Opening van de Nationale Onderwijsweek

Intro

Dit is alweer de vijfde Nationale Onderwijsweek. Het eerste lustrum dus.
Een week met tal van activiteiten en vooral heel veel aandacht voor het onderwijs, van basisscholen tot en met het hoger onderwijs. En waarbij vooral de leraar in het zonnetje zal worden gezet.

En zoals jullie weten heeft de Nationale Onderwijs Week elk jaar een thema. Dit jaar is dat: Onderwijs in bedrijf.
Wat me hierbij aanspreekt, is dat het, net zoals in voorgaande jaren, ook deze keer weer een thema is dat zich richt op de wisselwerking tussen onderwijs en samenleving.

Gelukkig geen navelstaarderij.
Want scholen staan midden in de samenleving.
Daarom is het belangrijk dat scholen verbinding maken met die samenleving.
Dat kan zijn: banden aanknopen met bedrijven.
Maar ook: contacten leggen met maatschappelijke instellingen in buurt en regio.
Denk daarbij aan de maatschappelijke stages in het voortgezet onderwijs. Maar ook aan brede scholen, die samenwerken met bijvoorbeeld peuterspeelzalen, sportverenigingen of culturele instellingen.
Plus natuurlijk: de contacten met de ouders.
Volgens mij is dit alles essentieel voor de kwaliteit van het onderwijs.

Overigens: die verbinding met de samenleving is niet iets dat uitsluitend door de school zélf moet worden opgepakt. Mijn uitgangspunt is juist dat leraren zich moeten richten op waar ze het sterkst in zijn: lesgeven.
Daarom organiseren wij bijvoorbeeld 2.500 fte’s aan ‘combinatiefuncties’: het zijn deze mensen die moeten zorgen voor de verbindingen tussen de brede scholen en activiteiten als sport en muziek.

Leraren

Als ik hier zo rondkijk, zie ik heel jonge enthousiaste mensen die bewust gekozen hebben voor het vak van leraar.
En terecht: want het is natuurlijk een heel mooi, uitdagend vak!
Want een leraar is iemand die er écht toe doet.
Wie herinnert zich uit zijn eigen schooltijd nou niet een bijzondere onderwijzer of onderwijzeres?

Zo’n onvergetelijke juf of meester is voor veel mensen zelfs een inspiratiebron voor de rest van hun leven. Zo iemand kan een kind net dat extra duwtje in de juiste richting geven. Of wat steun als het tegenzit.
Want, en dat weten jullie natuurlijk als geen ander, een leerkracht draagt niet alleen kennis over, maar heeft ook volop oog voor het kind achter de leerling.
Daarom is zo’n leerkracht goud waard!

Commissie Rinnooy Kan

En dat vind niet alleen ik.
Dat vind óók de Commissie Rinnooy Kan.
En dat vinden óók mijn collega’s minister Plasterk en staatssecretaris Van Bijsterveldt.
Eind oktober komen wij met een officiële reactie op het rapport van de Commissie Rinnooy Kan en maken wij onze plannen en maatregelen bekend.
Maar zoals ook minister Ronald Plasterk vorige maand al zei, bij het in ontvangst nemen van het rapport van Alexander Rinnooij Kan:
We moeten dit advies gaan uitvoeren. Maar dat kunnen we niet alleen. Dit probleem is zo groot, en het speelt op alle niveaus in het onderwijs: po, vo, mbo en hbo. Dat kunnen we alleen samen oplossen: samen met leraren, schoolbesturen, ouders, lerarenopleidingen, sociale partners én andere overheden.

En hij voegde daar aan toe:
Het nieuwe lerarenbeleid zal veel inzet kosten, maar ook geld. Met de inkt voor de begroting voor volgend jaar nog maar net droog, is het niet uitgesloten dat we prioriteiten in het bestaande onderwijsbeleid zullen moeten heroverwegen.
De focus op de leraar is belangrijk omdat het onderwijs beter moet, daar zijn we het allemaal over eens; en de kwaliteit van het onderwijs wordt uiteindelijk in de klas bepaald, de leraren máken de school.
Goede, bevlogen leraren verdienen dan ook meer waardering en respect, zij mogen weer op een voetstuk.
Het vak van de leraar moet zijn glans terugkrijgen!

Zo gaan we met z’n allen hard aan de slag om de kwaliteit van ons onderwijs een treetje hoger te krijgen.
Mijn credo is: wat slecht is moet goed. En wat goed is moet beter.
Wat mijn eigen portefeuille, het basisonderwijs en het speciaal onderwijs (én de kinderopvang), betreft heb ik de plannen daarvoor op 10 september bij de opening van het hogeschooljaar op Hogeschool Edith Stein in Hengelo bekendgemaakt. Ik zal ze hier nog kort noemen.

