Antwoorden op kamervragen van Ouwehand over reclame voor vaccins

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT-K-U 2763992

Antwoorden van minister Klink op Kamervragen van het Kamerlid Ouwehand over reclame voor vaccins. (2060712180)

Vraag 1
Kent u het bericht 'Bedrijf overtreedt wet met reclame nieuw vaccin'? 1)

Antwoord 1
Ja, dat bericht is mij bekend.

Vraag 2
Kent u de website www.beschermjedochter.nl? Deelt u de mening dat het oproepen van angst en het zich rechtstreeks richten tot moeders en dochters 2) door een producent van receptplichtige geneesmiddelen in strijd is met de Nederlandse regelgeving? Zo ja, bent u bereid op te treden tegen deze inzet? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Ik ken de website www.beschermjedochter.nl. Op deze website wordt informatie over baarmoederhalskanker gepresenteerd. De vraag is aan de orde of de website in strijd is met de Nederlandse regelgeving op het gebied van geneesmiddelenreclame. Vaccins horen op dezelfde wijze beschouwd te worden als receptplichtige geneesmiddelen en fabrikanten van vaccins moeten zich dus aan de regels van het Reclamebesluit Geneesmiddelen (RBG) houden. De Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP) heeft een klacht ingediend over deze website bij de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). In het kader van de samenwerkingsafspraken tussen de CGR en de IGZ is de klacht door de CGR in behandeling genomen. De Codecommissie van de CGR zal over deze klacht voor de zomer een uitspraak doen.

Vraag 3
Vindt u de inzet van Sanofi Pasteurs MSD die kennelijk gericht is op opname van het door dit bedrijf ontwikkelde vaccin in het Rijks Vaccinatie Programma (RVP) correct, en deelt u de mening dat een dergelijke lobby onoorbaar is? Vindt u in dat geval dat dit consequenties zou moeten hebben voor het al dan niet opnemen van het vaccin in het RVP? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
Ik vind niet dat de website www.beschermjedochter.nl zich richt op opname van het HPV vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). De Codecommissie van de CGR zal een uitspraak doen over de website. Ik wacht deze uitspraak af. De website heeft geen consequenties voor het al dan niet opnemen in het RVP. Bij de beoordeling of het in ons land wenselijk is om te starten met vaccinatie tegen HPV, als onderdeel van het RVP, moeten veel aspecten bekeken worden. Ik noem bijvoorbeeld de verwachte effectiviteit, de duur van de bescherming, de doelgroep, de acceptatie door de bevolking, de kosten en de samenhang met het lopende bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Ik heb op 20 maart 2007 de Gezondheidsraad (zie bijgevoegde brief met kenmerk PG/ZP -2.746.254) gevraagd mij voor het einde van dit jaar te adviseren over de preventie van baarmoederhalskanker in het licht van nieuwe technieken en ontwikkelingen, waaronder het recent beschikbaar komen van een HPV-vaccin op de Nederlandse markt. Overigens is het vaccin van genoemde producent op dit moment nog het enige HPV-vaccin dat in ons land verkrijgbaar is. De verwachting is dat er medio 2007 nog een ander HPV-vaccin op de markt komt van een ander bedrijf.

Vraag 4
Deelt u de mening dat de werking van het door Sanofi aangeboden vaccin tegen baarmoederhalskanker afdoende bewezen is voor mogelijke opname in het RVP? Zo ja, op welk bewijs is die werking gestoeld?

Antwoord 4
Het beoordelen van de werking, zoals de effectiviteit en veiligheid van vaccins is een taak van de registratieautoriteiten. Die beoordeling heeft inmiddels plaatsgevonden met een positieve uitkomst. Maar daarmee is nog geen beslissing genomen over de wenselijkheid van het opnemen van deze vaccinatie in het RVP. Op basis van het advies daarover van de Gezondheidsraad zal ik mij daarover beraden. Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 3.

Vraag 5
Kent u de websites van en reclames voor http://www.overactieveblaas.nl/ en www.erectieplein.nl waarop eveneens publieksreclame wordt gemaakt voor receptplichtige geneesmiddelen? Deelt u de mening dat deze wijze van rechtstreeks met eindgebruikers communiceren in strijd is met de regels? Zo ja, bent u bereid op te treden tegen deze adverteerders? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
Er zijn veel websites waarin specifieke gezondheidsproblemen centraal staan, zoals de door u genoemde voorbeelden. De regels in het RBG zijn volstrekt helder: publieksreclame voor receptplichtige geneesmiddelen is verboden. Het is de vraag of deze websites als publieksreclame aan te merken zijn of gezien moeten worden als informatie. Uit jurisprudentie, onder andere een uitspraak van de CGR over www.erectieplein.nl, maar ook van het Gerechtshof Arnhem over schimmelnagels blijkt het volgende. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat indien een tot het publiek gerichte uiting uitsluitend informatie bevat over een ziekte, zonder dat direct of indirect naar een geneesmiddel en/of een vergunninghouder wordt verwezen, deze uiting in beginsel niet als reclame kan worden aangemerkt. En dat een tot het publiek gerichte uiting waarin wel naar een receptplichtig geneesmiddel en/of een vergunninghouder wordt verwezen, in beginsel moet worden geacht een aanprijzende werking te hebben -althans de verkoop, het voorschrijven en/of het gebruik van een geneesmiddel te bevorderen-, tenzij het tegendeel blijkt. Klachten over dergelijke websites kunnen bij de Codecommissie van de CGR of de Keuringsraad Openlijke Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) worden ingediend.


1) www.elsevier.nl, 10 april 2007
2) zie http://www.talmoninternet.nl/index.php?page_id=377&l=&c=1