Roadshow Leren Ondernemen, Amsterdam

Speech van de staatssecretaris van Economische Zaken, mw. ir. C.E.G. van Gennip MBA, t.g.v. Roadshow Leren Ondernemen, Amsterdam, 4 oktober 2006.

Inleiding
Rond de 12e eeuw moet Amsterdam er uitgezien hebben als een derdewerelddorp, zo schrijft Geert Mak in zijn boek ‘De engel van Amsterdam’. Ik citeer een stukje: “Huizen van hout, leem en biezen, geen schoorsteen, overal varkens, de geur van vis en een eeuwige strijd tegen het water.” In het begin, zegt Mak, was Amsterdam een boeren- en vissersdorp als alle andere.

Datzelfde dorp was een paar eeuwen later een internationale economische en culturele grootmacht. “Amsterdam kreeg iets kosmopolitisch”, schrijft Mak. “Voor opgejaagde wetenschappers als Descartes en d’Espinoza was de stad een oase van rust, een plaats waar het gedachtegoed uit heel Europa vrijelijk kon worden gedrukt en verkocht. Voor de kooplieden werd een wisselbank geïntroduceerd – uniek in Europa – en het begin van het bankstelsel.”

Dit laatste citaat illustreert dat Amsterdam zijn ontwikkeling van ‘derdewerelddorp’ tot metropool vooral te danken heeft aan de combinatie van ondernemerschap en een open klimaat waarin kunst, cultuur, onderwijs en wetenschap konden opbloeien.

Ook in de geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam vinden we dat terug. Niet voor niets gaf Caspar Barlaeus zijn intreerede bij de opening van het Athenaeum Illustre – de voorganger van de universiteit – de titel ‘Mercator sapiens’ mee: de wijze koopman. Amsterdam heeft een traditie hoog te houden als het gaat om de relatie tussen koopmanschap en wetenschap. En is daarom een uitstekende plek om vandaag bezig te zijn met ‘Leren ondernemen’. Ik ben hier dan ook met plezier naar toe gekomen, waarbij ik ook nog graag van de gelegenheid gebruik maak om Mirjam van Praag te feliciteren met haar oratie vorige week donderdag!

Dames en heren,

Ondernemerschap heeft de toekomst
Hoe staat het op dit moment met de wisselwerking tussen ondernemerschap enerzijds en onderwijs en wetenschap anderzijds? In de Gouden Eeuw stonden we bekend om onze koopmansgeest. Maar in de loop der eeuwen heeft ‘de dominee’ de koopman naar de achtergrond gedrongen. Risico’s mijden we het liefst. Lef en uitblinken – eigenschappen die je nodig hebt om ondernemer te worden - worden bij ons niet zo gewaardeerd. Dat vinden we terug in het onderwijs. Wie van de studenten hier in de zaal overweegt serieus een carrière als ondernemer? Landelijk gezien is dat minder dan één op de tien. We zien de laatste tijd een lichte verbetering, maar nog steeds hebben we niet alleen ten opzichte van de Verenigde Staten, maar ook vergeleken bij de rest van Europa, een weinig ondernemende cultuur.

Dat moet veranderen. Bedrijven en onderwijsinstellingen kunnen elkaar enorm verrijken. Dat is niet alleen in het belang van die bedrijven en instellingen zélf. Het is hard nodig voor onze economie en samenleving als geheel. Ontwikkelingen als internationalisering, snelle technologische veranderingen en vergrijzing doen een beroep op al het talent dat wij in onze samenleving hebben.

Ondernemerschap is daartoe een uitstekende weg: een ondernemende cultuur daagt mensen uit, prikkelt creativiteit en stimuleert mensen te willen uitblinken. En uitblinkers hebben we nodig om ook in de toekomst onze welvaart op peil te kunnen houden. Ondernemerschap heeft dus de toekomst!


Leren Ondernemen
Om het starten van een eigen bedrijf in ons land ‘normaler’ te maken is een cultuurverandering nodig. Daarvoor met je bij de basis beginnen. In het onderwijs dus. Ondernemen kun je namelijk leren, zeker als het gaat om de vaardigheden. Maar ook een ondernemende houding ontstaat eerder als jongeren in aanraking komen met bedrijven en wanneer zij inspirerende ondernemers ontmoeten. De jongeren van nu zijn de ondernemers van straks. Daarom ontplooien EZ en OCW samen allerlei initiatieven om ondernemerschap en onderwijs dichter bij elkaar te brengen. Van de basisschool via VMBO tot aan de universiteit.

Eén van die initiatieven is het Partnership Leren Ondernemen. De roadshow van vandaag is daar een uitvloeisel van. Eerder waren er al roadshows gericht op ‘ondernemers voor de klas’ en op ondernemersopdrachten voor docenten.

FES-gelden voor ondernemerschap in onderwijs
Voor vandaag hoop ik dat veel studenten met een ondernemersopdracht naar huis gaan! Met het Partnership Leren Ondernemen stimuleren we dat scholieren en studenten niet alleen een meer ondernemende houding aannemen, maar ook hun kennis en vaardigheden op het gebied van ondernemerschap verbeteren.
Ondernemerschap moet structureel een plek krijgen in het onderwijs. Gelukkig slaat het Partnership aan: we ontmoeten bij ondernemers én onderwijsmensen veel enthousiasme. Maar dat is nog maar een begin. Voor een échte verandering is meer nodig.

