Gezondheidsdiensteninitiatief (Eerste Kamer)

De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG

IZ-CB-U-2742512

30 maart 2007

In reactie op uw brief met bovengenoemd kenmerk, meld ik u graag het volgende.

In Europees verband praten Raad en Europese Commissie over de noodzaak van een mogelijk Europees kader ten aanzien van de grensoverschrijdende aspecten van gezondheidszorgbeleid.

De Europese Commissie heeft in de afgelopen maanden een consultatie gehouden onder lidstaten en andere betrokken partijen. In uw brief refereert u aan dit traject. Ook de Nederlandse regering heeft een reactie aan de Europese Commissie gezonden. Bijgaand ontvangt u een kopie van deze reactie.

Zoals u hierin kunt lezen, deelt de regering uw terughoudendheid ten aanzien van de rol van de Europese Unie ten aanzien van gezondheidszorgbeleid. Europese maatregelen moeten niet alleen de toetssteen van subsidiariteit en proportionaliteit kunnen doorstaan, maar daarbovenop moet ook steeds de meerwaarde van Europese maatregelen blijken. Dit vraagt om een kritische benadering. Tegelijk ben ik van mening dat waar meerwaarde van Europese samenwerking blijkt, we deze samenwerking ook actief moeten zoeken. De reactie aan de Europese Commissie bevat aanzetten hiertoe.

Tijdens de informele Raad van Minister voor Volksgezondheid op 19 en 20 april aanstaande, zal het gezondheidsdiensteninitiatief een belangrijk gespreksonderwerp zijn. De Europese Commissie zal de eerste resultaten presenteren van de consultatiefase en inzicht geven in het vervolgtraject.

Ik zal uw Kamer informeren over de voortgang van dit proces.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink