Antwoorden op kamervragen van Cörüz over kindermishandeling in Bloemendaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB-K-U-2774335

17 juli 2007

Antwoorden van minister Rouvoet op kamervragen van het Kamerlid Cörüz over kindermishandeling in Bloemendaal (2060716370).

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over het relatief hoge aantal gevallen van kindermishandeling in Bloemendaal? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2

Wat is de aard van deze kindermishandeling?

Antwoord 2
Begin 2006 heeft het Verwey- Jonker instituut het rapport “Kinderen in tel” uitgebracht. Uit dit rapport blijkt dat in vergelijking met het landelijk gemiddelde in Bloemendaal twee keer zo vaak kindermishandeling wordt gemeld bij het AMK.
In een nader onderzoek van de GGD van eind 2006 wordt dit beeld bevestigd. Daaruit komt naar voren dat zowel geestelijke als lichamelijke mishandeling in de thuissituatie vaker voorkomt in Bloemendaal, vergeleken met andere gemeenten in de regio Kennemerland.
Het gegeven dat in een rijke welvarende gemeente als Bloemendaal met weinig risicogezinnen, relatief gezien toch hoog wordt gescoord, heeft ertoe geleid dat preventie van opvoedingsproblematiek en kindermishandeling hoog op de politieke agenda van de verantwoordelijke wethouder is komen te staan.

Vraag 3
Kunt u aangeven of op basis van onderzoek bekend is wat de oorzaken zijn van de verschillen in de hoogte van kindermishandeling in verschillende steden?

Antwoord 3
Neen, ik kan niet exact onderbouwen waarom er in de ene gemeente meer meldingen zijn dan elders. Naar de achtergronden van het meldingsdgedrag binnen een gemeente is voor zover mij bekend geen nader onderzoek gedaan.
Een hoog aantal meldingen kan betekenen dat er veel kinderen slachtoffer zijn van kindermishandeling, maar kan er ook op duiden dat beroepsbeoefenaren in de ene gemeente of regio eerder signalen van kindermishandeling herkennen en sneller bereid zijn te melden.
Ik breng u onder de aandacht dat recent wél twee onderzoeken zijn verricht naar aard en omvang van kindermishandeling in Nederland. Deze onderzoeken zijn op 25 april 2007 aan de Tweede Kamer gezonden. Het betreft de Nationale Prevalentiestudie Kindermishandeling (NPM-2005), Universiteit Leiden en Scholieren over Mishandeling (SOM), Vrije Universiteit te Amsterdam. Beide onderzoeken hebben risicofactoren voor kindermishandeling in kaart gebracht.

Vraag 4
Kunt u de Kamer in kennis stellen van de onderzoeken die hiernaar zijn verricht?

Antwoord 4
De twee genoemde prevalentieonderzoeken zijn reeds in uw bezit. Dat geldt ook voor de onderzoeken Kinderen in Tel 2006 en 2007 (www.kinderenintel.nl).
Het onderzoek dat de GGD in 2006 heeft uitgevoerd op scholen voor voortgezet onderwijs is niet in mijn bezit (Hulpverleningsdienst Haarlem, Emovo-onderzoek 2006). De uitkomsten van dit onderzoek zijn kort onder 2 beschreven.

Vraag 5
Gaat u extra inspanningen plegen m.b.t. de steden waar relatief veel kindermishandeling voorkomt?

Antwoord 5
Begin juli 2007 zond ik u het Actieplan Aanpak Kindermishandeling. Daarin wordt hoge prioriteit toegekend aan preventie en bestrijding van kindermishandeling in het gehele land. Een belangrijk onderdeel van dit actieplan is de ondersteuning van gemeenten bij de aanpak van kindermishandeling, op basis van de beproefde werkwijze Raak. Vanaf 1 januari 2008 start de implementatie in gemeenten en regio’s. De inspanningen zijn er op gericht in 2011 de werkwijze Raak landelijk dekkend toe te passen.
Wat betreft Bloemendaal merk ik voorts op dat het Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) de laatste hand legt aan een onderzoek naar aanpak van kindermishandeling in de gemeente Haarlem. Dit omdat uit cijfers over 2003 en 2004 is gebleken dat Haarlem – en wel een specifieke wijk- deel uitmaakt van de top vijf op het gebied van meldingen bij het AMK. De uitkomsten van het ITJ-onderzoek, die naar verwachting na de zomer van 2007 beschikbaar komen, zullen worden gebruikt om de preventie en aanpak van kindermishandeling in Haarlem en omliggende gemeenten, waaronder Bloemendaal, verder te verbeteren.

1) Haarlems Dagblad, 20 mei 2007