Daarom ben ik blij dat ik vandaag kan aankondigen dat het kabinet een deel van de gelden uit het Fonds Economische Structuurversterking gaat gebruiken om ondernemerschap in het onderwijs nog meer te stimuleren. Concreet betekent dat dat er 20 miljoen euro komt voor goede ondernemerschapsprojecten en de oprichting van een aantal Centers of Entrepreneurship.

De ministeries van EZ en OCW trekken hierbij samen op. Bij de vorige roadshows was mijn ‘maatje’ nog Mark Rutte, maar ik ben blij dat de plezierige samenwerking nu met Bruno Bruins wordt voortgezet! Helaas kan hij er vandaag niet bij zijn omdat hij in de Tweede Kamer moet zijn. Ik zal kort de besteding van de 20 mln. euro toelichten, waarbij ik vooral inga op de oprichting van de Centers of Entrepreneurship.

Ondernemerschapsonderwijs voor iedereen
Ondernemerschap in het onderwijs begint al vroeg. Van basisschool tot universiteit. Om de ambitieuze doelstellingen van het Partnership Leren Ondernemen te bereiken is het van belang goede ondernemerschapsprojecten in het onderwijs te ontwikkelen, de ervaringen te delen en verder te verspreiden. EZ en OCW stellen daartoe de komende tijd 8 mln. euro beschikbaar. Betrokkenheid van het bedrijfsleven bij deze projecten is cruciaal. Samen met OCW werk ik nu aan een regeling. Binnenkort hoort u meer over de precieze invulling en kunt u met uw ideeën voor projecten komen.

Centers
Naast het stimuleren van ondernemerschapsprojecten willen EZ en OCW ook de oprichting van Centers of Entrepreneurship stimuleren. De oorsprong voor dit idee ligt in de VS.
Begin 2006 vond daar een factfinding-trip plaats. Dat land staat traditioneel bekend om z’n ondernemerschap en om de centrale plaats van ondernemerschap in het onderwijs. Een aantal mensen vanuit EZ, OCW en het Innovatieplatform sprak van Oost tot West met universiteiten, informal investors, serial entrepreneurs en incubators. Niet om in Nederland de Amerikaanse aanpak ‘na te apen’, maar vooral om inzicht te krijgen in de plek van ondernemerschap in het Amerikaanse hoger onderwijssysteem. Daar valt veel van te leren. Bijvoorbeeld dat ondernemerschap in het onderwijs niet kan zonder netwerken met ondernemers en kapitaalmarkt. Of dat ondernemerschap in het onderwijs vraagt om een ‘totaalbenadering’: leren, experimenteren, doen. Ondernemerschap is als sport. Je moet het doen om het te leren. Daarom sluit het onderwijsprogramma in de VS zoveel mogelijk aan bij de praktijk.
Succesvol ondernemerschapsonderwijs blijft bovendien niet beperkt tot de economische faculteit of een business-school. Nieuwe bedrijfsconcepten ontstaan steeds vaker op de kruispunten van disciplines.

Daar kunnen wij in Nederland ons voordeel mee doen. Veel Nederlandse hogescholen en universiteiten werken al aan ondernemerschap. Daar ben ik blij mee. Het enthousiasme en de passie voor ondernemerschap zijn voelbaar, ook hier in Amsterdam. Wij willen daarop voortbouwen door de goede initiatieven nog een stap verder te brengen. Zodat ondernemerschapsonderwijs voor iedereen toegankelijk is en stevige banden heeft met de regionale omgeving en ondernemers.

De Centers of Entrepreneurship moeten daar een belangrijke rol in gaan spelen. Deze Centers richten zich op het regisseren, organiseren en faciliteren van multidisciplinair en instellingsbreed ondernemerschapsonderwijs. De markt moet daarbij betrokken zijn, de activiteiten moeten samenhang vertonen en zich richten op onderwijs, (toegepast) onderzoek en netwerken in de lokale omgeving.

Het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) is een goed voorbeeld: sterk gericht op vernieuwend onderzoek op het gebied van ondernemerschap. Maar hoe staat het met de doorvertaling naar de onderwijskant? Ook daar is ondernemerschap van belang! Juist een integrale aanpak geeft studenten een stevige basis.

Samen met het ministerie van OCW daag ik alle hoger onderwijsinstellingen uit om alleen of samen een visie te ontwikkelen op de manier waarop ondernemerschap een plek kan krijgen in het onderwijs. Met 12 mln. euro uit de FES-meevaller 2006 zullen wij de oprichting van een beperkt aantal Centers of Entrepreneurship mogelijk maken. Eind dit jaar publiceren wij hiervoor een Call for Proposals. U hoort dus van ons!

Dames en heren,

Tot slot
Is mijn einddoel nu dat iedere student ondernemer wordt? Ik wil vooral het automatisme doorbreken dat je na je studie een baan bij een bestaande onderneming of organisatie zoekt. Ondernemerschap is spannend, interessant, goed voor je zelfvertrouwen en je kunt er, als je het goed aanpakt, uitstekend je boterham mee verdienen.

Ik hoop dat veel studenten vandaag worden gegrepen door het ‘ondernemerschapsvirus’. Want ook als je uiteindelijk ‘bij een baas’ gaat werken, kom je het verst met een ondernemende houding. Door ondernemend te zijn haal je het beste uit jezelf. Dat is goed voor jou, voor je bedrijf én voor onze economie en samenleving als geheel.

Ik hoop dat de Nederlandse universiteiten, met de Universiteit van Amsterdam voorop, in de toekomst veel ‘mercatores sapientes’, oftewel ‘wijze koopmannen en –vrouwen’ zullen afleveren!