Differentiatie en meer transparantie bij rechtseenheidsprocedures in bestuursrecht

Maandag 5 september 2016

Rechtseenheid is essentieel voor het verwezenlijken van rechtsstatelijke waarden als gelijkheid, rechtszekerheid en tegengaan van willekeur. Het bewaken van rechtseenheid tussen de Hoge Raad en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State komt voorop te staan, nu in het wetsvoorstel van het kabinet over de organisatie van de hoogste bestuursrechtspraak deze twee hoogste rechtscolleges overblijven. Er moet een algemene bepaling in de wet komen die voorschrijft dat beide rechtscolleges over en weer de eenheid en consistentie van het recht bevorderen. Niet alleen rechtseenheid en consistentie zijn van belang, transparantie van de rechtseenheidsvoorzieningen is dat evenzeer. Bij belangrijke rechtseenheidsvragen moet afstemming op zichtbare wijze gebeuren, met volledige betrokkenheid van partijen en met een mogelijkheid tot inbreng door anderen dan partijen. Transparantie vergt ook dat in de wet procedures voor rechtseenheid komen te staan. Niet alle rechtseenheidsvragen zijn even zwaar. Daarom is een gedifferentieerde aanpak noodzakelijk.

Dat schrijft de Commissie rechtseenheid bestuursrecht in haar rapport aan de ministers van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De ministers vroegen de commissie hoe de rechtseenheid in het bestuursrecht het beste kan worden gewaarborgd, uitgaande van het wetsvoorstel dat nog twee hoogste bestuursrechters kent: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Hoge Raad. Het kabinet onderschrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer van 5 september 2016 de aanbevelingen van de commissie.

Driedeling

In het advies van de commissie krijgt de gedifferentieerde aanpak vorm door een driedeling te maken. Belangrijke rechtseenheidsvragen worden behandeld door een rechtseenheidskamer van vijf leden van beide hoogste rechtscolleges. Aan de behandeling van een zaak in een rechtseenheidskamer gelden aanvullende eisen met het oog op transparantie, zowel voor partijen als voor anderen. Voor rechtseenheidsvragen van een zogenoemde tussencategorie is zichtbare afstemming tussen beide hoogste bestuursrechters vereist. Deze procedure kan flexibeler zijn, waardoor zij minder tijd hoeft te kosten dan die voor de eerste categorie. Als derde zijn er lichte rechtseenheidsvragen waarvoor een meer informele afstemming mogelijk is. Voldoende is in dat geval dat via een afstemmingsoverleg tussen beide hoogste rechtscolleges een gezamenlijke lijn wordt bereikt.

Voordelen

De commissie ziet in haar voorstel onder meer de volgende voordelen:

* Een gedifferentieerd instrumentarium voor het bevorderen van de rechtseenheid;

* Meer transparantie door de procedure in de wet vast te leggen en partijen en anderen te betrekken bij het beantwoorden van belangrijke rechtseenheidsvragen;

* Een snellere en minder belastende procedure dan alle eerder besproken alternatieven;

* Verwezenlijking op betrekkelijk korte termijn door relatief eenvoudige wetswijzigingen en zonder wijziging van de Grondwet.

Commissie

De Commissie rechtseenheid bestuursrecht stond onder voorzitterschap van Michiel Scheltema, regeringscommissaris voor de algemene regels van bestuursrecht. Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak Jaap Polak en president van de Hoge Raad Maarten Feteris waren naast Tom Barkhuysen (advocaat en hoogleraar Universiteit Leiden) en Elaine Mak (hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam) lid van de commissie.

Het wetsvoorstel organisatie hoogste bestuursrechtspraak ligt op dit moment bij de Tweede Kamer. Naar verwachting behandelt de Tweede Kamer dit wetsvoorstel begin oktober.

Lees de volledige tekst van het rapport van de Commissie rechtseenheid bestuursrecht.