Europees Parlement akkoord met Hoogwaterrichtlijn

Vandaag heeft het Europees Parlement ingestemd met de Hoogwaterrichtlijn. De richtlijn zorgt ervoor dat overstromingsrisico’s op Europees niveau in kaart worden gebracht en dat landen beter kunnen samenwerken om overstromingen te beheersen. Tineke Huizinga, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, is verheugd dat het Europees Parlement akkoord gaat met de Hoogwaterrichtlijn. Met name omdat voor Nederland een goede samenwerking met de omringende landen van groot belang is en omdat de richtlijn een belangrijke aanvulling op bestaand nationaal en internationaal waterveiligheidsbeleid is. Tijdens het EU-voorzitterschap in 2004 heeft Nederland het initiatief genomen om waterveiligheid op de Europese agenda te zetten.

Nederland staat door klimaatverandering, zeespiegelstijging en toenemende rivierafvoeren vanuit het buitenland voor een grote opgave op watergebied. Bovendien neemt het overstromingsrisico naar verwachting toe omdat steeds meer mensen beneden zeeniveau wonen en werken. Daarom is het noodzakelijk de samenwerking op het gebied van hoogwaterbescherming met de buurlanden te versterken. Het feit dat Nederland in een Delta ligt waar vier internationale rivieren in zee uitmonden maakt dat Nederland sterk afhankelijk is van samenwerking tussen de verschillende stroomgebieden.

Naast de aanpak op stroomgebiedniveau maken een integrale en veiligheidsketenaanpak onderdeel uit van de Richtlijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat naast aandacht voor preventie ook meer rekening wordt gehouden de gevolgen van overstromingen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met waterkwaliteit (Kaderrichtlijn Water). Het geven van ruimte aan rivieren voor waterberging bij het voorkomen van overstromingen is ook een belangrijk element. Naast versterking van de grensoverschrijdende samenwerking is ‘solidariteit’ voor Nederland een belangrijk principe in de nieuwe richtlijn. Landen kunnen niet meer zonder overleg maatregelen nemen tegen hoogwater (bijvoorbeeld door dijken te verhogen) als zij daarmee de waterafvoer naar andere landen vergroten. Dit is het zogenaamde niet-afwentelprincipe.

De Hoogwaterrichtlijn houdt in dat de problemen per stroomgebied in kaart worden gebracht en vervolgens aan de hand van risicokaarten en stroomgebiedbeheersplannen gezamenlijk worden aangepakt. De richtlijn schrijft geen normen voor, maar geeft kaders en principes, en laat de uitwerking over aan de EU-lidstaten. Uiterlijk 2009 moet de richtlijn in nationale wet-en regelgeving worden overgenomen. Daarna volgt uitwerking van de richtlijn per stroomgebied.