Antwoord van de minister-president op vragen van Tweede Kamerlid Vendrik (GroenLinks) over staatssecretaris De Jager

Antwoord n.a.v. vragen omtrent mogelijke onregelmatigheden ten aanzien van de arbeidsverhoudingen en de bedrijfvoering binnen een onderneming in de tijd dat De Jager daaraan leiding gaf

In antwoord op de vandaag tijdens de regeling van werkzaamheden van de Tweede Kamer aan mij gestelde vragen over Staatssecretaris De Jager bericht ik u als volgt.

Tijdens de kabinetsformatie heeft het gebruikelijke gesprek van de formateur met de heer De Jager als beoogd Staatssecretaris plaatsgevonden aan de hand van de regels die daarvoor zijn vastgelegd in de brief aan uw Kamer d.d. 20 december 2002

(28 754, nr. 1). Daartoe heeft de gebruikelijke fiscale en justitiële naslag plaatsgevonden en heeft de formateur eveneens conform deze regels de vraag gesteld of er andere relevante feiten waren die een benoeming in de weg zouden kunnen staan. Hierbij zijn geen beletselen gebleken. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in mijn brief van 23 februari jl. (kenmerk 3073926).

De vragen die vandaag in de Volkskrant zijn gesuggereerd, zijn voor Staatssecretaris De Jager aanleiding de heer Lundqvist (voorzitter van het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, oud IBM-topman) te vragen een onafhankelijk onderzoek te doen instellen naar de bedrijfsvoering en de arbeidsverhoudingen binnen de onderneming in de tijd dat De Jager daaraan leiding gaf.
Staatssecretaris De Jager heeft mij daarover geïnformeerd; de uitkomst van het onderzoek wacht ik af.