Antwoorden op kamervragen van Kant over mogelijk gedwongen scheiding van partners door verpleeghuiszorgindicatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2764002

14 mei 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op vragen van het Kamerlid Kant (SP) over mogelijk gedwongen scheiding van partners door verpleeghuiszorgindicatie (2060712160).

Vraag 1

Erkent u dat het voorkomt dat echtparen gedwongen gescheiden worden doordat één van de partners verpleeghuiszorg nodig heeft en de ander niet, maar zij wel graag samen willen blijven wonen? Zo ja, acht u dit een onwenselijke situatie?

Antwoord 1

Ja, dat komt helaas voor. En ik kan die wens heel goed begrijpen.
Ik wijs er echter op dat de geen enkele wettelijke belemmering is om aan de wens van echtparen tegemoet te komen. Artikel 9, tweede lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ regelt expliciet de mogelijkheid om, zelfs zonder eigen indicatie, ook opgenomen te kunnen worden in een verpleeg- of een verzorgingshuis samen met de partner die wel een daartoe strekkende indicatie heeft. Het verblijf van de niet geïndiceerde partner kan worden bekostigd op basis van de NZa-beleidsregels CA 56 en 57 voor materiële en personele kosten. De zorginstellingen en de verzekeraars zullen een goed beeld moeten krijgen van de omvang van die wens en waar nodig initiatieven moeten nemen om die wens uit te kunnen laten komen.
Echtparen die samen opgenomen willen worden, kunnen via kiesbeter.nl/verpleging, verzorging en thuiszorg op trefwoord ‘partners’ snel zien waar ze in hun regio terecht kunnen. Gelukkig bieden al veel instellingen partneropname aan.

Vraag 2

Wat bent u van plan te ondernemen om deze situatie te veranderen?

Antwoord 2

Zoals hiervoor al aangegeven zijn de toepasselijke regelgeving en tarifiëring aanwezig om aan de wens van de cliënten te voldoen. Het is aan aanbieders van zorg of zij, naast het bieden van zorg aan de groep cliënten waarop zij zich primair richten, ook huisvesting en zorg kunnen en willen bieden aan niet of licht geïndiceerde partners. Dat zal mede afhankelijk zijn van de grootte van de vraag naar dat type zorg. Het merendeel van de verpleeghuizen (én de verzorgingshuizen) beschikt bovendien over tweepersoonskamers. Specifieke bouwactiviteit is voor het kunnen honoreren van dergelijke verzoeken niet nodig. Daarnaast worden nieuwe zorgarrangementen ontwikkeld. Het volledig pakket thuis dat ik in voorbereiding heb, zal voor een deel van de betreffende echtparen een schot in de roos zijn. De geïndiceerde partner krijgt de zorg die hij of zij nodig heeft aan huis, de echtgenoot blijft daar vanzelfsprekend wonen. Ik zal de aanbieders blijven wijzen op het belang van voldoende mogelijkheden om echtparen samen in zorg te nemen.

Vraag 3
Bent u bereid onderzoek te doen naar het aantal partners/echtgenoten die een verpleeghuisindicatie hebben en graag bij hun partner/echtgenoot zouden willen wonen en dat nu niet kunnen?

Antwoord 3
Ik zal geen onderzoek doen naar het aantal partners dat wil, maar niet is mee-opgenomen met hun geïndiceerde partner. In mijn antwoorden op de eerste twee vragen heb ik aangegeven dat er mogelijkheden voor een partneropname zijn, dat de huizen die partneropname bieden via Kiesbeter kunnen worden gevonden en dat verdere verbetering een zaak is van cliënten, aanbieders en verzekeraars regionaal. Het blijft een lokale afweging of bestaande capaciteit benut wordt voor cliënten met een zware indicatie of voor partneropname.

Vraag 4

Vindt u dat als een paar in een verzorgingshuis verblijft en één van de partners verpleeghuiszorg nodig heeft, dit in het verzorgingshuis geboden moet kunnen worden, als dit hun wens is? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
Nee. Ik begrijp overigens de wens van echtparen in verzorgingshuizen heel goed om niet gescheiden te worden op het moment dat één van de twee partners zwaardere zorg nodig heeft. Maar helaas kan die wens niet altijd worden gehonoreerd. De wens van de cliënt vormt weliswaar het startpunt voor de invulling van de zorgvraag, maar die wens moet wel aansluiten bij de mogelijkheden van de instelling. De mogelijkheden om in verzorgingshuizen ook zwaardere zorg te ontvangen zijn er wel en ze worden ook steeds talrijker. Of in een individueel geval een instelling in staat is die zwaardere zorg feitelijk te leveren, is niet op voorhand te garanderen. Ik ben niet van plan instellingen te dwingen tot het leveren van zorg in een bepaalde vorm. Er zijn geen wettelijke belemmeringen om samen opgenomen te worden in instellingen die de benodigde zwaardere zorg kunnen leveren, noch om in traditioneel lichtere zorginstellingen zwaardere zorg aan te bieden. De invulling van de mogelijkheden zal in het locale overleg geregeld moeten worden.

Vraag 5
Vindt u dat, wanneer één partner naar het verpleeghuis moet, de andere partner desgewenst mee moet kunnen, om samen – dan wel in de buurt of in hetzelfde huis – te kunnen verblijven? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
Ja, de noodzakelijke regelgeving is daarvoor al aanwezig en de mogelijkheden daarvoor in veel gevallen ook. Via Kiesbeter.nl zijn ze te vinden.