NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1 (13-04-07)

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over prinses Ariane, ambtenaren cao, eerste 50 dagen Balkenende IV, topinkomens en minister Bos

VAN DEN BRINK:

Was er vandaag beschuit met muisjes in de ministerraad?


BALKENENDE:

Er was geen beschuit met muisjes want die hadden we al eerder op verschillende ministeries gezien. Wel gebak omdat enkele bewindslieden jarig waren geweest. Natuurlijk hebben we wel stilgestaan bij de geboorte van de derde dochter van de Prins van Oranje en Prinses Máxima. Ook vanaf deze plaats nogmaals een hartelijke gelukwens. Ik was trouwens vandaag bij het doen van de aangifte door Prins Willem-Alexander. Dat is eigenlijk een heerlijk moment om hem te horen zeggen hoe de naam is van het nieuwe Prinsesje.


VAN DEN BRINK:

Ariane.


BALKENENDE:

Ariane, ja. Maar ook als je daarbuiten staat en je ziet zoveel Nederlanders en je ziet oranje kleuren en heel warme gevoelens, dat zegt toch iets over de betrokkenheid van de Nederlandse bevolking bij het Huis van Oranje.


VAN DEN BRINK:

Wat vind u van de naam?


BALKENENDE:

Een mooie naam. Ja, dit is de roepnaam, Prinses Ariane. Dan de namen Wilhelmina, Máxima, Ines. Die combinatie van namen door de generaties heen, dat is natuurlijk prachtig.


VAN DEN BRINK:

Wist u die naam voordat die bekend werd gemaakt of hoorde u het ook pas in het stadhuis?


BALKENENDE:

Daarover worden nooit mededelingen gedaan.


VAN DEN BRINK:

Valt het onder uw verantwoordelijkheid, de naamgeving van het Koninklijk Huis?


BALKENENDE:

Ja, alles wat er gebeurt bij leden van het Koninklijk Huis valt onder mijn verantwoordelijkheid.


VAN DEN BRINK:

Dus dit ook?


BALKENENDE:

Ja. u mag me erop aanspreken.


VAN DEN BRINK:

Dan wist u het al eerder.


BALKENENDE:

Over contacten met het Huis doe ik uiteraard geen mededelingen.


VAN DEN BRINK:

Nee, OK, maar dat is dan een conclusie die ik trek.


BALKENENDE:

Maar het was denk ik wel mooi, want niemand wist het.


VAN DEN BRINK:

Aan zijn andere dochters had hij het niet verteld.


BALKENENDE:

Dat heeft de Kroonprins inderdaad gezegd. Maar ik kan me zo voorstellen, in zo'n jong gezin met twee meisjes, dat het prachtig is dat er een zusje bij is gekomen. Maar ik vond het wel grappig, zoals de Prins van Oranje aangaf, dat toch ook de kinderen nog niet precies wisten hoe de naam was.


VAN DEN BRINK:

Want u wist het al wel.


BALKENENDE:

U kunt blijven proberen maar u krijgt er geen antwoord op.


VAN DEN BRINK:

Deze week was u er snel bij met uw felicitaties. Ik geloof dat het meisje om tien uur was geboren en om elf uur ging uw felicitatie al de lucht in. Blijft u op zo'n moment dan in de buurt om snel te kunnen zijn? Hoe werkt dat?


BALKENENDE:

Je hebt natuurlijk zelf al gehoord, eind dinsdagmiddag, dat Prinses Máxima naar het Bronovo Ziekenhuis is gebracht. Dan weten we allemaal: er gaat iets gebeuren. Ik ben toen in Den Haag gebleven. In dat geval in het Catshuis.


VAN DEN BRINK:

En zodra u weet of het een jongetje of een meisje is kan die speech opgenomen worden.


BALKENENDE:

Eerst moet het geboren worden, uiteraard. En u heeft ook gezien en gehoord dat Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima ook hebben gezegd: wij wachten tot de geboorte. Wij willen niet van tevoren weten of het een jongetje of een meisje is. Dat was buitengewoon spannend.


VAN DEN BRINK:

Er is nou al een solide basis gelegd voor de monarchie, met drie.


