Bestuurlijke maatregelen tegen terrorisme

De Tweede Kamer heeft dinsdag 20 maart met grote meerderheid ingestemd met het voorstel 'Wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid', waarmee onder meer de bewegingsvrijheid van terroristen beperkt wordt. Het wetsvoorstel past in een pakket van maatregelen om het terrorisme aan te pakken. Mensen die nog niets strafbaars hebben gedaan maar die de indruk wekken een aanslag te willen plegen kunnen dankzij dit wetsvoorstel bijvoorbeeld een verbod krijgen om op een bepaalde plaatsen (zoals Schiphol of het Binnenhof) te komen. Ook kan iemand verplicht worden zich op bepaalde tijden te melden bij de politie. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bevoegd om deze maatregel in te stellen. Hij geldt in principe voor drie maanden, maar kan met verlenging uitkomen op twee jaar.


Ook het lokale bestuur heeft bevoegdheden in het wetsvoorstel. Het college van burgemeester en wethouders kan een aanvraag om een subsidie, vergunning/ontheffing et cetera afwijzen of een eenmaal verleende subsidie of vergunning intrekken als de activiteit waarvoor de subsidie is aangevraagd, in verband kan worden gebracht met terroristische activiteiten of de ondersteuning daarvan. De minister van BZK moet daarvoor eerst een verklaring van geen bezwaar afgeven.


In een amendement op het voorstel is een bepaling opgenomen die inhoudt dat de wet op 1 januari 2012 vervalt, tenzij voor die tijd bij koninklijk besluit de vervaldatum wordt geschrapt. In dat laatste geval geldt de wet vervolgens voor onbepaalde tijd. Over drie jaar wordt de wet geëvalueerd en dan zal onder meer gekeken worden of de vervaldatum van 1 januari 2012 al dan niet gehandhaafd wordt. Minister Ter Horst zal de Kamer jaarlijks informeren over hoe vaak bestuurlijke maatregelen worden toegepast.