Tuchtrecht | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose | ECLI:NL:TGZCTG:2016:260

Klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat de behandeling door de dermatoloog van de vader van klager op 23 mei 2006, foutief is uitgevoerd. Bij de behandeling ontstond een wolk van wel 30 cm boven het hoofd van patient. Er is een open wond gecreeerd van aanvankelijk geringe omvang. De later gediagnosticeerde pyoderma gangrenosum bij patient is ten gevolge van deze foutieve behandeling door verweerder ontstaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2016.003 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

C., dermatoloog, werkzaam te D., verweerder in beide instanties.

1. Verloop van de procedure

A. - hierna klager - heeft op 18 mei 2015 bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven tegen C. - hierna de dermatoloog - een klacht ingediend. Bij beslissing van 23 november 2015, onder nummer 1571, heeft dat College de klacht afgewezen.

Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen.

De dermatoloog heeft geen verweerschrift in beroep ingediend.

De zaak is in beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 28 juni 2016. De dermatoloog is verschenen en heeft zijn standpunt toegelicht.

Klager is met schriftelijke berichtgeving niet verschenen.

2. Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd.

"2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klager is de zoon van de heer E., hierna te noemen: patient.

Patient is op 3 mei 2006 bij verweerder op het poliklinisch spreekuur verschenen in verband met een verhoornd plekje op de hoofdhuid. Verweerder schreef een salicylzuur-zalf voor om te ontdekken wat er zich onder de verhoorning bevond en er werd een afspraak gemaakt voor controle op 23 mei 2006.

Op die datum heeft verweerder de diagnose actinische keratose gesteld en het plekje behandeld met cryo-spray. Op 19 en 27 juni 2006 vonden controlebezoeken plaats. Bij een controlebezoek op 25 juli 2006 staat in het dossier "goed". Bij een bezoek op 25 oktober 2006 staat "weer korst".

Er werd daarom een biopt gedaan van de plek op de hoofdhuid, waaruit bleek dat er geen sprake was van een maligniteit. Wel paste het biopt bij een chronische ontsteking met een aspecifiek beeld. Op 12 december 2006 staat in het dossier: "nu prachtig uit". Dit was het laatste consult van verweerder. Vanaf 1 januari 2007 is hij gaan werken in een ander ziekenhuis.

Patient heeft nog een vele jaren durende lijdensweg met (onder andere) zijn hoofdhuid gehad, totdat hij op 14 mei 2015 is overleden.

3. Het standpunt van klager en de klacht

De behandeling op 23 mei 2006 door verweerder is, in aanwezigheid van zijn echtgenote, foutief uitgevoerd. Normaliter dient stikstofbehandeling gedoseerd plaats te vinden met een stift, aan te tippen op de te behandelen plek of anderszins. Bij patient is zonder aankondiging de stikstof uit "een bloemspuit" op het hoofd gespoten. Daardoor is een ruime overmaat stikstof toegepast op ongecontroleerde wijze. Bij de behandeling ontstond een wolk van wel 30 cm boven het hoofd van patient. Er is een open wond gecreeerd van aanvankelijk geringe omvang. Dezelfde avond is bloed en etter uit de wond gelopen. Er is gebeld voor een spoedafspraak. Nadien is de wond nooit meer genezen en steeds groter geworden bij voortdurend behandelen, uiteindelijk resulterend in een aangetaste schedel en hoofdhuid. De later gediagnosticeerde pyoderma gangrenosum bij patient is ten gevolge van deze foutieve behandeling door verweerder ontstaan.

4. Het standpunt van verweerder

In de richtlijn Actinische Keratose van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie (2010) staat dat zowel spray-cryotherapie als contact-cryotherapie beschikbaar is; de behandeling met cryo-spray heeft de voorkeur.

Verweerder heeft de gewoonte altijd uit te leggen wat er gaat gebeuren.

Patient is behandeld met cryo-spray. Het is onmogelijk dat bij de behandeling een wolk van 30 cm boven het hoofd van patient is ontstaan.

5. De overwegingen van het college

Het aanvankelijk gevoerde ontvankelijkheidsverweer is ter zitting ingetrokken en behoeft geen behandeling, nu is gebleken dat de ter zitting aanwezige moeder van klager zich achter de klacht schaart.

Het college stelt voorop dat verweerder heeft gehandeld conform de destijds voor hem geldende professionele normen door als behandeling cryotherapie met cryo-spray toe te passen. Ook volgens de vanaf 2010 geldende genoemde richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie is dit, nog steeds, een geschikte methode. Behandeling met spray-therapie geniet daarbij zelfs de voorkeur boven de contact-therapie, omdat met spray-therapie exacter kan worden gewerkt.

Dat, zoals klager stelt, een overmaat aan stikstof is gebruikt, is niet komen vast te staan. Met name de stelling dat bij het gebruik van de spray een wolk van 30 cm is ontstaan, is door verweerder gemotiveerd betwist en kan daarom niet als vaststaand worden aangenomen. Ook anderszins zijn geen fouten van verweerder bij de behandeling gebleken. Zonder toelichting -die ontbreekt- kan, gelet op de aard van de behandeling, niet voetstoots worden aangenomen dat verweerder niet tegen klager heeft gezegd wat hij ging doen.

Voorts overweegt het college dat de stelling van klager dat dezelfde avond bloed en etter uit de wond drupte en er een spoedafspraak werd gemaakt, niet wordt bevestigd in het dossier. Het -zeer te betreuren- leed dat patient daarna is overkomen, kan vele (andere) oorzaken hebben en levert niet het bewijs dat verweerder verwijtbaar heeft gehandeld.

Op deze gronden zal het college de klacht afwijzen."

3. Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de beslissing in eerste aanleg, welke weergave in beroep niet is bestreden.

4. Beoordeling van het beroep

4.1 In beroep heeft klager zijn klacht (schriftelijk) herhaald en nader toegelicht. De dermatoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

4.2 De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, behoudens het navolgende.

4.3 In zijn beroepschrift refereert klager aan de vanaf 2010 geldende richtlijn Actinische keratose van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie. Klager verwijst naar de `Tabel: Vergelijking tussen de verschillende vormen van behandeling wat betreft voor- en nadelen' en voert aan dat hieruit blijkt dat in geval van `locatie' `confluerend op de scalp' behandeling met cryotherapie niet aanbevolen wordt. Hiermee is de onzorgvuldigheid van de behandeling door de dermatoloog aangetoond, aldus klager.

4.4 Het Centraal Tuchtcollege oordeelt als volgt. De referentie van klager aan de Tabel in de richtlijn, duidt op een verkeerde lezing van deze richtlijn. De behandeling met cryo-spray was voor de situatie van wijlen de heer E. een juiste keuze. Behandeling met spray-therapie heeft daarbij zelfs de voorkeur boven de contact-therapie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft - terecht - in gelijke zin geoordeeld.

4.5 Het hiervoor overwogene leidt ertoe dat het beroep dient te worden verworpen.

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, prof. mr. J. Legemaate en mr. R.A. van der Pol, leden-juristen en dr. R.T. Ottow en prof. dr. R. Willemze, leden-beroepsgenoten en mr. R. Blokker, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van

21 juli 2016.

Voorzitter w.g. Secretaris w.g.

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2016:260

Datum uitspraak: 21-07-2016

Datum publicatie: 21-07-2016

Zaaknummer(s): c2016.003

Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose

Beroepsgroep: Arts