Kamervragen Schermers over de import van kruidenpreparaten

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP/VV 2788274

17 augustus 2007

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Schermers over de import van kruidenpreparaten. (2060721500)

Vraag 1
Bent u bekend met recente publicaties over de import van kruidenpreparaten, waarvan de Voedsel en Waren Autoriteit het gebruik heeft afgeraden vanwege de mogelijke ernstige gevolgen, zoals nierfalen en kanker?(1)

Antwoord 1
Ja.


Vraag 2
Deelt u de mening dat dit een ongewenste situatie is, en ziet u mogelijkheden om hier wat aan te doen?

Antwoord 2
Ja, het is een ongewenste situatie dat kruidenpreparaten aristolochiazuren bevatten. Om die reden is het in Nederland sinds 2001 verboden om kruidenpreparaten met aristolochiazuren op de markt te brengen (Warenwetbesluit Kruidenpreparaten).
De handhaving van dit Warenwetbesluit maakt deel uit van de activiteiten van de VWA. In het geval van kruidenpreparaten met aristolochiazuren zijn de uitkomsten van de handhavingsactiviteiten terug te vinden op de website VWA in de vorm van een lijst van verdachte producten en de mogelijke (andere) benamingen van deze preparaten.
Indien zich ergens in Europa problemen voordoen met kruidenpreparaten die aristolochiazuren bevatten, dan wordt de VWA hiervan via het Europese waarschuwingssysteem Rapid Alert System for Food and Feed op de hoogte gebracht.

Daarnaast wordt er vanuit zowel het bedrijfsleven als de betrokken beroepsverenigingen gewerkt aan een initiatief om te komen tot een betere garantie van de veiligheid van hun producten met betrekking tot aristolochiazuren. In een gezamenlijke verklaring zeggen zij toe door kwaliteitscontroles de veiligheid van producten te willen garanderen.

Ik ben van mening dat het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten, de activiteiten van de VWA met betrekking tot de handhaving en de informering van de consument, en de eigen initiatieven van het veld de veiligheid van de consument adequaat borgen. Waarbij rekening gehouden wordt met de keuzevrijheid van de consument en wordt het bedrijfsleven zo min mogelijk lasten opgelegd.


(1) de Volkskrant, 30 juni 2007