'Cliëntenraden moeten zich niet laten afschepen'
Als het gaat om eten in een verzorgings- of verpleeghuis hebben cliëntenraden meer invloed dan ze vaak denken. Ze moeten gebruik maken van hun verzwaard adviesrecht en zich door het bestuur van het tehuis niet laten afschepen. "U moet niet denken: dat lukt toch niet!", zei staatssecretaris Bussemaker tijdens de landelijke dag van cliëntenraden in Arnhem. Tevens legde ze uit waarom er bezuinigingen in de AWBZ plaatsvinden.
Dames en heren,
De afgelopen maanden heb ik een aantal verzorgings- en verpleeghuizen bezocht. Tijdens die bezoeken viel me op dat er verschil is tussen hoe de warme maaltijd wordt genuttigd. In het ene huis reed rond half twaalf een rammelende wagen van waaruit het eten aan de bewoners –die op hun kamers bleven - werd uitgedeeld.
In een ander huis zag ik dat de bewoners in de gemeenschappelijke ruimte gezellig met elkaar aan mooi gedekte tafels zaten te eten. Er werd tijd uitgetrokken voor de maaltijd en ik merkte dat de mensen er naar uitkeken en met smaak aten.
En in kleinschalige zorggroepen gaat men nog een stap verder. Daar doen de bewoners samen boodschappen en koken ze samen. Dat zag ik in een woongroep voor Indische ouderen en ik kan u zeggen dat toen ik er op bezoek was het er heerlijk naar nasi rook.
Natuurlijk heb ik aan de directeuren van deze huizen gevraagd hoe dat verschil mogelijk is. Het antwoord dat ik van de huizen met de rammelende wagens kreeg, was vaak: ‘dat zijn we zo gewend en de mensen vinden dat prettig’. En soms werd er aan toegevoegd: ‘dit is goedkoper’.
Maar als ik dan aan de directeur van het huis met het restaurant vroeg of het eten bij hem nu zoveel duurder is dan in andere huizen, kreeg ik een ontkennend antwoord. Wel had de directeur een paar duizend euro geïnvesteerd in tafelkleden en servies, maar dat was dan ook alles.
Inmiddels weet u na vandaag ook dat het niet een kwestie van geld is, maar een kwestie van cultuur en het aanpassen van de werkprocessen. Ik heb begrepen dat u daarover al het een en ander van andere sprekers hebt gehoord.
Ik hoop ook dat het u duidelijk is geworden dat u, als cliëntenraad, een belangrijke invloed kunt uitoefenen op hoe en wat er in uw huis wordt gegeten.
Ik wil dat in ieder geval graag nog eens benadrukken.
Cliëntenraden hebben in zorginstellingen een verzwaard adviesrecht. Dat betekent dat er naar uw advies goed geluisterd moet worden en dat het bestuur met sterke tegenargumenten moet komen om uw advies af te wijzen. Van dat recht moet u ook gebruik maken!
Dat betekent dat u zich niet moet laten afschepen door het bestuur met antwoorden als: daar hebben we geen geld voor, of: het ontbreekt ons aan het personeel. Dat moet het bestuur dan duidelijk aantonen.
Als de Tweede Kamer een motie indient waarin staat dat ik er voor moet zorgen dat meer ouderen aan sport moeten gaan doen, dan kan ik niet zomaar zeggen: daar is geen geld voor. Dan zal ik dat erg goed moeten onderbouwen en met bewijzen moeten komen. En de Kamer zal dan waarschijnlijk ook zeggen: zorgt u maar dat u het geld ergens vandaan haalt, van iets wat wij niet zo belangrijk vinden.
Natuurlijk bent u geen parlementariër, maar u kunt van uw bestuur wel vragen iets duidelijk uit te leggen. Dat is uw rol en u moet niet snel denken: dat lukt toch niet. Laat u niet overtroeven en maak gebruik van uw verzwaard adviesrecht!
Nu hoor ik u denken: die staatsecretaris heeft makkelijk praten. Ze wil dat wij bij de besturen aandringen op beter en gezelliger eten en intussen bezuinigt ze op de zorg.
Ik kan me goed voorstellen dat u dat denkt. Maar laat ik voorop stellen dat er zo’n 2 miljard euro extra naar de AWBZ gaat. Er wordt dus alleen op onderdelen minder geld uitgegeven.
En ik kan u uitleggen waarom er aan de ene kant bezuinigen noodzakelijk zijn en er aan de andere kant toch veranderingen in de zorg kunnen worden doorgevoerd, zoals een goede maaltijd.
Laat ik beginnen met de bezuinigen.
Net als u sta ik voor goede, verantwoorde zorg. Toch is er een verschil tussen de meeste van u en mij.
U wil vooral goede zorg nú, en dat vind ik ook terecht en daar wil ik me ook voor inzetten.