BALKENENDE:

Ja, maar die was er natuurlijk al. Het is prachtig om dit te zien. Om een gelukkig gezin te zien, dat is geweldig.


-AMBTENAREN CAO-


VAN DEN BRINK:

Dan gaan we door naar de politiek. Deze week werd bekend dat de ambtenaren een loonsverhoging van 10,5 procent in tien jaar tegemoet kunnen zien. Is dat niet wat veel?


BALKENENDE:

U zegt het terecht. De onderhandelingen zullen nu formeel worden gestart. We hebben het over een periode van 3 jaar en 3 maanden. Maar over de verdere inhoud wou ik eerlijk gezegd nog niets zeggen. Dat dient het doel niet.


VAN DEN BRINK:

Nee, dat snap ik. Maar dit zijn ze eens geworden, 10,5 procent, daar zijn ze het over eens.


BALKENENDE:

Ja, maar zoals gezegd, dat is in informele sfeer gebeurd. Hier draagt de minister van BZK de eerste verantwoordelijkheid voor. U heeft ook gezien: de bonden gaan zich nu zetten aan de formele onderhandelingen. We zullen zien of het tot overeenstemming kan leiden.


VAN DEN BRINK:

Was u ongerust toen u dit getal hoorde?


BALKENENDE:

Ik heb u net aangegeven: ik vind het niet op mijn weg liggen om nu uitspraken te doen over percentages, over achtergronden, dat dient het doel niet. Het is van belang dat er afspraken worden gemaakt want we zien niet graag dat dit een sluimerend proces is. Het is ook niet aan mij om een kwalificatie te geven. Ik vind het ook eerlijk gezegd niet nodig want zolang partijen nog met elkaar in gesprek zijn en de echte onderhandelingen gaan beginnen, dan vind ik dat ik daar even buiten moet blijven.


VAN DEN BRINK:

Dat kan ik me voorstellen. Tegelijkertijd zijn er mensen die zeggen: dat is wel heel veel geld. Wie gaat dat betalen? Meneer Wellink heeft vorige week gesproken: kabinet, doe nou voorzichtig met je uitgaven. Is dit niet onverantwoord?


BALKENENDE:

En kabinet gaat altijd uit van de kaders die staan maar zoals gezegd: u stelt uw vraag nu een paar keer.


VAN DEN BRINK:

U heeft het door, dat ik steeds dezelfde vraag stel.


BALKENENDE:

Dat mag ook. U stelt de vraag, maar steeds op een andere manier. Ik vind dat ik me niet moet begeven in kwalificaties, dat heeft niet zoveel zin. Ik hoop wel dat er snel een oplossing kan worden gevonden. Dat de besprekingen worden afgerond, dat is in het belang van iedereen.


VAN DEN BRINK:

Stel dat dit eruit komt, dan wordt dit wel echt een ander kabinet dan het vorige kabinet. Dat was veel zuiniger.


BALKENENDE:

Kijk, het is altijd zo dat een kabinet heeft te werken aan solide beleid. We hebben met dit kabinet gezegd: we willen toe naar een situatie in 2011 dat we een begrotingsoverschot hebben van 1 procent van het nationaal inkomen. Elk jaar willen we dat het saldo verbetert. U weet het: we gaan ombuigen en we gaan extra investeren en die financiële spelregels, die hebben we met elkaar vastgesteld.


VAN DEN BRINK:

En dit is één van die investeringen.


BALKENENDE:

Ook dat is een kwestie van het voeren van goed beleid. Dat is de afgelopen jaren ook gebeurd. Maar ik moet wel zeggen: de tijd is iets anders dan drie, vier jaar geleden. Toen hebben we meegemaakt dat we zelfs miljarden ombuigingen moesten doen. U weet nog de tijd dat wij een financieringstekort hadden van meer dan drie procent. Gelukkig is dat nu een eind teruggedrongen.


VAN DEN BRINK:

Maar mijn vraag is; komt dat niet weer terug als u dit soort dingen gaat doen?


BALKENENDE:

U mag mij altijd aanspreken op verantwoord beleid.


VAN DEN BRINK:

Dat doe ik nu en dan zegt u: het komt goed.


BALKENENDE:

Wij doen geen onverantwoorde stappen.



