld rekening met de extra werkzaamheden rondom waterveiligheid, een mogelijke extra opgave voor waterkwaliteit
en extra middelen en capaciteit voor de aanpassingen die nodig zijn bij de invoering van de nieuwe omgevingswet.

2. Netto kosten beperken vanwege lage inflatie

Een van de financiele doelstellingen van het waterschap, is dat de netto kosten niet meer stijgen dan het inflatiepercentage. Het lage inflatiepercentage van 1% dat we hanteren in de Voorjaarsnota vraagt dan ook om beperking van de kosten die het waterschap maakt. In de Voorjaarsnota wordt
voorgesteld om de personeelskosten (EUR 500.000,-) en de kosten van diverse goederen en diensten te beperken (circa EUR 1.000.000,-).

3. Kosten niet doorschuiven naar de toekomst

Het waterschap wil kosten zo min mogelijk naar de toekomst doorschuiven. Bij de programma-begroting 2016 voerden we al diverse maatregelen door om investeringsbudgetten om te zetten naar de exploitatie. Hierdoor schrijven we ze direct af. In de voorjaarsnota stelt het DB voor om dit voor nog
meer posten te doen. Deze maatregelen verhogen de kosten op korte termijn, maar leiden op langere termijn tot lagere kosten.

Meerjarenraming

Na het doorvoeren van bovenstaande maatregelen, is de verwachting dat de totale netto kosten die Waterschap Aa en Maas maakt in 2017 ongeveer uitkomen op EUR 109 miljoen. Dat is een lichte daling ten opzichte van de verwachte netto kosten voor 2016.

De belangrijkste oorzaak voor de lagere kosten is de vrijval van de SNB-gelden (circa EUR 5 miljoen). Vanwege de voorgestelde maatregelen om kosten niet door te schuiven naar de toekomst, stijgen de kosten voor het watersysteembeheer. Dit zie je terug in de indicatieve tarieven voor ingezeten,
gebouwd en ongebouwd, die volgens de huidige prognoses in de voorjaarsnota in 2017 1-2% zullen stijgen. Gelet op de verwachte stijgende kosten voor waterzuiveringsbeheer in 2018 en verder, gaan we voor de zuiveringsheffing uit van 1,0% stijging. Zo zijn we op waterzuiveringsbeheer in 2017 meer
dan 100% kostendekkend.

In de jaren na 2017 nemen de kosten toe. De mate waarin de kosten stijgen en wat dit gaat betekenen voor tarieven is nog sterk afhankelijk van de economische ontwikkelingen (inflatiepercentage, ontwikkeling van huizenprijzen, et cetera). Op dit moment worden in de voorjaarsnota geen
voorstellen gedaan om ambities bij te stellen om daarmee de kosten op langere termijn te drukken. Op korte termijn is dit niet nodig en op langere termijn zijn daarvoor de economische ontwikkelingen te onzeker.