Bijeenkomst 'Groeten uit Damsko' bij het tienjarig bestaan ROC Amsterdam
Dames en heren,
Ik lees u om te beginnen een citaat voor:
‘De jongeren van tegenwoordig hebben lak aan hun ouders, zijn geobsedeerd door seks en verslingerd aan moderne muziek en dans.
Ze hangen op pleinen rond en hebben geen enkele conditie doordat ze onvoldoende sporten.
Op school is geen aandacht meer voor normen en waarden. Ze leren daar vooral hoe ze elkaar de loef afsteken.’
Wie zou dit gezegd kunnen hebben?
Wanneer? In welke krant?
Ik zal u helpen: de Griekse komedieschrijver Aristophanes zei dit rond 400 voor Christus. En dat bewijst maar weer: geklaag over jongere generaties is van alle tijden.
Is er dan niets nieuws onder de zon?
Toch wel.
Nieuw is dat het nu eens niet wederzíjds is.
In tegenstelling tot de damslapers, de dijkers, de pleiners en de punkers heeft déze generatie minder kritiek op de oudere generatie, dan andersom.
Dat is natuurlijk mooi.
Maar het ontbreken van zo’n duidelijke tegencultuur onder jongeren, maakt ze wel moeilijker grijpbaar. En daardoor minder bégrijpbaar.
Daarom vind ik het uitstekend dat het (jarige) ROC Amsterdam de Generatie Einstein vandaag zo expliciet (en van alle kanten) belicht.
Die kennis hebben we hard nodig.
Want ik durf te stellen dat we bij de vermindering van schooluitval een wereld kunnen winnen: als we er beter weten hóe we jongeren aan kunnen spreken.
Ik zal dat illustreren aan de hand van twee onderwerpen op het terrein van VSV.
In beide gevallen speelt de communicatie met jongeren een belangrijke rol.
Als eerste noem ik onze campagne, ‘Jij moet verder leren dan je neus lang is’ - met Jörgen Raymann. (Kent iedereen die campagne?)
De grote vraag was natuurlijk: hoe communiceer je zo’n boodschap aan jongeren, zodat het ze aanspreekt.
Aan het reclamebureau waarmee we samenwerkten, de taak zich hierover te buigen.
De creatieven van de campagne bezochten een aantal VMBO-scholen en interviewden daar jongeren over de kwalificatieplicht.
Belangrijkste bevindingen:
(1) Jongeren wilden dat de boodschap eerlijk en duidelijk verteld zou
worden. Jongeren, zo bleek, willen geen mooi verhaal eromheen horen. Ze willen onverbloemd weten waar het om draait.
Misschien mede omdat ze reclame goed door hebben, tal van boodschappen dagelijks horen, prikken ze er gemakkelijk doorheen als de zaak mooier wordt gepresenteerd dan die is.
Daarom hebben we gekozen voor de zin ‘jij moet verder leren dan je neus lang is’. Best streng, door dat woordje móéten.
Als we ouders hiernaar vroegen, zeiden ze vaak: ‘nee, bij mijn kind moet je niet aankomen met dat ie iets móet….’
Terwijl jongeren het juist wel wilden. Leerlingen - ze zeiden het letterlijk - voelen zich daardoor serieus genomen.
Wij toonden dus in hun ogen respect door zo eerlijk en streng te zijn.
(2) We kwamen erachter dat jongeren heel goed zelf in staat waren uit te leggen waarom ze moeten doorleren.
Hoewel ze dat instinctief soms eerst ‘belachelijk’ vonden,
snapten ze het prima als we ze er even over na lieten denken.
Zeker toen ze hoorden dat het ook via een BBL-traject kon.
Daarom besloten we om ze de kans te geven er zelf over te communiceren.
Op scholen bieden we lespakketten aan, waarbij ze onder meer zelf een filmpje kunnen maken.
Het winnende filmpje wordt professioneel gedraaid en zal verschijnen op MTV-networks. Via jijmoetverderleren.nl zijn die filmpjes al te zien.
Ik denk dat de aanpak die we gekozen hebben, goed past bij kernwaarden van jongeren (zoals authenticiteit) en de manier waarop ze communiceren (via beeld en interactief).
Maar pas als het bijdraagt aan minder schooluitval (dat houden we natuurlijk scherp in de gaten) dan weten we zéker dat we een snaar geraakt hebben.
Kom ik op het tweede voorbeeld, loopbaanoriëntatie.
Belangrijk voor een goede doorstroom van VMBO naar MBO.
