Extra geld voor ontmijning van Mosul

Nieuwsbericht | 20-10-2016 | 12:58

Als Mosul is bevrijd, moeten gevluchte inwoners van de Iraakse stad veilig kunnen terugkeren naar hun huizen. Dat kan alleen als de vele explosieven die er door ISIS zijn geplaatst, zo snel mogelijk worden verwijderd. Daarom maakt Nederland 1 miljoen euro extra vrij voor ontmijning van Mosul.

Dat kondigde minister Koenders van Buitenlandse Zaken donderdag aan tijdens internationaal overleg in Parijs. Hij besprak daar samen met Irak en andere landen van de internationale coalitie tegen ISIS een plan voor de toekomst van Mosul als ISIS uit die stad is verdreven. Het extra geld komt bovenop de 10 miljoen euro die Nederland vanaf dit jaar bijdraagt aan ontmijningsactiviteiten in Irak.

`Pas bevrijde gebieden liggen meestal vol explosieven. Door deze locaties te ontmijnen, kunnen ontheemden veilig terugkeren en hun leven weer oppakken. Ook kan dan veilig worden gewerkt aan het herstel van wegen, bruggen en voorzieningen voor elektriciteit en water', aldus Koenders. Mosul moet volgens hem snel worden gestabiliseerd, ook om weerstand te kunnen bieden zolang ISIS actief is in de nabijgelegen regio.

De minister zei in Parijs verder dat het belangrijk is de geleerde lessen uit steden die al zijn bevrijd, zoals Tikrit, Ramadi en Fallujah, op te nemen in de strategie voor de toekomst van Mosul. Ook benadrukte Koenders dat het multi-etnische karakter van de stad moet blijven bestaan. Daarom moet er een proces van lokale verzoening beginnen en moet iedereen zich vertegenwoordigd weten in het toekomstige stadsbestuur. `Daartoe hebben ook alle regionale spelers een verantwoordelijkheid', aldus de minister.

Nederland draagt op verschillende manieren bij aan een betere toekomst voor Mosul en andere steden en gebieden in Irak. Zo trainen Nederlandse militairen Iraakse eenheden en Koerdische strijders (Peshmerga). Ook geeft Nederland dit jaar in totaal ruim 13 miljoen euro uit aan humanitaire hulp in Irak. Naast de financiering van ontmijningsactiviteiten draagt Nederland ook 25 miljoen euro bij aan een VN-fonds dat gericht is op snelle stabilisatie van bevrijde steden door de basisinfrastructuur te herstellen.