Kamervragen over het bericht dat patiënten zich niet veilig voelen in psychiatrische instellingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2761888

2 mei 2007

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht dat patiënten zich niet veilig voelen in psychiatrische instellingen (2060711080).

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat patiënten zich vaak onveilig voelen (angst, agressie, intimidatie, drugsgebruik) binnen de muren van de psychiatrische instellingen? 1) Zo ja, deelt u de mening dat dit onwenselijk is?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Bent u bereid om het in het artikel aangehaalde beperkte onderzoek (en de aanvullende informatie uit het artikel) waaruit blijkt dat er door personeelsgebrek te weinig toezicht is op de afdelingen van de instellingen, dat het ziekteverzuim in instellingen soms wel 40% is, dat instellingen worden belaagd door drugsdealers en loverboys, dat het drugsgebruik in de instellingen enorm is toegenomen, navolging te geven in een door u geïnitieerd onderzoek? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wanneer kunnen we de uitkomsten van dat onderzoek verwachten?

Antwoord 2
Veiligheid is in GGZ instellingen een actief en belangrijk aandachtspunt. In het veld vinden momenteel ontwikkelingen plaats op het gebied van bijvoorbeeld complicatieregistraties en “veiligheidsmanagementsystemen” inclusief Veilig Incident Melden.
In november 2006 is de basisset Prestatie-indicatoren voor de GGZ en verslavingszorg vastgesteld die het veld en de inspectie gezamenlijk hebben ontwikkeld. De indicatoren hebben betrekking op drie centrale aspecten van de kwaliteit van zorg: de cliëntgerichtheid, de veiligheid en de effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg. De indicatoren meten diverse aspecten van veiligheid. Zo wordt bijvoorbeelde gekeken naar het aantal incidenten. Naast het perspectief van de hulpverlener is ook het cliëntperspectief hierin meegenomen. Bij deze index krijgen de volgende aspecten aandacht: agressief gedrag, intimidatie, ongewenst seksueel gedrag van medecliënten en van hulpverleners, overlast door gebruik van alcohol en drugs en diefstal. De veiligheid wordt bovendien door middel van de basisset in beeld gebracht door middel van de indicator “woon- en leefomstandigheden” (hoe geborgen/veilig/thuis voelen cliënten zich in hun woonsituatie en woonomstandigheden) en de indicator “communicatie” (adequate bejegening door hulpverleners).
Alle ggz-instellingen zullen over het verslagjaar 2008 (vanaf volgend jaar) inzage verschaffen over effectiviteit, cliëntgerichtheid én de veiligheid van de zorg in het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording.