Heropening Exodus Huis

Toespraak door staatssecretaris Albayrak bij heropening Exodus huis in Leiden.

Dames en heren, goede middag allemaal, fijn dat u er allemaal bent. En dat geldt in het bijzonder voor monseigneur Van Luijn, bisschop van Rotterdam en de hoofdpredikant van het Justitiepastoraat, dominee Eerbeek.

We zijn hier bij elkaar omdat we wat te vieren hebben: het 5-jarig bestaan van Exodus Leiden en de heropening van het Exodusgebouw.

U zult het vaker gehoord hebben, maar ik vind Exodus een heel bijzondere naam voor een stichting. Het verwijst naar het betreffende gedeelte van het Oude Testament, waarin verteld wordt hoe Mozes zijn volk uit Egypte leidde en op de berg Sinaï de tien geboden ontving. Zoals u allen waarschijnlijk weet, komt dit verhaal niet alleen voor in de bijbel van de christenen, maar ook in het joodse geloof en de islam. En dat is ook tekenend voor uw organisatie; dat u uitgaat van het christelijke geloof en beginselen als barmhartigheid en naastenliefde, maar dat u zich ook niet afkeert van mensen die een ander of geen geloof aanhangen. Dat vind ik heel bijzonder en tolerant geluid wat vandaag de dag nodig gehoord mag worden.

We zijn hier in Leiden, de sleutelstad. Al sinds 1293, komen deze sleutels, als attribuut van Petrus, de beschermheilige van de stad, overal terug in officiële documenten en het stadswapen.

Ook uw organisatie kent vier sleutels: wonen, werken, relaties en zingeving. En deze zijn, om het zo te zeggen: uw sleutel naar succes. Want dat mag van uw stichting wel gezegd worden.

Niet voor niets ontving u van Prins Willem Alexander als onderscheiding de appeltjes van oranje. Ik was er zelf bij.

Dit succes heeft er ondermeer voor gezorgd dat uw organisatie inmiddels is uitgegroeid tot een professionele organisatie die een belangrijke rol vervult bij de reïntegratie van justiabelen. Jaarlijks volgen inmiddels zo’n 350 cliënten een resocialisatieprogramma. Vanuit een kelder in Den Haag bent u verhuisd naar 10 locaties in het hele land, onder andere het fraaie monumentale pand dat we zodadelijk gaan heropenen. En het meest bijzondere is natuurlijk dat uw stichting een initiatief is uit de samenleving zelf.

De afgelopen 100 dagen ben ik zelf, met het kabinet de samenleving ingegaan om te bespreken welke problemen er spelen en wat we er volgens de mensen aan kunnen doen. Daar kwam onder andere naar voren dat het land veiliger is geworden. In ieder geval veiliger dan 5 jaar geleden, maar we zijn er nog lang niet. De bestrijding van terugval van ex-gedetineerden is een belangrijk aandachtspunt van dit kabinet. Hier kunnen wij nog een grote slag maken en dat moeten we samen doen. Samen met de overheidsinstellingen op gemeentelijk niveau, en met particuliere initiatieven zoals uw Stichting.

Veel gedetineerden en ex gedetineerden hebben geen thuis of moeten nog vaardigheden aanleren voordat zij, al dan niet zelfstandig, in een huis kunnen wonen. Voor hen biedt Exodus langdurige reïntegratietrajecten aan, aan de hand van de eerder genoemde 4 sleutels: wonen, werken, relaties en zingeving. Vooral die laatste vind ik erg belangrijk.

Zingeving kan mensen houvast bieden in de gecompliceerde en soms ook veeleisende samenleving waar we in leven.

En deze aanpak werkt. Dat bleek ook onder andere uit het evaluatieonderzoek van de heer Moerings dat wij vorig jaar ontvingen: De recidive onder bewoners die het Exodusprogramma succesvol hebben afgerond is significant lager dan onder bewoners die negatief zijn uitgestroomd.