Belangrijk voor een goede aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt.
En (daarom noem ik het hier) belangrijk bij het preventief tegengaan van schooluitval
Hans de Boer (van de Taskforce Jeugdwerkloosheid) liet in 2004 opvattingen over school en werk van VMBO-ers en MBO-ers inventariseren.
Daaruit bleek uit dat veel jongeren geen helder beeld hebben van het beroepsleven.
Dat ze niet weten wat ze te wachten staat. En niet weten wat ze willen.
Ook blijkt: doordat er nog steeds onvoldoende informatie wordt gegeven over de beroepsinhoud en arbeidsmarktperspectieven,
maken nog te veel jongeren een verkeerde beroepskeuze.
Eén derde van de schooluitval komt vanwege een verkeerde studiekeuze.
En de helft van de MBO-ers heeft (in het eerste jaar)
spijt van zijn of haar keuze.
Kiezen moet je kunnen, zogezegd. We moeten jongeren dus beter begeleiden. Of liever gezegd: er goed over nadenken hoe we ze beter kunnen aanspreken. Want de intenties zijn ongetwijfeld goed.
En dan komt de communicatie weer om de hoek kijken.
Uit onderzoek van Laks (jongeren zelf dus) bleek dat de manier waarop loopbaanoriëntatie wordt aangeboden, vaak niet aansluit bij de leerstijl van jongeren.
Een kast vol -brochures is volgens hen niet de oplossing. Leerlingen naar de open dag van het ROC sturen evenmin. VMBO-leerlingen leren liever door te doen. Dat moeten we serieus nemen.
Laat leerlingen meelopen in leerbedrijven.
Laat ze aan de praktijk proeven.
Zoals de snuffelstages, die hier door het ROC Amsterdam worden aangeboden.
Of neem de VMBO-carroussel, waar ze in het Noorden des lands mee bezig zijn. [Ik was daar vorige week op werkbezoek].
Daar kunnen jongeren zien of het beeld dat ze van een bepaald beroep hebben, ook klopt met wat ze in praktijk ervaren.
Vooraf en na afloop wordt er over hun ervaringen gepraat.
Essentieel.
Maak ook gebruik van de pro-actieve houding van jongeren – zoals we bij de campagne doen.
Toen de naam van de decaan werd voorgedrukt op posters voor VMBO-scholen, stegen de aanmeldingen voor de actie ‘Kom in het leerbedrijf’ opeens van 3.500 naar 13.000. Dankzij de poster vroegen VMBO-leerlingen hun decaan zelf of hij hen wilde opgeven voor een bezoek aan een leerbedrijf.
Voorheen was dit initiatief bij de decanen belegd. Nu bij de jongeren zelf. Dat werkt dus goed!
Tot slot noem ik peer-group mentoring. Het blijkt heel goed te werken om generatiegenoten in te schakelen bij het maken van beroepskeuzes.
Nogmaals: bij de vermindering van schooluitval kunnen we een wereld winnen: als we er met elkaar beter over nadenken hóe we jongeren aan kunnen spreken. Met name bij de loopbaanoriëntatie.
Wij stellen extra geld beschikbaar om de kwaliteit daarvan te verbeteren. Aansprekende initiatieven krijgen extra geld. De decanen onder u zou ik willen meegeven: doet u daar uw voordeel mee.
Maak er werk van. Samen met ROC en bedrijfsleven.
Dames en heren,
Voordat ik u allen een heel vruchtbare dag met veel nieuwe kennis toewens, nog even het volgende. Ik heb het met u gehad over de vraag hoe we jongeren, onze leerlingen kunnen áánspreken. In relatie tot de campagne kwalificatieplicht en de loopbaan oriëntatie.
Maar leerlingen boeien en vasthouden, dat bereiken we natuurlijk in de eerste plaats en laatste plaats met het onderwijs zelf.
Niet door voortdurend te klagen. Maar door positief na te denken over wat jongeren in de vorm van je onderwijs echt aanspreekt.
Dit ROC is daar ongelooflijk druk mee bezig. Met het Johan Cruijff-college, het Schiphol-college, het College Hotel. Dat zijn leerplekken met een enorme uitstraling. Daar kunnen jongeren met trots over vertellen. Daar kunnen ze zich mee identificeren.
Ik feliciteer dit ROC met zijn tienjarig bestaan. U heeft de afgelopen tien jaar flink bijgedragen aan de kwaliteit van het MBO. Ga daar mee door!