Antwoorden op kamervragen van Arib en Van der Veen over het niet vergoeden van de behandeling van morbide obesitas

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2777053

25 juni 2007

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van de Kamerleden Arib en Van der Veen over het niet vergoeden van de behandeling van morbide obesitas (2060717720).

Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat het Astmacentrum Heideheuvel een succesvol behandelprogramma voor kinderen met morbide obesitas voert en tevens in samenwerking met het Academisch Medisch Centrum Amsterdam onderzoek verricht naar morbide obesitas?

Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van het feit dat Heideheuvel al geruime tijd een behandelprogramma voor morbide obesitas aanbiedt en voor het onderzoek samenwerkt met het AMC. Aandachtspunt is echter wel dat de effectiviteit en meerwaarde van de klinische behandeling boven ambulante behandeling niet is bewezen.

Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat de financiering van de klinische behandeling van kinderen met morbide obesitas in het astmacentrum Heideheuvel door verzekeraars niet kan worden voortgezet omdat het College voor zorgverzekeringen (CVZ) deze behandeling als niet-gebruikelijke zorg heeft aangemerkt, omdat er onvoldoende bewijs zou zijn voor doelmatigheid en effectiviteit?

Antwoord 2
Nee. Er is in het verleden ten onrechte van uitgegaan dat het om verzekerde zorg gaat. Heideheuvel had hiervan redelijkerwijs op de hoogte kunnen zijn, omdat ook voor het uitkomen van de CVZ-beoordeling niet alle zorgverzekeraars machtigingen voor klinische opname afgaven.

Vraag 3
Deelt u de mening dat morbide obesitas bij kinderen een ernstig probleem vormt, en dat zo snel mogelijk tot een wetenschappelijk verantwoorde aanpak van dit probleem gekomen dient te worden?

Antwoord 3
Ja, morbide obesitas is zeker een ernstig probleem. Verschillende (universitaire) instellingen in Nederland en ook daarbuiten verrichten hier onderzoek naar.
Voor de behandeling van juveniele morbide obesitas zijn in Nederland mogelijkheden in de eerste, tweede en derde lijn. De toegevoegde waarde van een residentiële behandeling boven de ambulante varianten is evenwel niet aangetoond (CVZ, 2005). Het CVZ heeft vastgesteld dat er voor fysiotherapie, cognitieve (groeps)therapie met ouderparticipatie sterke aanwijzingen voor de effectiviteit bestaan. Dieetadvisering, internistische of kindergeneeskundige zorg, fysiotherapie en cognitieve (groeps)therapie zijn (ambulante) behandelvormen die al in aanmerking komen voor vergoeding binnen het pakket. Eerder (2003) gaf de Gezondheidsraad aan “Bij kinderen met obesitas lijkt gedragstherapie in groepen, waarbij ook de ouders betrokken worden, de enige effectieve strategie.”

Vraag 4
Deelt u voorts de mening dat de financiering van dit programma in een patstelling verkeert, gezien het feit dat weliswaar de mogelijkheid wordt geboden via artikel 68 van de Zorgverzekeringswet om zorg te vergoeden op grond van de verwachting dat deze zorg een verstrekking zal worden, maar dat de wetenschappelijke onderbouwing om tot een besluit te komen tot opname in het pakket alleen kan worden genomen als er nu voldoende financiering is om het wetenschappelijk onderzoek, om tot dat bewijs te komen, voort te zetten?

Antwoord 4
Het CVZ heeft reeds in 2005 vastgesteld dat de behandeling van morbide obesitas, die thans onderzocht wordt door Heideheuvel, geen deel uitmaakt van het verzekerde pakket. Reden hiervoor was een gebrek aan doelmatigheid, effectiviteit (evidence) en toegankelijkheid van het behandelaanbod.
Artikel 68 is bedoeld om zorg, waarvoor het voornemen bestaat het in het pakket op te nemen, tijdelijk door middel van een subsidie te bekostigen. Deze verwachting bestaat niet voor de klinische behandeling van juveniele morbide obesitas verleend door Heideheuvel. Daarbij is artikel 68 niet bedoeld om onderzoek te financieren. Wel zijn er andere mogelijkheden voor financiering van onderzoek, zoals het programma doelmatigheidsonderzoek bij ZonMw. Binnen dit programma kunnen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en het CVZ programmavoorstellen doen. Een van de thema’s van dit programma is Kinderen en daarbinnen is obesitas een aandachtsgebied. Ik heb Heideheuvel verschillende malen op dit programma gewezen. Bij ZonMw is hier echter nog geen onderzoeksvoorstel voor ingediend. Daarnaast hebben de UMC’s de academische component, die eveneens gebruikt wordt voor onderzoek naar nieuwe behandelconcepten.

Vraag 5
Bent u bereid de financiering van de behandeling van morbide obesitas bij kinderen in het astmacentrum Heideheuvel te garanderen door zo snel mogelijk een oplossing voor de financiering te vinden en de Kamer daarover te berichten?

Antwoord 5
Nee, zie ook mijn antwoord op vraag 3 en 4.