Staat van het Nederlandse politieonderwijs 2007

Doel van het onderzoek:
De Inspectie OOV beoogt met de ‘Staat van het politieonderwijs’ uiteindelijk een bijdrage te leveren aan beter opgeleid politiepersoneel en een professionele politieorganisatie, door bij te dragen aan de kwaliteit van het politieonderwijs en de –examinering en aan de opbrengsten van het onderwijs. De Inspectie OOV wil deze bijdrage leveren door waar nodig te stimuleren dat:

- bijstellingen in de uitvoering van het politieonderwijs plaatsvinden (zowel bij de korpsen als de Politieacademie);
- bijstellingen in het beleid van de bij het politieonderwijs betrokken ministers (BZK en Justitie) plaatsvinden.

Hoofdconclusies: De Inspectie stelt vast dat het vernieuwde politieonderwijs bijdraagt tot de realisatie van een professionele politieorganisatie en dat de Politieacademie met de invoering van competentiegericht onderwijs voorloopt op het reguliere onderwijs.

De uitvoering van het competentiegerichte politieonderwijs blijft wel de nodige aandacht vragen, zowel tijdens de periode dat de studenten les krijgen aan de Politieacademie als tijdens de periode van werkend leren in de korpsen. Ook is een zorgvuldig personeelsarrangement bij de korpsen met een daarop afgestemd opleidings- en instroombeleid noodzakelijk. 'De Staat van het Nederlandse politieonderwijs 2007’ bevat over deze en andere onderwerpen conclusies en aanbevelingen.

De Inspectie OOV zal in de komende jaren op de kwaliteit van het Nederlandse politieonderwijs blijven toezien. De in 'De Staat van het Nederlandse politieonderwijs 2007’ geformuleerde conclusies en aanbevelingen vormen hierbij een belangrijke leidraad.