Antwoorden van minister Ter Horst op kamervragen over een procedure aangaande de omgang met zwerfdieren

Antwoorden van minister Ter Horst - mede namens de minister van LNV - op kamervragen van het lid Graus (PVV) inzake een procedure aangaande de omgang met zwerfdieren (ingezonden op 27 april 2007 onder nummer 2060713900).

Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht “beter overleggen over gedumpt dier”? 

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bestaat er binnen de Algemene Inspectiedienst (AID) en bij de Politie een procedure hoe om te gaan met zwerfdieren? Zo ja, hoe luidt deze procedure? Zo neen, bent u bereid ervoor te zorgen dat deze er zo spoedig mogelijk komt?

Vraag 3
Deelt u de mening dat er overleg tussen de AID en de Politie enerzijds en de Dierenbescherming, Dierentehuizen en de Opvangcentra anderzijds dient plaats te vinden als er een loslopend dier wordt aangetroffen?

Antwoord 2 en 3
Binnen de AID bestaat er geen procedure voor het opvangen van zwerfdieren, omdat het vangen van zwerfdieren niet tot de taken van de AID behoort. In de praktijk wordt de politie soms geconfronteerd met aangereden of losgebroken wild. Politiekorpsen hebben zelf uiteenlopende afspraken gemaakt met diverse betrokkenen zoals dierenartsen, Faunabeheer of een Wildbeheereenheid. De gemaakte afspraken zijn niet uniform.
In gevallen waarin loslopende dieren een (verkeers)gevaarlijke situatie veroorzaken, dan wel de openbare orde (dreigen te) verstoren, dient aan deze situaties een eind gemaakt te worden. De basis voor het optreden van de politie is dan gelegen in de Politiewet 1993. Ingeval van handelen in het kader van de handhaving van de openbare orde, handelt de politie - en indien van toepassing een dierenarts of een jachtaktehouder - onder het gezag van de burgemeester. De situatie ter plaatse kan er in voorkomende gevallen toe leiden dat snel afdoende maatregelen moeten worden getroffen. Voorafgaand overleg is dan niet in alle gevallen mogelijk.