Spreekpunten bij de lancering van de Campagne Voedselkwaliteit

Dames en heren, de filmpjes die u net gezien heeft, laten een kant zien van het werk van het Voedingscentrum die we nog niet kennen. Dit keer spelen dieren de hoofdrol in de filmpjes – en geen mensen die laten zien welke dingen gezond zijn om te eten en welke niet. Daar kennen we het Voedingscentrum immers vooral van. Van de strijd tegen overgewicht, van de 'schijf van vijf', de calorieënmeter en de Balansdag.

In de campagne die vandaag gelanceerd wordt gaat het om een heel ander soort eerlijkheid. Want het wordt tijd dat we ook eerlijk zijn over een ander aspect van ons voedsel, namelijk over de omstandigheden waaronder het geproduceerd wordt. Hebben de boeren er wel een eerlijke prijs voor gekregen? Is de vis op mijn bord niet overbevist? En hoe heeft het varken waar dit spek vandaan komt eigenlijk geleefd?

Voor mij zijn zulke vragen van wezenlijk belang. Het regeerakkoord van het huidige kabinet noemt ook niet voor niets 'respect voor het leven van mens, dier en natuur' als één van zijn leidende beginselen. Om die reden heb ik het voedingscentrum gevraagd een campagne te organiseren om mensen bewuster te maken van de wereld achter hun voedsel. Want daar zit meer achter dan de meeste mensen denken.

Het is goed als consumenten zich er bewust van worden dat zij met hun keuzes invloed uit kunnen oefenen. Zij kunnen besluiten alleen nog koffie te kopen van producenten die de boeren een eerlijke prijs geven. En ze kunnen besluiten alleen nog vlees te kopen van dieren die tijdens hun leven een beetje prettig hebben kunnen rondscharrelen. Met die keuzes kunnen zij invloed uitoefenen; op dat inzicht is de door LNV gefinancierde campagne gericht. Binnen die campagne zal elk jaar een ander thema centraal staan; op mijn verzoek is 'dierenwelzijn' het eerste thema.

De campagne is gericht op het keuzegedrag van de consumenten. Er zijn mensen die kritiek hebben op die aanpak. Zij vinden dat de overheid zelf moet optreden en de verantwoordelijkheid niet moet afschuiven op de consument. Volgens mij begint verandering toch echt bij de consument zelf. Zij moeten zich bewuster zijn van wat zij kopen. Dat geldt voor het bewustzijn dat appelsap gezonder is dan cola en dat magere yoghurt beter voor je is dan chocoladevla. Maar het geldt óók voor het bewustzijn, dat het ene dier een beter leven heeft gehad voordat het geslacht werd dan het andere. En dat daardoor het ene stukje vlees wat duurder is dan het andere. Dat heeft onder meer te maken met de ruimte die het dier tijdens zijn leven gegund is.

Het gaat mij er om dat mensen de breed gedragen opvattingen over de manier waarop je dieren moet behandelen, omzetten in daden. Daarom vind ik ook dat mensen precies moeten weten, hoe het met de productie van het voedsel gesteld is. Daarvoor is de inzet van andere partijen nodig, zoals de retail. Om een weloverwogen keuze te kunnen maken, moet de consument immers voldoende en betrouwbare informatie krijgen. Nu is het bijvoorbeeld echt niet altijd makkelijk om aan de verpakking te zien of een product 'diervriendelijk' is. Daar ligt dus een taak voor de producenten en de supermarkten. Zij moeten zorgen dat de consument makkelijk kan zien hoe diervriendelijk de producten geproduceerd zijn.

'Eerlijk over eten' – die slogan van het Voedingscentrum moet eigenlijk iedereen in deze sector tot de zijne maken.