-EERSTE 50 DAGEN BALKENENDE IV-


VAN DEN BRINK:

Het kabinet is een dag of 50 aan de gang. Loopt het een beetje wat u betreft?


BALKENENDE:

Ja, ik ben zelf erg enthousiast. Natuurlijk is het altijd even spannend van: hoe gaat het met een nieuwe kabinet? we zijn begonnen met de inhoud, het coalitieakkoord. U weet: het akkoord is goed geland, heeft behoorlijk veel waardering gekregen. Dat is stap1. Stap 2 is de bewindslieden, hoe zal dat gaan, hoe is de onderlinge sfeer?


VAN DEN BRINK:

Hoe gaat dat?


BALKENENDE:

Ik ben zelf erg enthousiast over bijvoorbeeld de ministerraden. Het is een kabinet waar zakelijk wordt gesproken. Humor is nadrukkelijk aanwezig.


VAN DEN BRINK:

Meer dan in het vorige kabinet?


BALKENENDE:

Ook in het vorige kabinet hebben we veel gelachen.


VAN DEN BRINK:

Want VVD'ers lachen veel, PvdA'ers schijnen minder te lachen. Klopt dat?


BALKENENDE:

Dat merk ik niet. De sfeer in het kabinet is goed. Ik heb laatst ook trouwens wat informele contacten gehad met het hele kabinet, met partners en met kinderen. Je merkt dat er een paar mensen zit dat zeer gemotiveerd is om het werk te gaan doen. We weten wat ons te doen staat. We zitten nu in de fase dat we het coalitieakkoord gaan uitwerken richting een beleidsprogramma. Dat zal in juli zijn beslag krijgen. Ik ben echt heel tevreden over de samenwerking.


VAN DEN BRINK:

Wie mist u het meest uit het vorige kabinet?


BALKENENDE:

Dat kan ik u zo niet zeggen.


VAN DEN BRINK:

Er is niet iemand waarvan u zegt: zat die er nog maar bij.


BALKENENDE:

Ik begrijp uw vraag wel maar dat is niet een helemaal logische vraag want je kunt nooit…


VAN DEN BRINK:

Er is wel veel mis met mijn vragen vandaag, meneer Balkenende.


BALKENENDE:

Ja, dat kan ook zo eens gebeuren, meneer Van den Brink. Maar kijk, het is natuurlijk wat moeilijk om personen uit een vorig kabinet met een andere samenstelling te plaatsen in een huidige coalitie. We hebben trouwens deze week een afscheidsdiner gehad op uitnodiging van de Koningin, met het kabinet. De bewindslieden die daarvoor in aanmerking kwamen hebben ook een onderscheiding gekregen, Officier of Ridder van Oranje Nassau. Dat was een hele plezierige bijeenkomst waarin we nog eens hebben teruggeblikt. Het was mooi om op het paleis te zijn met elkaar. Maar iedereen weet: als je verkiezingen hebt, dan kunnen andere situaties ontstaan. Dat is ook gebeurd. Er is goed samengewerkt in de vorige periode maar we zitten nu in een nieuwe politieke fase.


VAN DEN BRINK:

En het gaat even goed als de vorige keer.


BALKENENDE:

Kijk, het zal zich moeten bewijzen in de praktijk. We willen straks graag afgerekend worden op onze resultaten maar de start is in ieder geval goed.





-TOPINKOMENS-


VAN DEN BRINK:

Hoe blij bent u dat Wouter Bos in het kabinet zit?


BALKENENDE:

Ik ben er blij mee.


VAN DEN BRINK:

Dat dacht ik deze week ook, want in de vorige kabinetsperiode ging het ook wel eens over topinkomens en dan richtten alle pijlen zich op u. Deze week gingen ze allemaal richting Bos. Dat was prettig voor u.


BALKENENDE:

Zo praat je natuurlijk niet. Het is wel zo, ten aanzien van de topinkomens, goed dat u het noemt, dat is een onderwerp, en dat snap ik heel goed, dat mensen bezighoudt. Het leidt tot kritiek en dat is de afgelopen jaren ook zo geweest. Nu hebben we in ons coalitieakkoord een paar dingen duidelijk afgesproken. We hebben gezegd: we willen dat de zaak open is, dat je weet wat er gebeurt. Transparant. Wanneer we het hebben over de overheidsorganisatie, dan kies je voor een normering. Het salaris van de minister, maar dan wat hoger dan het nu is, dat wordt dan de norm. We hebben ook gezegd, in de sfeer van het bedrijfsleven, de adviesrechtfunctie van ondernemingsraden moet worden versterkt. Dat gaan we ook doen. er is een code Tabaksblat. Dat is een code voor mensen in het bedrijfsleven van: hoe ga je nu om met de salarissen.