Kwaliteitsagenda (1)

Allereerst maak ik samen met leraren, schoolleiders en bestuurders een kwaliteitsagenda Primair Onderwijs.
Een gezamenlijk initiatief om de kwaliteit van onze basisscholen een extra impuls te geven.
Met als uitgangspunt, dat als je kwaliteit en leerprestaties wil verbeteren, dat je dan docenten en schoolleiders moet ondersteunen. Zodat ze zich volledig kunnen richten op dat wat ze allemaal willen: het geven van kwalitatief hoogwaardig onderwijs.
Het zijn immers de docenten die de sleutel in handen hebben voor meer kwaliteit.

Als onderdeel van die kwaliteitsagenda wil ik me sterk maken voor nog drie punten om samen te werken aan meer kwaliteit:

  1. Focus op taal en rekenen,
  2. Investeren in docenten, vooral door ze van elkaar te laten leren,
  3. En: resultaten en successen zichtbaar maken.

Focus op taal en rekenen (2)

Over mijn tweede punt, de focus op taal en rekenen:
We weten dat schoolsucces staat of valt met het beheersen van basisvaardigheden op het gebied van taal en rekenen.
Daarom beginnen we met het wegwerken van taalachterstanden vóór dat kinderen op de basisschool komen. Dat is ook de reden dat we fors investeren in voor- een vroegschoolse educatie.
Verder willen we zoveel mogelijk aansluiten bij wat al werkt in de praktijk. Want veel scholen zijn heel effectief bezig.
Zoals bijvoorbeeld in Enschede. Ik was daar op de Usselerschool. En ik zag daar dat leerkrachten werd geleerd hoe zij de leesprestaties van hun leerlingen konden verbeteren: leerlingen met een leesachterstand werden niet in het 'slechte leesgroepje' gezet, maar kregen juist moeilijker oefeningen om zo te werken aan hun leesniveau. Dus voor zwakke leerlingen maakten zij het juist moeilijker!
Heel opmerkelijk. Maar met fantastische resultaten.
En wat het leuke was: leraren zagen dat het werkte en werden razend enthousiast. En hun enthousiasme werkte aanstekelijk waardoor ook weer andere docenten enthousiast werden.
Dat was in Enschede, maar overal in ons land zijn er taalprogramma’s met vaak fantastische resultaten.

Leren van elkaar (3)

Dan mijn derde punt: de verhoging van de kwaliteit van docenten – vooral door van elkaar te leren.
Inderdaad: van elkaar, want duurzaam verbeteren van kwaliteit kan niet in isolement.
Elkaar aan het werk zien, ervaringen delen,
en resultaten met elkaar bespreken.
Dát hebben we nodig!
Daarom ga ik stimuleren dat leraren bij elkaar in de klas komen.
Daarom ga ik belemmeringen daarvoor wegnemen.


Zichtbaar maken van resultaten en succes (4)

Tot slot dan punt nummer vier: het zichtbaar maken van resultaten en successen.
En scholen beschikken over een prima instrument daarvoor, namelijk het leerlingvolgsysteem.
Zo kun je van jaar tot jaar zien welke ontwikkeling een kind doormaakt. Al die informatie is ook nog op een andere manier te gebruiken. Het zegt namelijk niet alleen iets over de vorderingen van de individuele leerling. Maar ook over hoe je het als leerkracht doet. Wat je bereikt met je leerlingen. Je zou dus moeten kijken naar de toegevoegde waarde van alle beschikbare informatie. En niet alleen afgaan op toetsresultaten of eindscores.
Op die manier kun je zichtbaar maken of je je als school weet te verbeteren.
Wat ik wil, is dat de omgeving van de school dat dan ook weet en dat de school daar dan ook de complimenten voor krijgt.

Rol pabo’s

Ik heb er alle vertrouwen in dat de lerarenopleidingen zowel naar de eigen studenten als naar de opleidingsscholen een krachtige rol gaan spelen bij de kwaliteitsslag die we samen willen maken.
Want het verhogen van kwaliteit in het basisonderwijs, begint bij de pabo’s.
Mijn hoop is daarom óók gevestigd op jullie: enthousiaste jonge mensen die met hart en ziel hun vak op topniveau willen gaan uitoefenen!

Slot

Tot slot, ik heb het al eerder gezegd:
we kunnen trots zijn op ons onderwijs, want ons onderwijs is goed.
Maar we kunnen pas écht trots zijn als we goed maken wat nu nog slecht is. En beter maken wat al goed is.
Ik ga er voor en ik vertrouw erop dat we er met z’n allen voor gaan.

Dan verklaar ik nu de 5e Nationale Onderwijsweek voor geopend!