Minister Verburg tevreden met resultaten CITES-conferentie

Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) kijkt tevreden terug op de internationale conferentie over de handel in bedreigde wilde dieren en planten (CoP14 CITES), die afgelopen twee weken in Den Haag gehouden werd. Zo werden forse stappen gezet in de bescherming van de paling en Zuid-Amerikaanse houtsoorten. Ook werd een achttien jaar durende discussie over de Afrikaanse olifant succesvol afgesloten. En tijdens de eerste ministeriële conferentie in de geschiedenis van CITES onderstreepten vijftig natuurministers het belang van het CITES-verdrag en een gezamenlijke aanpak.

Tijdens de CoP14 CITES die van 3-15 juni 2007 in het World Forum Convention Center (WFCC) in Den Haag werd gehouden, spraken 171 lidstaten over de handel in bedreigde wilde dieren en planten. In totaal waren er zo'n 1600 deelnemers, die ruim honderd punten bespraken, waaronder 37 voorstellen over planten en dieren. De onderhandelingen over de voorstellen over de Afrikaanse olifant liepen als een rode draad door de CoP14 heen. Na dagen onderhandelen bereikten Afrikaanse ministers een akkoord, wat de afgelopen 18 jaar niet was gelukt. Deze ministers waren naar Nederland gekomen voor de ministeriële rondetafelconferentie die minister Verburg had uitgeschreven. Op uitdrukkelijk verzoek van minister Verburg als voorzitter van de CoP14, hebben deze ministers zich ingezet om een akkoord te realiseren en dit gebeurde op donderdag 14 juni. Het akkoord werd door alle partijen met consensus aangenomen. Verburg heeft namens de Nederlandse overheid een donatie van 100.000 € toegezegd voor een nog op te richten African Elephant Fund voor Afrikaanse landen. Zij riep tevens andere landen op hetzelfde te doen.

Daarnaast werd er overeenstemming bereikt over de bescherming van de paling. Het voorstel om de Europese paling (glasaal) door middel van een vergunningstelsel te beschermen werd met een grote meerderheid (91%) aangenomen. Ook werd er een stap voorwaarts gezet bij de bescherming van de Zuid-Amerikaanse houtsoorten ceder en palissander, ondanks dat oorspronkelijke voorstellen werden ingetrokken. De Zuid-Amerikaanse range states gaven namelijk aan het belang in te zien van bescherming van deze houtsoorten. Er is afgesproken dat deze houtsoorten tijdens een volgende CITES-conferentie door de range states zelf opnieuw geagendeerd zullen worden.

Tijdens de ministeriële rondetafelconferentie op 13 juni 2007, waar 50 natuurministers wereldwijd aan meededen, werd het belang van het CITES-verdrag nog eens onderstreept. Om nog beter een vuist te maken tegen de illegale handel in bedreigde wilde dieren en planten werd gesproken over de verbetering van de handhaving, gezamenlijke publiekscampagnes en de rol van CITES bij de bescherming van hout- en mariene soorten.