Ik verwacht overigens dat u door zultgaan met het meten en beschrijven van de effecten van de aangeboden programma’s. Want een wetenschappelijke onderbouwing is heel belangrijk als we een hardnekkig probleem als recidive willen oplossen.

Maar om uw werk te kunnen doen en om ervoor te zorgen dat opvang tijdens detentie en nazorg goed op elkaar aansluiten, is geld nodig. Omdat wij het belang hiervan inzien heb ik besloten om de financiering van reïntegratietrajecten in 2007 uit te breiden. Aan de Tweede Kamer heb ik laten weten dit op twee manieren te doen:

Op de eerste plaats heb ik de kostprijs per plaats verhoogd naar een prijs die meer recht doet aan het werk dat u voor een justitiabele levert. Op de tweede plaats zal ik de reïntegratietrajecten, die in justitieel kader zijn gestart, maar die vanwege de lengte van het strafrestant niet in justitieel kader kunnen worden afgerond, ook na afloop van de justitiële titel financieren. Het gaat hierbij om trajecten waarbij de justitiabele zelf kiest om op vrijwillige basis een traject af te ronden, want zoals gezegd: de kans dat zij dan terugvallen is significant lager.

Mij is trouwens wel opgevallen dat er binnen uw stichting enig ongeduld is geweest over deze geldstroom, maar ik hoop dat u kunt begrijpen dat dit soort zaken tijd kosten. Rome is niet in één dag gebouwd en Den Haag zeker niet. En u kent de bekende uitdrukking: the wheels of justice grind, but they grind slowly. Dat is ook hier het geval.

Het Ministerie van Justitie zal voorts blijven investeren in een goede aansluiting naar zorgvoorzieningen. En daar zijn we al hard mee bezig. Sinds 2006 werken er al 183 medewerkers maatschappelijke dienstverlening binnen de verscheidene P.I.’s. In totaal zijn er ook al 290 gemeenten die contactpersonen nazorg hebben aangesteld die medeverantwoordelijk zijn om een goede overdracht van een gedetineerde naar de samenleving te organiseren. Ik ben dan ook blij dat in het nieuwe bestuursakkoord met de gemeenten is opgenomen dat zowel gemeenten als het Rijk van mening zijn dat de nazorg aan ex-gedetineerden moet worden verstrekt. De komende periode moet uitwijzen welke afspraken Rijk en gemeenten hier met elkaar over gaan maken.

Overigens doet het mij deugd dat er ook al een aantal gemeenten zijn die de volledige vrijwillige nazorg voor ex-gedetineerde op zich willen nemen. En ik hoop dat, mede door onze aanvullende financieringen, nog meer gemeenten zich hiertoe geroepen voelen. Zo kunnen we samen werken aan een algemeen doel: een maatschappij zonder onrust en overlast; en een betere toekomst voor degenen die van de weg zijn afgedwaald, maar willen proberen op het goede pad terecht te komen.

Dames en heren,

Vanzelfsprekend zijn we er nog niet en is de nazorg nog voor verbeteringen vatbaar maar naar mijn idee zitten wij in ieder geval op de goede weg. En dit is mede te danken aan de zorg, moeite en enthousiasme van uw organisatie die voor deze medemensen voor een bepaalde periode een echt ‘thuis’ biedt.

Wat dat betreft vond ik het treffend om te lezen dat het gebouw dat we zodadelijk gaan heropenen ook een prettige en gezellige sfeer heeft, ook omdat het een klooster is geweest. Naar ik begrijp kan Franny, de laatste bewoonster van het huis, daar alles over vertellen. Ik hoop haar en een aantal andere nieuwe en oud-bewoners nog even te spreken.

Vijf jaar zijn achter de rug, een lustrum, zoals ze dat noemen. Ik hoop dat er nog vele mogen volgen. Nogmaals hartelijk dank voor uw goede werk. Dat goede werk wordt beloond, en daar ben ik heel blij om. En ik wens u veel succes met de uitvoering van uw resocialisatieprogramma’s.

Dank u wel.