Jaarvergadering van het KNV Goederenvervoer

Speech door de minister van Economische Zaken, mw. M.A.J. van der Hoeven, tijdens de jaarvergadering van het KNV Goederenvervoer, Den Haag, 25 september 2007.

Dames en heren,

Allereerst wil ik u hartelijk bedanken voor de uitnodiging om vandaag uw jaarvergadering bij te wonen. Een uitnodiging die ik met beide handen heb aangegrepen, want de sector transport en logistiek is van groot belang voor de Nederlandse economie.

Uw bijdrage aan de werkgelegenheid en het Bruto Nationaal Product mogen er zijn. Direct en indirect biedt uw sector werk aan meer dan 700.000 mensen. De toegevoegde waarde bedraagt naar schatting 25 miljard euro per jaar. Ook in de internationale context doet u het goed: u behoort als Nederlandse sector transport en logistiek tot de wereldtop.

Dat is natuurlijk te verklaren uit onze gunstige geografische ligging. Maar dat is maar de helft van het verhaal. Ik wil u, de leden van het KNV Goederenvervoer, graag een compliment geven: dank zij uw ondernemingszin, uw durf, uw initiatieven en uw inzichten speelt uw sector een hoofdrol op het nationale en internationale toneel. En daarmee toont u zich waardige opvolgers van de zeevaarders en handelsmensen die er al sinds de 13de eeuw voor zorgen dat Nederland de belangrijkste Europese draaischijf is voor internationale goederenstromen.

Het gaat dus goed met het goederenvervoer. Dat is echter geen reden om nu op de lauweren te gaan rusten. Integendeel, zou ik zeggen. Ontwikkelingen volgen elkaar snel op. De sector is volop in beweging. Dat laatste bedoel ik natuurlijk in figuurlijke zin, want u hebt natuurlijk behoorlijk wat last van de congestie op de autowegen.

Ik noem een paar van die ontwikkelingen: de goederenstromen nemen in hoog tempo toe. De containeroverslag bij ECT op Europoort nam vorig jaar met maar liefst 15 procent toe.

De sector wordt in toenemende mate kennisintensief, niet in de laatste plaats vanwege het groeiende belang van informatiestromen en de regie over goederenstromen: het supply chain management. Dan zijn er nog de toenemende eisen van verladers op het gebied van snelheid, betrouwbaarheid en flexibiliteit, waardoor een steeds grotere verwevenheid ontstaat tussen logistieke processen en productieprocessen.

Daarnaast lijkt uw toppositie af te kalven omdat de traditioneel hoge arbeidsproductiviteit in uw sector tussen 1998 en 2004 groeide met slechts 0,2 procent per jaar. Dat is laag vergeleken met het langjarig Nederlands gemiddelde, en alsof dat nog niet erg genoeg is, ook ten opzichte van het buitenland, met name van landen als Zweden, Denemarken en Finland. De uitgangspositie is dus goed, maar u moet er wel voor waken dat u niet wordt ingehaald.

Bovendien is er sprake van een aantal factoren van buitenaf. Zo eist de samenleving dat u de zogenaamde “externe effecten” reduceert, dat wil zeggen minder geluidsoverlast en minder uitlaatgassen. Voorts wordt u geconfronteerd met krapte op de arbeidsmarkt. Een laatste punt is de bereikbaarheid, vooral in de Randstad.

Dames en heren!

Ik wil beslist niet de indruk wekken dat ik u vandaag uitsluitend wil confronteren met ontwikkelingen die de sector bedreigen. Absoluut niet. Niet alleen omdat dat niet in mijn aard ligt. Maar ook omdat ik voor de transportsector een groot aantal kansen zie.

Die liggen dan volgens mij vooral in de kwalitatieve, in de hoogwaardige sfeer. Ik noemde al het belang van supply chain management, van de regie over stromen, niet alleen van goederen, maar ook van informatie. Denk ook aan zaken als slimmere capaciteitsplanning, vernieuwing in de samenwerking met verladers en de optimalisering van douaneprocessen.

Hoe kan u die kansen als sector het beste te verzilveren? Laat me twee sleutelzinnen citeren uit het Coalitie-akkoord van afgelopen februari. In de inleiding van pijler II van dat akkoord, getiteld Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie, staat het volgende te lezen: “Nederland zal aan behoud en versterking van zijn concurrerend vermogen moeten blijven werken. Concurrentiekracht is steeds meer afhankelijk van innovatief vermogen en van de mate waarin Nederland in staat is toegevoegde waarde en kwaliteit te leveren.” Einde citaat.

Of, zoals Hare Majesteit de Koningin het op Prinsjesdag verwoordde: “Innovatie is een belangrijke voorwaarde voor het behoud van onze welvaart.”

Het hoge woord is er uit, dames en heren: “innovatie”. Dat moet, óók in uw sector, een kernbegrip worden. Want de dienstverlening in de logistiek wordt, zoals al gezegd, steeds hoogwaardiger van karakter. Daarnaast vraagt de toenemende behoefte aan overzicht, transparantie en sturing van goederenstromen om nog meer kennis en kunde, om nog slimmere oplossingen.

