Korte reactie bij het in ontvangst nemen van het onderwijsverslag

Korte reactie van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij het in ontvangst nemen van het onderwijsverslag op 15 mei 2007 in Den Haag

Ook ik wil mijn waardering uitspreken voor het rapport van de inspectie. En dan meer specifiek voor het groene onderwijsdeel van het rapport. En zoals Ronald Plasterk al zei, daar ben ik als minister van LNV voor verantwoordelijk. Overigens, in volstrekte overeenstemming met OCW.

Dit groene onderwijsdeel heeft een goede reputatie:

  • Het VMBO-groen doet het erg goed. Daar ben ik blij mee, maar het kan altijd beter.
  • Het rendement van het groene MBO is opmerkelijk hoog. Het aantal schoolverlaters met diploma ligt zelfs boven het landelijk gemiddelde. Het is dus substantieel hoger, maar ook hier zijn schoolverlaters.
  • En het groene HBO staat bekend om zijn intensieve relatie met het agro-bedrijfsleven en de sterke verbinding met de agroketen en de goede samenwerking in het netwerk.

Toch is geen koe zo bont of er is wel een vlekje aan. Het rapport spreekt zijn zorgen uit over een aantal zaken. Ik noem er drie.

  • 1. Het percentage allochtonen dat een opleiding volgt in het groene onderwijs, is te laag.
  • 2. Verder vindt de inspectie dat de agrarische opleidingscentra onvoldoende scoren op een aantal kwaliteitsaspecten.
  • 3. En het aantal studenten dat zich inschrijft bij het groene HBO, daalt.

Ik deel die zorgen. Om bij de laatste te beginnen. De terugloop van de HBO-studenten willen we keren door - wat Ronald Plasterk net noemde - 'het grootschalig organiseren van kleinschaligheid'. Of anders gezegd, door de krachten te bundelen in een zogenaamde groene kenniscoöperatie. Dat is een groot groen samenwerkingsverband van universiteit, onderzoeksinstellingen en scholen van VMBO, MBO en HBO.

Dat samenwerkingsverband komt dit jaar met een programmering, dat innovatie, het meer delen van kennis en het beter aansluiten bij vragen vanuit de groene sector, hoog op de agenda zet.

Dan het (te) lage aantal allochtonen dat deelneemt aan het groene onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat veel allochtonen een grote weerstand hebben tegen een opleiding die zij associëren met 'landbouw'. Want 'landbouw' staat voor het arme platteland waar hun ouders veelal vandaan zijn gekomen. We zijn in gesprek met twee agrarische opleidingscentra om een voor allochtonen wat aantrekkelijker en interessanter opleidingenaanbod samen te stellen. Ik verwacht hier veel van.

Tenslotte: het onvoldoende scoren op een aantal kwaliteitsaspecten. Ik ga daar de opleidingen op aanspreken. Al kan ik u al wel melden dat er voortgang wordt geboekt bij de verbetering van de procedures rond de examens en de hele kwaliteitszorg daar omheen.

Dames en heren, tot zover mijn korte toelichting. Graag uw vragen.