Speech Wethoudersconferentie

Speech minister van Economische Zaken, mw. M.J.A. van der Hoeven, t.g.v. Wethoudersconferentie, 10 september 2007, Den Haag.

Dames en heren,

Iedereen met een beetje verstand van lekker eten, weet dat een goed menu een samenhangend geheel vormt. Geen verzameling van willekeurige gerechten maar een zorgvuldig samengesteld palet van smaken waarin zoet, zout, bitter en zuur elk tot hun recht komen. Daardoor wordt het geheel meer dan de som der delen.

Zo bezien, staat het ‘diner pensant’ – dat wij vanavond meemaken – model voor het ruimtelijk beleid van dit kabinet. Wij willen u geen losse gerechten voorschotelen, maar een afgestemd menu. Of eigenlijk is het meer een zorgvuldig samengestelde menukaart, met receptuur en een aantal ingrediënten.

Het is de bedoeling dat u zelf - lokaal en regionaal - aan het koken slaat. Hopelijk helpen onze recepten en ingrediënten u daarbij op weg. Verder moet u vooral de lokale smaak en uw eigen inspiratie volgen. Vergeet ook dáárbij niet de samenhang in uw menu.

Concreet voorbeeld van samenhangend regionaal economisch beleid: Brainport

Het menu-onderdeel waarover ik mag spreken, heet ruimtelijk-economisch beleid. Hoe kan je als overheid de economische vitaliteit van je dorp, stad of regio vasthouden en verbeteren? Ik zou daar een macro-economische verhandeling over kunnen houden. Maar ik illustreer het liever aan de hand van een concreet voorbeeld. Dat voorbeeld is de regio Eindhoven en omgeving, inmiddels ook bekend als Brainport.

Wie – zoals ik – een regelmatige gebruiker is van de A2, ziet al vanaf de Eindhovense rondweg dat hier bijzondere dingen gebeuren. De woorden ‘High Tech Campus’ stralen je op de snelweg tegemoet. In het voorbijgaan zie je een glimp van moderne, strakke gebouwen, kantoren en laboratoria. Soms zie je meer dan een glimp. Dan sta je in de file ;-). Ook daarvoor heeft het kabinet aandacht, zoals Camiel Eurlings heeft toegelicht. Een kleine zestig bedrijven waaronder Philips en ASML zijn vertegenwoordigd op de High Tech Campus, evenals belangrijke onderzoeksinstellingen.

De kracht van dit concept is de open structuur waarbij kennis en informatie wordt uitgewisseld, zelfs met concurrenten. Vanuit heel Europa waren de verschillende toptechnologie regio’s in juni op de Brabantse innovatieconferentie aanwezig om te zien hoe ‘open innovatie’ er in de praktijk uit kan zien. De High Tech Campus is slechts één verschijningsvorm van de Brainport. Maar er is meer. Ook gemeten in koele cijfers hebben we hier te maken met een dynamische en innovatieve regio. Het gebied heeft bijvoorbeeld de hoogste patentdichtheid van Europa. Niet zo vreemd als je bedenkt dat hier bijna de helft van de Nederlandse, particuliere uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling neerslaan.

Wie de bedrijvigheid in de Brainport ziet, zou bijna vergeten dat vijftien jaar geleden Eindhoven en omgeving er economisch niet goed voor stonden. Ik roep in herinnering de Operatie Centurion van Philips en het faillissement van DAF. Na herstel in de jaren negentig ontstonden er na 2000 opnieuw problemen in deze streek die sterk op export gericht is. Oorzaak was de afzwakkende groei van de wereldeconomie. Toch lukte het ook toen weer om terug te veren.

Wat is het geheim van dit regionale succes? Ik zie vier factoren die een belangrijke rol spelen.