VAN DEN BRINK:

Maar voor een deel van de samenleving is dat nog niet genoeg.


BALKENENDE:

Ik noem juist zo'n code Tabaksblat. De vraag is: hoe functioneert dat in de praktijk? Dan is bijvoorbeeld de Commissie Frijns bezig en die brengt dat allemaal in kaart en zal later dit jaar rapporteren. Als die zaken die we nu naar voren hebben gebracht, die worden ook in werking gesteld. Daarbij komen we de afspraken na. Zo zijn we met het onderwerp bezig.


VAN DEN BRINK:

Denkt u dat het genoeg is om de onrust in de samenleving erover te stoppen?


BALKENENDE:

Wat je van iedereen verwacht is dat er met verstandig wordt opgetreden. Vooral: dat degenen die verantwoordelijkheid dragen, ook die verantwoordelijkheid op een goede manier benutten. Wanneer we het hebben over topsalarissen in het bedrijfsleven, dan moet je echt kijken naar een vergadering van aandeelhouders.


-MINISTER BOS-


VAN DEN BRINK:

En die gaan erover en niet het kabinet uiteindelijk. Vindt u de kritiek op Bos deze week dan ook onterecht?


BALKENENDE:

Ja, ik vind, kijk, het is zo, je maakt compromissen. Ook ten aanzien van de topinkomens. We hebben met elkaar in het coalitieakkoord vastgesteld van: wat vinden wij nodig. Dat is de vrucht van overleg van drie partijen. Dan kun je altijd praten van: het is wel of niet genoeg, maar je weet ook: je kunt wel een maatregel treffen maar dan heb je heel snel kans dat men weer andere uitvluchten weet. Dan zeg ik: laten we daar op een goede manier mee omgaan. Daar zijn we nu juist mee bezig en er is een debat geweest. Ik vind dat minister Bos het goed heeft gedaan, ook staatssecretaris De Jager was er en ook minister Donner.


VAN DEN BRINK:

Er is veel kritiek op Bos. Er zijn zelfs mensen die vinden dat hij zijn partijleiderschap moet neerleggen. Maak dat u wat uit, of hij partijleider blijft of niet?


BALKENENDE:

Ik vind dat de heer Bos zelf daar verstandige dingen over heeft gezegd. De heer Bos is iemand, en zo maken wij hem nu ook mee, die gewoon druk bezig is met het voeren van goed beleid. Hij weet wat zijn rol is als minister van Financiën en daar geeft hij goed invulling aan. Spelregels hanteren.


VAN DEN BRINK:

Mijn vraag is: het partijleiderschap. Dat is niet echt een kabinetskwestie maar mijn vraag is: maakt dat de minister-president wat uit?


BALKENENDE:

Waar het mij om gaat is dat wij goed beleid voeren, dat er een goede en stabiele regering zit, dat wij de uitdagingen waar Nederland voor staat op en goede manier aanpakken. En daar is de heer Bos nadrukkelijk mee bezig. Ik begrijp de turbulentie wel eens een keer in een politieke partij maar de vraag is altijd; waar heeft Nederland het meest aan? En Nederland heeft het meeste aan een stabiele regering waar alle bewindslieden, ook de heer Bos, goed werk leveren.


VAN DEN BRINK:

En de vraag is niet of hij weg moet of niet. De vraag is of hij partijleider moeten blijven en of u daar een opvatting over heeft.


BALKENENDE:

Dat is en zaak van de PvdA.


VAN DEN BRINK:

Daar heeft u geen opvatting over?


BALKENENDE:

Ik vind dat wij gewoon hard aan het werk moeten en dat geldt voor iedereen. De heer Bos is daar heel druk mee bezig en dat is ook goed.

(Letterlijke tekst, LJ)