Jubileumcongres SWOV

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Van harte gefeliciteerd, SWOV. Voor sommigen schijnt 45 een lastige leeftijd te zijn, maar bij u zijn nog geen tekenen van een midlifecrisis te bespeuren. Integendeel, de SWOV zit in de bloei van zijn leven! Met uw onderzoeken draagt u al bijna vijf decennia bij aan de verkeersveiligheid in Nederland. En daar wil ik de SWOV voor bedanken. Dat doe ik als minister tot stichting, maar óók van mens tot mens. Want de medewerkers van de SWOV redden indirect elke dag levens door onderzoek te doen waar wij vervolgens beleid mee kunnen maken. Beleid dat leidt tot nog meer verkeersveiligheid. Een van de mooiste combinaties van wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke betrokkenheid, als je het mij vraagt.

Verkeersveiligheid leeft echt. Kijk maar naar deze week, de Wereldverkeersveiligheidsweek. Maandag reikte ik een prijs voor het beste verkeersveiligheididee, uit aan een tienjarig jongetje. Hij vond slagbomen bij stoplichten een goed idee, dan kan je niet meer door rood fietsen. Was iedereen maar zo betrokken!

Diezelfde dag presenteerde ik de ongevalscijfers over 2006. Vorig jaar zijn er 811 mensen dodelijk verongelukt, zes minder dan in 2005. Geen spectaculaire daling dus, maar ook geen stijging. De doelstelling voor 2010 hebben we vorig jaar aangescherpt tot maximaal 750 doden. De doelstelling voor 2020 staat nu op 580, maar in overleg met de collega-bestuurders in de regio, wil ik kijken of we ook dat cijfer naar beneden kunnen bijstellen.

Voor de buitenstaander klinkt dat misschien heel makkelijk, een cijfertje bijstellen. Hoppa, waarom niet maximaal 500 doden, 400, 300, waarom geen nul? Maar zo werkt het dus niet, dat weten wij allemaal. Je moet het streefcijfer wel ergens op baseren.

En dan komt de SWOV in beeld. Het ministerie wilde vorig jaar graag een ambitieuzere doelstelling voor 2010, van 900 naar 750 doden. En zowel de SWOV als de Adviesdienst voor Verkeer en Vervoer, hebben met onderzoek aangetoond dat dit een realistisch streven was. Dat geeft zelfvertrouwen om door te gaan op de ingeslagen weg.

In het onderzoek blikt de SWOV niet alleen terug, maar juist ook vooruit. U helpt ons realistische langetermijndoelen te stellen, door bijvoorbeeld het effect van verkeersveiligheidsmaatregelen te onderzoeken. Ook hebben de mensen van de SWOV inhoudelijk sterk bijgedragen aan het concept van Duurzaam Veilig, tegenwoordig een van de peilers onder ons verkeersveiligheidsbeleid. Maar ook bij de ‘hier-en-nu-zaken’ bewijst het SWOV haar waarde, bijvoorbeeld als de nieuwe minister van Verkeer en Waterstaat snel iets moet vinden van zoiets als de Segway…

Niet alleen bij Verkeer en Waterstaat, bij veel meer partijen bestaat een grote vraag naar gedegen kennis over verkeersveiligheid. Ook provincies, stadsregio’s, gemeentes en andere partners op het gebied van verkeersveiligheid baseren hun beleid op de waardevolle bouwstenen van de SWOV. Juist die interactie tussen onderzoek en beleid, willen we de komende tijd versterken.

De SWOV is écht een goede samenwerkingspartner. U werkt veelvuldig samen met tal van andere grotere en kleinere instanties. De rapporten en conclusies zijn openbaar, dus makkelijk en laagdrempelig toegankelijk. De kennis gaat zelfs de grenzen over en de SWOV staat in het buitenland, net als in Nederland, in hoog aanzien. Verkeer en Waterstaat waardeert de instelling en de inzet van het SWOV enorm.

Dames en heren, Verkeersveiligheidbeleid is niet iets wat je als ministerie alleen doet. Je praat met mensen, maatschappelijke organisaties en andere overheden. Zo creëer je draagvlak en dat leidt tot grotere successen. Om het verkeer de komende jaren nóg veiliger te maken, zijn forse inspanningen nodig. Daar ben ik mij heel goed van bewust. Op dit moment zetten we bij VenW de lijn uit, die ons naar de doelen van 2020 moet brengen. We gaan door in de ingeslagen richting, maar met een sterkere nadruk op beleidsinnovaties die het gedrag van de verkeersdeelnemers positief kunnen beïnvloeden. Hiermee kunnen we zowel het aantal verkeersdoden, maar vooral ook het aantal ziekenhuisgewonden nog verder omlaag worden gebracht. Ook willen we andere beleidsterreinen bij verkeersveiligheid betrekken. Over de precieze vorm van die langetermijnstrategie komen we zeker nog te praten, ook met u. Maar ik wil alvast twee belangrijke elementen noemen. Ten eerste zal veiligheidsvergrotende voertuigtechnologie in de toekomst een grote rol spelen bij het omlaag brengen van het aantal ongevallen. VenW zal innovaties op dit gebied gaan stimuleren. Ten tweede wil ik dat Nederland haar internationale toppositie op het gebied van verkeersveiligheid behoudt. Dit doen we door te leren van de landen om ons heen. Met name de gesprekken met de andere best performing countries, Noorwegen, Zweden en Groot-Brittannië zijn nuttig. Maar wat écht van belang is, is dat die internationaal opgedane kennis zijn weerslag vindt in onze dagelijkse praktijk. Daar ligt een grote uitdaging. Ik ga er vol voor om, mét uw hulp, de doelstellingen voor 2010 en 2020 te halen. Ik wens de SWOV alvast veel succes met het nieuwe onderzoeksprogramma. Laat de goede ideeën en analyses over verkeersveiligheid maar doorkomen! Dank u wel.