  • 1. Vanaf het prille begin opereerden de 21 deelnemende gemeenten vanuit een heldere en breed gedragen visie. Eerst was dat het Stimulusprogramma, vanaf 2002 het Programma Horizon en tegenwoordig de Brainportnavigator 2013. Het duidelijkst blijkt de eendracht misschien wel uit de deels regionale financiering van deze programma’s. Per inwoner leggen de gemeenten een vast bedrag in. De regioraad beslist over de besteding daarvan. Wanneer je als regio met één stem spreekt, is het natuurlijk ook makkelijker om op nationaal of Europees niveau aanvullende financiering te krijgen.
  • 2. De markt zit bij Brainport aan het stuur, wat betreft de invulling van projecten. Zo heeft een project dat onder de vlag van Brainport wordt uitgevoerd, altijd een ondernemer of onderzoeker als projecteigenaar. De ondernemer werkt wel nauw samen met overheden en kennisinstellingen. Ondernemers en onderzoekers zijn natuurlijk alleen bereid om tijd en energie te investeren, als het gaat om levensvatbare ideeën.
  • 3. Brainport overschrijdt de traditionele grenzen van bestuurlijke thema’s. En pakt de volle beleidsbreedte om de regionale economie te vitaliseren. Innovatieve technologie, goede en voldoende arbeidskrachten, onderwijs en opleiding, ondernemerschap, acquisitie van buitenlandse bedrijven, bereikbaarheid en een aantrekkelijk leefklimaat voor internationale kenniswerkers; dus ook de randvoorwaarden van een toptechnologieregio, het hoort er allemaal bij.
  • 4. Brainport overschrijdt de grenzen van bestuurlijke indelingen. Economie trekt zich niets aan van gemeentegrenzen, provinciale grenzen of nationale grenzen. Brainport verzandt niet in een discussie rond gemeentelijke herindeling. Ook internationale samenwerking met bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten binnen de zogeheten kennisdriehoek Eindhoven-Leuven-Aken neemt een belangrijke plaats in in de Brainport-strategie. Doordat het Euregionale Maas-Rijn-programma is uitgebreid naar Zuidoost-Brabant, kan Brainport nu ook gebruik maken van Europese subsidiegelden om de regio nog meer internationale allure.

De lessen van Brainport

Kunnen andere regio’s lessen trekken uit de ervaringen van Brainport? Kritische geesten zullen wijzen op het unieke karakter van de streek. Op de traditioneel sterke positie van de industrie in Zuidoost-Brabant. Op de aanwezigheid van Philips die teruggaat op het einde van de 19e eeuw. Op de TU Eindhoven die in 1956 het licht zag.

Allemaal waar. Maar voor mij is dat niet de essentie. De essentie is voor mij: ken u zelve. Uw sterktes en uw zwaktes. En durf te kiezen voor uw sterktes. Zuidoost-Brabant koos voor high-tech. Friesland zal eerder kiezen voor water. Wát u kiest is belangrijk. Maar nog belangrijker is dát u kiest.

En een tweede les lijkt mij: doe het zelf én doe het samen. Dat klinkt misschien tegenstrijdig. Wat ik bedoel met ‘doe het zelf’, is: Wacht niet totdat Den Haag met initiatieven komt. Wacht niet tot de kerngemeente het goede voorbeeld geeft. Neem zelf het voortouw. Ga aan de slag. Én zoek daarbij de samenwerking met andere overheden. En vooral ook met bedrijven en kennisinstellingen in de regio. Want sterke regio’s zoals Brainport ontstaan uit een sterke wil tot samenwerken.

Ondersteuning EZ?

Tot zover de menukaart en receptuur die ik u als minister van Economische Zaken voorstel. Maar hoe zit het met de ingrediënten waarmee ik u kan ondersteunen?

Die zijn zeer gevarieerd. Ik noem de thematische innovatieprogramma’s en de regio-programma’s in het kader van Pieken in de Delta. Je kunt ook denken aan de steunkaart en de daaraan verbonden investeringsregeling. Een ander voorbeeld zijn de InnovatiePrestatieContracten. En er zijn natuurlijk ook algemene instrumenten voor het bevorderen van innovatie onder MKB’ers, zoals de Innovatievouchers en de Wet Bijzonder Speur- en Ontwikkelingswerk. Verder is het bestrijden van administratieve lasten door centrale en decentrale overheden natuurlijk heel belangrijk voor de ontwikkeling van onze economie; nationaal, regionaal én lokaal. Kabinet en gemeenten hebben hierover afspraken gemaakt. Gemeenten hebben het voortouw. EZ en Fin verstrekken vouchers waarmee u externe adviseurs kunt inzetten om de lokale administratieve lasten in kaart te brengen en verbeterplannen op te stellen.

Het zou te ver voeren al deze instrumenten hier uitgebreid te behandelen. Bovendien zijn deze ingrediënten niet meer dan smaakmakers. Uw succes hangt niet af van mijn geld, maar van uw eigen inzet. Het geld en de programma’s van EZ en de EU zijn daarbij slechts hulpmiddelen.

Slot

Dames en heren,

Ik hoop dat dit kijkje in de keuken van Brainport u inspireert om regionaal de handen ineen te slaan. Durf daarbij te kiezen voor uw sterke punten. Wacht niet op een ander maar ga zelf aan de slag. En zoek daarbij voordurend de samenwerking met ondernemers, onderzoekers en andere overheden.