Maar ik wil ook goede en betaalbare zorg in de toekomst. Voor over 20 jaar, als uw kinderen oud zijn en zorg of verpleging nodig hebben. Dan moet ook de kwaliteit van zorg gegarandeerd zijn en dan moet er ook solidariteit met langdurig zieken zijn.
En hoe vervelend ik het ook vind, daarvoor moeten we nú al een aantal keuzes maken. De afgelopen jaren hebben steeds meer mensen een beroep gedaan op de AWBZ en dat zal de komende tijd niet afnemen. Willen we in de toekomst mensen de ondersteuning blijven geven die we nu vanzelfsprekend vinden, dan moeten we keuzes maken. Doen we dat niet, dan worden de zwaksten in onze samenleving op den duur de dupe.
Er vindt een bezuiniging van 1 procent plaats op de zogenaamde intramurale zorg, de zorg die binnen tehuizen en instellingen wordt verleend. Dat zult u merken. Maar - en dan kom ik weer bij u als cliëntenraad terecht - u kunt invloed hebben op hoe die bezuiniging plaatsvindt. U kunt bij de bewoners nagaan waarop ze eventueel wel en waarop ze zeker niet willen bezuinigen. En ik denk dat de meeste mensen géén bezuiniging willen op hun eten en dat ze het prettig vinden als er juist wat verandert rond de maaltijden. En dat kan, ondanks de bezuiniging van 1 procent, want die veranderingen - ik zei het al eerder - hoeven geen extra geld te kosten. Sterker nog, ik ken zorghuizen waar men de maaltijden ook in de buurt uitserveert, waardoor ze er wat extra’s aan over weten te houden.
Verder zal het aantal mensen dat aanspraak kan maken op ondersteunende begeleiding, zoals hulp bij de administratie, worden beperkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die uitsluitend lichamelijke aandoeningen hebben, als gevolg van bijvoorbeeld een ziekte. Deze vorm van ondersteunende begeleiding wordt vanaf 2008 niet meer vergoed via de AWBZ. Voor huidige gebruikers geldt een overgangstermijn van een jaar. Ik wil benadrukken dat het van belang is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. De persoonlijke verzorging en verpleging blijven dan ook gegarandeerd.
Ook voor mensen met psychosociale problemen geldt dat zij vanaf 2008 geen ondersteunende begeleiding meer vergoed krijgen via de AWBZ.
Overigens wil ik u er graag op wijzen dat ik niet alleen bezuinig. Ik ga de komende tijd ook extra geld uitgeven.340 Miljoen euro voor de kwaliteit van zorg. Met dit geld wil ik er voor zorgen dat meer mensen in de zorg gaan werken.
Daarnaast wil ik er voor zorgen dat de mensen die in de zorg werken minder tijd hoeven te besteden aan administratieve handelingen en dat ze minder tijd kwijt zijn aan het invullen van registratielijsten. Kortom: minder bureaucratie.
Al deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat er meer handen aan het bed komen. Want als er iets de laatste jaren duidelijk is geworden, dan is dat dat de meeste mensen aandacht willen. Ze willen als een mens behandeld worden. Ze willen een zelfstandig individu blijven en niet verdwijnen in de grote massa.
Tot slot wil ik nog iets zeggen over de maaltijdvoorzieningen in huizen waar een scheiding is tussen wonen en zorg. Als mensen kiezen voor zelfstandig wonen, dan woon je voor de wet ook zelfstandig. Dat betekent dat je geen gebruik kunt maken van maaltijdvoorzieningen. Daar moet je dan zelf voor zorgen. Daar staat wél tegenover dat je minder eigenbijdragen betaalt dan mensen die hebben gekozen voor volledige intramurale zorg.
Ik geef toe dat dit tot misverstanden kan leiden en dat mensen die kiezen voor zelfstandig wonen tóch graag gebruik willen maken van de maaltijdvoorziening van de instelling waar ze onder vallen. Daarom wil ik werken aan een zogenaamd Volledig Pakket Thuis. Dat betekent dat, hoe je ook woont, zelfstandig of niet, je allemaal over dezelfde voorzieningen kunt beschikken.
Dames en heren, ik ga afsluiten.En dat doe ik door de hoop uit te spreken dat u vandaag doordrongen bent van de mogelijkheden die er zijn om de kwaliteit van de zorg te verbeteren zonder dat dat extra geld kost. Dat kan zeker als we het hebben over het eten. Ik hoop dat u inziet dat u, als cliëntenraad, daarin een belangrijke rol kunt spelen.
En tot slot hoop ik, dat ik u duidelijk heb kunnen maken dat de bezuinigingen die nu plaatsvinden noodzakelijk zijn om de zorg van uw kinderen over 20 jaar veilig te kunnen stellen.