Antwoord van de minister-president op vragen van Tweede Kamerlid Kamp (VVD) over een interview met mevrouw A. van Ardenne

Antwoord op vragen over uitlatingen betreffende dubbele nationaliteit van oud-minister Van Ardenne in een interview met de Volkskrant

Download 'Antwoord van de minister-president op vragen van Tweede Kamerlid Kamp (VVD) over een interview met mevrouw A. van Ardenne'

PDF document | 3 pagina's | 140 kB

Kamerstuk | 29-03-2007

Vragen van het lid Kamp (VVD) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over een interview met mevrouw A. van Ardenne. (Ingezonden 22 maart 2007)


Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het interview met mevrouw A. van Ardenne, waarin zij stelt dat de Kamerleden Rutte en Kamp (beiden VVD), in verband met de door hen gedane uitlatingen inzake het hebben van een dubbele nationaliteit, de politiek moeten verlaten? 1)

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de opvatting van mevrouw Van Ardenne, zijnde een onlangs door de ministerraad voorgedragen ambtenaar bij de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties?

Vraag 3

Deelt u de mening, dat ambtenaren dergelijke uitspraken over leden van hun parlement niet behoren te doen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid de aanstaande permanente vertegenwoordiger voor de Nederlandse regering bij de FAO te wijzen op de verplichtingen die de ambtelijke status met zich meebrengt? Zo neen, waarom niet?



1) de Volkskrant, 20 maart 2007

Antwoord op vraag 1:

Ja.

Antwoord op vraag 3:

Artikel 125a van de Ambtenaren wet bepaalt dat de ambtenaar zich dient te onthouden van onder meer het openbaren van gedachten of gevoelens indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.
Dit is het relevante wettelijke kader.
Vooral ambtenaren die gezien hun functie dicht bij een politieke ambtsdrager staan, moeten zich steeds in acht nemen omdat zij de politieke verantwoordelijkheid van die ambtsdrager niet mogen doorkruisen.
Uitspraken als bedoeld in de vraag over leden van het parlement, van dergelijke ambtenaren kunnen strijdig zijn met een goede vervulling van de functie.

Antwoord op vraag 2 en 4:

Mevrouw Van Ardenne is voorgedragen voor de functie van permanent vertegenwoordiger bij de FAO en op het moment van het bewuste interview nog niet in (die) functie. Mevrouw Van Ardenne heeft mij aangegeven dat voornoemd interview haar laatste publieke optreden in samenhang met haar vorige functie was. Zij heeft dit zo ook aan toegelicht aan degenen die in het bewuste interview zijn genoemd.