Dynamiek in de derde leeftijd

Belangrijk uitgangspunt voor deze studie is dat mensen - via het wonen - twee doelen nastreven: fysiek welzijn en sociaal welbevinden. Het sociaal welbevinden wordt beschreven aan de hand van vijf functies voor het wonen:

  • de woning als zorgcentrum;
  • de woning als activiteitencentrum;
  • de buurt als leefwereld;
  • de woning als uitvalsbasis;
  • de woning als duurzaam consumptie- en investeringsgoed.

Het Nederlandse (woon)beleid speelt nauwelijks in op sociaal welbevinden; het beleid is sterk gericht op het fysieke welzijn. Daarbij wordt ernaar gestreefd dat senioren zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Wel vindt er een verschuiving in het beleid plaats, waarbij de nadruk minder komt te liggen op provisielogica en meer op vraagsturing. Naast een beleidsmatige invalshoek, wordt gekeken vanuit de ouderen zelf. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de 'ouderen van morgen' en de 'ouderen van vandaag'. Daarbij wordt geconstateerd dat de 'ouderen van morgen' in veel gevallen meer overeenkomsten vertonen met de 'jongeren van vandaag' dan met de 'ouderen van gisteren'. Het gaat hierbij om overeenkomsten op het gebied van de huishoudenssamenstelling, het opleidingsniveau, het eigen woningbezit en de woonlocatie.