Antwoorden op kamervragen over problemen met pasfoto's op paspoorten

Antwoorden op kamervragen van lid Azough (Groen Links) over problemen met pasfoto's op paspoorten. (Ingediend op 10 april 2007)

1
Kent u het bericht dat gemiddeld 10 procent van de pasfoto’s die gemaakt worden voor paspoorten worden afgekeurd omdat ze niet voldoen aan de zogenaamde matrixnorm1? Kunt u dit cijfer bevestigen?

Antwoord op vraag 1.
Ja. Ik kan het percentage van 10% echter niet bevestigen.

2
Bent u bekend met de problemen die burgers, fotografen en
gemeenteambtenaren ervaren met de uitvoerbaarheid van de verschillende criteria binnen de matrixnorm?

3
Hoe vindt u het dat sommige aanvragers van een paspoort
eenvoudigweg niet kunnen voldoen aan de criteria, omdat ze nu eenmaal een lang of rond hoofd hebben, loensen of andere uiterlijke
kenmerken hebben die klaarblijkelijk teveel afwijken van de norm?

4
Deelt u de mening dat het door betrokkenen als pijnlijk of ergerlijk
kan worden ervaren als zij van de overheid te horen krijgen dat hun
hoofd niet voldoet aan de normen die de staat daaraan stelt? Vindt u het een taak van de overheid om voor te schrijven wat een normaal gezicht is, of deelt u de mening dat dit kwetsend en betuttelend is?

5
Hoe kunnen baby’s zonder zichtbare ondersteuning zo op de foto gezet
worden, dat zij ook nog hun hoofd niet te ver naar voren, naar achteren, naar links of naar rechts houden, niet lachen of huilen maar «neutraal» kijken?

6
Deelt u de mening dat het niet te bedoeling kan zijn dat zulke strenge
normen gelden dat deze onuitvoerbaar worden waardoor
burgers, gemeenten en bedrijven op kosten worden gejaagd?

7
Deelt u de mening dat door de te strenge criteria het voor sommige
mensen bijna onmogelijk wordt een paspoort aan te vragen voor zichzelf of hun kind? Vindt u dit ook een onwenselijke ontwikkeling?

8
Bent u bereid om op korte termijn de criteria te herzien, dan wel in overleg met gemeentes de toepassing ervan zodanig aan te passen en te verduidelijken dat het aantal afgekeurde foto’s tot een minimum
wordt beperkt? Zo neen, waarom niet?

Antwoorden 2 tot en met 8
De toepassing van de Fotomatrix Model 2006 waarin de eisen zijn opgenomen waar de foto’s aan moeten voldoen is in de praktijk niet altijd even makkelijk en vergt daarom soms wat meer inspanningen van burgers, fotografen en de instanties die de reisdocumenten uitgeven. Dat is overigens ook de ervaring in andere landen die de elektronische reisdocumenten hebben ingevoerd en voor wie dezelfde eisen gelden als in Nederland. Die eisen zijn gebaseerd op de ISO-standaard ISO/IEC 19794-5.
Mijn voorganger (voormalig minister Nicolaï voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties) heeft hier in zijn brief van 31 augustus 2006 (TK 2005-2006, 25764, nr. 30) al eens op gewezen. Ook in antwoorden op vragen van de leden Smilde, Sterk en Aasted-Madsen (TK vergaderjaar 2005-2006, nr. 2049) is hier op ingegaan.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) ondersteunt de uitgevende instanties via verschillende websites, door het beantwoorden van vragen en door het verzenden van nieuwsbrieven over de toepassing van de Fotomatrix Model 2006. Een van de punten die in de nieuwsbrieven (nr. 9 van augustus 2006 en nr. 14 van september 2006) zijn geadresseerd betreft de casus van personen met lange gezichten. In dergelijke gevallen kunnen de uitgevende instanties de pasfoto accepteren als het voor de aanvrager onmogelijk is een foto te laten maken die aan de gestelde eisen voldoet.

Ik wijs er voorts op dat daarnaast ook pasfoto’s van personen die om medische redenen geen pasfoto kunnen overleggen die aan de gestelde criteria voldoet, kunnen worden geaccepteerd. De Paspoortuitvoeringsregelingen kennen op dit punt een uitzonderingsbepaling. Kortheidshalve verwijs ik op dit punt naar de antwoorden op de vragen van de leden Van Dijken en Wagner d.d. 2 november 2007 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, nr. 409).

Wat de foto’s van baby’s (en kleine kinderen) betreft is reeds kort na de invoering van de elektronische reisdocumenten, na overleg met de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken, besloten een onderscheid te maken tussen foto’s die overlegd worden voor een eigen document én foto’s van baby’s en kleine kinderen die worden overlegd voor de bijschrijving van het kind in het reisdocument van de ouders of voogd.
Voor foto’s die bedoeld zijn voor een bijschrijving geldt dat deze niet in de chip van het reisdocument worden opgenomen en derhalve niet elektronisch uitleesbaar hoeven te zijn. Zij moeten waar mogelijk aan de eisen voldoen. De foto moet in ieder geval wel in kleur zijn, een scherp beeld opleveren, recht van voren zijn genomen en voldoende contrast hebben.
Foto’s die bedoeld zijn voor een eigen document van het kind moeten aan meer eisen voldoen, omdat deze foto’s wel worden opgeslagen in de chip van het document. Uitgevende instanties kunnen evenwel soepelheid betrachten met betrekking tot de volgende eisen:
o Houding: (in casu de eisen: hoofd niet gekanteld en schouders recht);
o Uitdrukking: (alle eisen dus: neutrale blik, ogen volledig zichtbaar, recht in de camera kijken en mond gesloten).
Het staat ter beoordeling van de uitgevende instantie of het zin heeft om een nieuwe foto te laten maken dan wel de aangeboden foto te accepteren.

De toepassing van de Fotomatrix Model 2006 en de knelpunten die zich daarbij voordoen zijn periodiek onderwerp van gesprek met de uitgevende instanties. In de komende weken is weer een overleg met (vertegenwoordigers) van deze instanties gepland.