Er is geen twijfel aan de betrokkenheid van de Gülensekte bij de couppoging

Er is geen twijfel aan de betrokkenheid van de Gülensekte bij de couppoging

De Turkse samenleving is niet in twee kampen verdeeld zoals men in Nederland doet vermoeden. Er is een grote diversiteit in alle opzichten. Dat was te zien bij de 47ste Amsterdam Debat dat op 16 september j.l. plaats heeft gevonden met het thema “De couppoging van 15 juli en de westerse wereld vanuit de ogen van jonge intellectuelen”.

Op 15 juli is Turkije opgeschrikt door een couppoging van een groep militairen die gelieerd zijn aan de Gülensekte. Uiteindelijk is het de coupplegers niet gelukt om de macht over te nemen, maar het effect daarvan op de samenleving is enorm. Ook op de in het westen wonende Turken. Bijna een maand lang stroomden de pleinen van de Turkse steden vol, om te protesteren tegen de coupplegers en op te komen voor de democratie. Ook in de Europese steden gingen de Turken massaal de straat op tot ongenoegen van de autoriteiten van die landen. Na twee maanden houdt deze misdadige actie tegen het volk gemoederen nog steeds bezig.

Terwijl in Turkije een grote overeenstemming is over de betrokkenheid van de Gülensekte bij de couppoging, wordt vooral in Europa een verkeerd beeld neergezet. Men heeft het telkens over pro Erdoğan- en pro Gülenkamp. Het westen doet bewust of onbewust tekort aan de realiteit. De publieke opinie wordt op deze manier op het verkeerde been gezet. Op dit moment is er dan ook een enorme informatievervuiling.

Tijdens de 47ste Amsterdam Debatten is deze kwestie vanuit verschillende invalshoeken uitvoerig besproken. Daarvoor waren Cemil Yılmaz (columnist, sociaal wetenschapper), Hacı Tekinerdoğan (docent, columnist), Ahmet Talan (docent Hogeschool Utrecht en promovendus) en Kubilay Başçı (kandidaat jurist en politiek activist) als panelleden uitgenodigd. Vóór het debat begon gaven ze hun zienswijze op de couppoging. Zij waren allen van mening dat de Gülenisten in elk geval betrokken waren bij de couppoging. Hacı Tekinerdoğan nam het in zijn inleiding op voor Erdoğan.

Volgens hem heeft Erdoğan heel veel bereikt wat mensenrechten betreft, vooral voor de minderheden e.g. de Koerden. Als je even teruggaat naar het Kemalistische tijdperk kun je dat duidelijk zien, niet alleen wat mensenrechten betreft, maar ook in sociaaleconomisch vlak heeft deze regering veel bereikt tot ongenoegen van de seculieren in het leger, aldus Tekinerdoğan.

Tekinerdoğan: “Erdoğan zocht een partner in de strijd tegen de seculiere staat en vond de Gülenisten. Er was echter geen sprake van samenwerking, maar het geven van vrij spel aan de Gülenisten door Erdoğan. Hij was te goeder trouw. Daarentegen was de Gülensekte met haar eigen strategie bezig. Eerst hebben ze via de Ergenekon- en Balyoz-processen de Kemalisten geëlimineerd. Toen ze daarmee klaar waren begonnen ze via corruptieschandalen Erdoğan aan te pakken. Het was duidelijk dat zij niet het belang van de staat dienden, maar het belang van Gülen.” Volgens Tekinerdoğan is de poging tot coup door de Gülenisten in opdracht van Gülen gepleegd in tegenstelling tot wat de westerse wereld beweert. Het beeld van Gülen dat door het westen wordt geschetst klopt niet, aldus Tekinerdoğan. Dat de Gülenisten gezuiverd worden uit het ambtelijk apparaat is te begrijpen omdat de leden van deze sekte enkel de bevelen van Gülen opvolgen, voegde Tekinerdoğan nog toe.

Cemil Yılmaz gaf aan dat er meer partijen betrokkenen zouden kunnen zijn bij de couppoging, zoals Kemalisten en natuurlijk ook profiteurs. Volgens hem kan men deze misdaad niet alle Gülenisten aanrekenen, en dan met name de gewone leden die deze beweging materieel en immaterieel steun(d)en. In zijn inleiding legde Yılmaz echter nadruk op de gevolgen van de coup in Nederland, vooral voor de Turkse samenleving. De autochtone Nederlanders gaan gemakkelijk voorbij aan de diversiteit van de Turkse samenleving, zowel in Turkije als in Nederland, aldus Yılmaz. Volgens hem is er ook een gebrek aan historisch besef waardoor alles uit zijn context wordt gerukt. Yılmaz: “Terwijl wij met elkaar aan het ruziën zijn, gaan heel veel van onze verworvenheden verloren, zoals het afbreken van religieuze infrastructuur.”

Ahmet Talan gaf in zijn inleiding ook aan dat de Gülenisten achter de couppoging zaten. Volgens hem was dat een wanhoopsdaad, omdat zij inmiddels gesnapt waren. Hij was ook van mening dat niet alle Gülenisten aangerekend mogen worden. Talan legde de nadruk echter op het massaal afstraffen van Gülenisten. Aan de hand van een voorbeeld uit Irak schetste hij de gevaren van zo’n maatregel. Hij vroeg zich af of wij op deze manier een nieuw probleem aan het creëren zijn. Als je mensen massaal ontslaat, kan het gebeuren dat mensen zich gaan verzetten zoals dat in Irak ook gebeurd is, aldus Talan. Volgens Talan is de beste maatregel het respecteren en naleven van de mensenrechten, zoals dat in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geformuleerd staan. In landen waar de democratie en politiek stabiel zijn zie je dat de mensenrechten worden gerespecteerd en het rechtssysteem naar behoren werkt, aldus Talan.

Kubilay Başcı begon zijn inleiding met een anekdote uit zijn eigen leven. Hij zei dat hij in 2008 een stuk over Gülenbeweging schreef waarin hij beweerde dat Gülen niet te vertrouwen was en dat deze man een masker op had, dat hij daarom gevaarlijk was. Hij zei dat hij toen was uitgemaakt voor o.a. de vijand van de islam, PKK-aanhanger, terrorist en landverrader. Niet alleen door de Gülenaanhangers, maar ook door de AKP’ers. Volgens hem was Erdoğan niet te goeder trouw zoals de andere panelleden beweren, maar hij was ook medeplichtig. Hij vond ook dat Erdoğan willens en wetens heeft meegewerkt aan de doelen van Gülen omwille van politiek gewin.

In de discussie kwam naar voren dat Turken moeite hebben met debatcultuur. Zij zijn geneigd om de ander te overtuigen in eigen gelijk in plaats van naar elkaar luisteren en elkaar proberen te begrijpen. Dit soort bijeenkomsten moeten wij vaker organiseren om dat te leren, aldus Cemil Yılmaz.

De verdeeldheid binnen de Turkse gemeenschap kwam ook aan de orde. Velen vonden dat er een scheef beeld is ontstaan over Turken in Nederland omdat de mening van de meerderheid niet zichtbaar is in het publieke debat. Bovendien vonden de aanwezigen dat de media bewust een ander beeld laten zien dan de werkelijkheid. Daarentegen zei een van de weinige autochtone Nederlandse deelnemers, een journaliste van de Volkskrant, dat de meeste Turken nauwelijks bereid zijn om de journalisten te woord te staan. Een andere autochtone deelnemer benadrukte dat er heel wat te doen valt aan de PR van de Turken. Als antwoord op deze kritiek was uit de zaal te horen dat er geen vertrouwen meer is in de media, omdat zij keer op keer meegemaakt hebben dat de feiten constant werden verdraaid. De verdeeldheid binnen de Turkse gemeenschap is niet nieuw, aldus Ahmet Talan. Volgens hem is er al honderd jaar lang een steeds groter wordende verdeeldheid. Volgens hem, als voormalige insider, is de strijd van Gülenbeweging zowel in Turkije als in Nederland niet nieuw. Zij zijn al jaren achter de schermen aan het strijden tegen Milli Görüş en Diyanet. Cemil Yılmaz benadrukte het belang van het discussiëren waarbij naar elkaar luisteren en elkaar laten uitpraten heel erg wenselijk is.

Ook de rol van de Turkse belangenorganisaties en NGO’s werd besproken. Deelnemers waren van mening dat deze organisaties allemaal tekort zijn geschoten in deze kwestie. Zij zijn niet in staat gebleken om een objectieve meningsvorming te bewerkstelligen ten aanzien van Turkije en Turken in Nederland.

Al met al was het een enerverend debat waarbij het er af en toe heftig aan toe ging. Er waren veel nieuwe en vooral jonge gezichten aanwezig. Een ding is zeker en dat is dat wij er nog lang niet mee klaar zijn. Wordt vervolgd dus!

Ahmet Suat Arı

Moderator Amsterdam Debatten.