Nu gebeurt er gelukkig al het een en ander. Ik noem het voorbeeld van de pilots in het kader van het EZ-programma Pieken in de Delta over de toepasbaarheid van Radio Frequency Identification (RFID) op Schiphol en in de Amsterdamse haven. Dat moet de luchthaven en de havens in staat stellen zich internationaal te onderscheiden door, onder andere, het verkorten van de doorlooptijd, verminderde administratieve lasten, een verminderd aantal inspecties van goederen en het verhogen van de veiligheid. De overheid werkt in dit innovatieve project samen met een aantal partners uit het Amsterdamse bedrijfsleven, waaronder een paar prominente transportbedrijven.

Dat is een heel concreet project, één van de vele die op dit moment op stapel staan. Ook als KNV bent u actief, zoals blijkt uit uw eigen Innovatieprogramma. U hebt dat de titel meegegeven van De basis voor de toekomst. Die is mij uit het hart gegrepen, want, zoals ik al eerder zei, zonder innovatief vermogen gaat het niet langer.

Dames en heren!

Uw innovatiecommissie heeft goed werk geleverd. Het allerbelangrijkste aspect vind ik dit: dat alle plannen zijn ontwikkeld vóór en dóór de sector. Wat KNV Goederenvervoer laat zien is dat creativiteit en innovatie niet voortkomen uit overheidssubsidies, al kunnen ze wel helpen. Creativiteit en innovatie komen voort uit de sector zelf, en uit de ondernemers die daar deel van uitmaken. Dat u dat hebt gezien – en laten zien – daarmee wil ik u complimenteren.

Wat ook belangrijk is: dat u zich “beperkt” – ik zeg dat tussen aanhalingstekens – tot plannen die te verwezenlijken zijn. Dus geen vage luchtfietserij maar concrete en zoals u dat noemt “afgebakende” plannen en projecten. Dat zijn heel verstandige voornemens.

Ook de hoofdclusters waarop u zich richt, spreken mij bijzonder aan: Informatie en Communicatie – we hadden het eerder al over het belang daarvan.

Een volgend cluster is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen – ik neem aan dat het hier gaat om een breder duurzaamheidsbegrip, en duurzaamheid, dat hebt u op vorige week dinsdag kunnen horen, is één van de fundamenten waarop het beleid van dit kabinet rust.

Het laatste aandachtsgebied gaat over Human Resource Management. Ik sprak al over de krapte op de arbeidsmarkt, de kwantiteit, maar het zal u zeker ook om de kwaliteit van uw werknemers gaan.

En daar kan de overheid weer wat voor u betekenen, met name op het gebied van onderwijs en opleidingen. Daarom participeert de overheid ook in het Kennisakkoord Logistiek, dat in november 2005 werd gesloten tussen de overheid, een aantal kennisinstellingen en de EVO, TLN en KNV. Het stelt zich ten doel toekomstgerichte, integraal geschoolde logistici op te leiden, bij te dragen aan een substantiële logistieke kennissprong en jongeren te enthousiasmeren om te kiezen voor het vak logistiek.

Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld via de recent ontwikkelde Digiscan, waarmee HBO-studenten in de logistieke vakken snel kunnen analyseren hoe bedrijven hun werkwijze kunnen verbeteren. En volgend jaar gaat het programma Topcoaches voor Topstudenten van start. De naam zegt het al: het programma koppelt topmensen uit het bedrijfsleven aan veelbelovende studenten, die een bepaalde periode met hun coach kunnen meelopen.

Tot slot, dames en heren. U als sector streeft er naar dat Logistiek & Supply Chains zal worden aangemerkt als een kansrijk innovatiegebied. U baseert zich daarbij op het werk van de Commissie Van Laarhoven, die diepgaand heeft bekeken hoe de logistieke sector zich verder kan ontwikkelen.

Ik steun uw streven van harte en blijf graag met u in dialoog over de ontwikkeling van een innovatieprogramma Logistiek en Supply Chains.

Ik moedig u aan met een goed verhaal en een aansprekende ambitie te komen en daarbij de sector breed te mobiliseren. Ik heb er alle vertrouwen in dat u dat gaat lukken.

Dames en heren,

NL is en blijft ‘transportland’. Wie dat niet wil zien, miskent het NL’se verleden, onze strategische geografische positie en de impact van de sector op onze economie.

Wat zeg ik: op de wereldeconomie. Want dankzij de container maakt zeevracht nog maar 3 procent uit van de verkoopprijs van een product. In 1970 was dat nog 10 procent.

Met andere woorden: de container is hoofdverantwoordelijke voor de explosieve groei van de wereldhandel in de afgelopen decennia. Daarmee staat de container op gelijke voet met de televisie, de microchip en het straalvliegtuig. Uitvindingen die het aanzien van de 20ste eeuw hebben bepaald.

Dus hoezo oude technologie? Er valt nog volop te innoveren én te verdienen in het transport. Ik wens u daarbij veel succes.