Motie registratie privé-klinieken

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ/TSZ/2745521

19 maart 2007

In 2006 heeft uw Kamer mij in een motie verzocht een voorstel te doen voor een registratiesysteem voor privé-klinieken. Met deze brief geef ik mijn reactie op die motie.

De achtergrond van de motie is een discussie die al langer bestaat en waarover mijn voorganger al vaker met de Tweede Kamer van gedachten heeft gewisseld. Het staat buiten kijf dat er in privé-klinieken kwalitatief goede en veilige zorg moet worden geleverd. Daarom zijn de privé-klinieken sinds 2005 ook, net als andere zorginstellingen, onder de reikwijdte van de Kwaliteitswet en dus onder het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gebracht.
Ik ben het met de Tweede Kamer eens dat er een registratie van privé-klinieken moet komen. De registratie kan de IGZ helpen bij het houden van toezicht, omdat de IGZ door de registratie op de hoogte is van het bestaan van een privé-kliniek. Wettelijk verplichte registratie is evenwel niet de enige manier om er achter te komen dat een privé-kliniek bestaat.
Ten aanzien van een registratie gaat mijn voorkeur in elk geval vooralsnog uit naar een vrijwillige registratie en niet naar een verplichte registratie. Ik ben namelijk van mening dat het invoeren van een verplichte registratie een te zware maatregel is, die er bovendien niet per definitie toe leidt dat alle privé-klinieken bij de IGZ bekend zijn. Klinieken die zich niet zouden melden zouden bovendien toch pas daarvoor kunnen worden bestraft als hun bestaan anderszins bij de IGZ bekend is geraakt.

Toelatingen in de gezondheidszorg worden uitsluitend toegekend aan instellingen die verzekerde zorg leveren. Ik heb dan ook in het kader van de Wet toelatingen zorginstellingen geen juridische grond voor het instellen van een registratieplicht, omdat er in privé-klinieken geen verzekerde zorg wordt geleverd. Zorg in privé-klinieken wordt voor het merendeel direct door patiënten betaald, zonder tussenkomst van een zorgverzekeraar. Bij verzekerde zorg is dit anders. Verzekeraars kopen vaak de verzekerde zorg in voor patiënten en mogen dit niet doen bij een instelling die geen toelating heeft.
Het invoeren van een wettelijke plicht zou een omvangrijke wetswijziging, dan wel het invoeren van een nieuwe wet, betekenen. Dat vind ik een onevenredig zware maatregel, zeker gezien het feit dat ik verwacht dat het effect van een verplichte registratie nauwelijks groter zal zijn dan dat van een vrijwillige registratie.

De Tweede Kamer is in juni 2005 geïnformeerd over het feit dat met de IGZ is afgesproken dat er op de website van de IGZ een vrijwillig registratiesysteem komt. Het tot stand komen van deze lijst heeft helaas langer geduurd dan vooraf was ingeschat. De IGZ heeft mij echter onlangs laten weten dat er in april van dit jaar een lijst op de website zal staan, op basis van vrijwillige melding.
De lijst op de website van de IGZ heeft voor patiënten informatieve waarde. Ik kan mij voorstellen dat patiënten die zich in een privé-kliniek laten behandelen, voorafgaand aan een behandeling op de website van de IGZ kijken of de kliniek waar zij zich willen laten behandelen op deze lijst staat. De registratie heeft daardoor voor de klinieken zelf ook een (commerciële) waarde, waardoor de klinieken een stimulans zullen ervaren om zich te melden. Wanneer een kliniek er niet op staat, is dit zeker geen reclame voor deze kliniek. De kliniek wil zich kennelijk niet vrijwillig aanmelden bij de IGZ en maakt het de IGZ daardoor moeilijker om de kliniek te vinden en er vervolgens toezicht te houden.

Ik verwacht dat de lijst die vanaf april 2007 op de website van de IGZ staat, in grote mate zal bijdragen aan het doel van verantwoorde zorg. De IGZ beschikt over de adresgegevens van de klinieken en kan daardoor eenvoudiger toezicht houden en de patiënt weet dat de privé-kliniek bekend is bij de IGZ. Wanneer uiteindelijk blijkt dat de lijst op de website van de IGZ niet de resultaten oplevert die ervan worden verwacht, kan alsnog bekeken worden of een registratieplicht een oplossing zou kunnen zijn. Ik wil echter niet meteen naar het zwaarste middel grijpen, maar eerst de resultaten van de registratie op vrijwillige basis afwachten. Ik zal enige tijd nadat de registratie operationeel is in overleg met de IGZ bezien of de vrijwillige registratie afdoende is om te bereiken dat de IGZ op de hoogte is van het bestaan van de privé-klinieken.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink