Illegale verkooppunten vanaf 1 november sneller dicht

Gemeenten kunnen voortaan woningen van waaruit drugs wordt verkocht eenvoudiger sluiten. Een wijziging van de Opiumwet, die op 1 november 2007 in werking treedt, maakt dit mogelijk. Niet langer is verstoring van de openbare orde vereist. Die verruiming van de sluitingsmogelijkheid van illegale verkooppunten richt zich vooral op woningen die als verkooppunt worden gebruikt.

De maatregel past niet alleen in het streven om de handhaving van het cannabisbeleid aan te scherpen, maar komt ook tegemoet aan de uitdrukkelijke wens van de VNG en gemeenten om effectiever te kunnen optreden tegen illegale verkooppunten. In de praktijk blijkt dat de handelaren in drugs de mazen van de wet wisten te vinden en de illegale verkoop van drugs zo inrichten dat er geen of nauwelijks meer sprake is van verstoring van de openbare orde. Zij kopen daarom vrijstaande panden zonder buren en wekken soms de schijn te verhuren. Ook wordt klanten geadviseerd niet met draaiende motor te stoppen om overlast te vermijden of de drugs elders te gebruiken. Bedreiging of intimidatie van omwonenden komt eveneens voor. Mensen worden bang en zien af van aangifte.

De illegale verkoop vanuit woningen heeft desondanks een verloederend effect op de buurt en dat is de reden, waarom gemeenten er tegen op willen treden.
Dit maakt het voor gemeenten erg lastig een dossier op te bouwen dat voldoende bewijs voor de openbare orde verstoring oplevert. Om kans te maken bij de rechter moet het een aantal overlastmeldingen bevatten, alsmede sfeerrapportages en processen-verbaal van drugsklanten.

Veel gemeenten ervaren dit als een belangrijk knelpunt in hun aanpak van illegale drugshandel. Vooral in de grensregio’s wordt vaker cannabis verkocht buiten de coffeeshops om, zonder verstoring van de openbare orde. Om het probleem bij de aanpak van illegale verkooppunten te verhelpen, krijgt de burgemeester de bevoegdheid om nu alle panden te sluiten als een overtreding van de Opiumwet is vastgesteld. Voor sluiting van woningen is dus niet langer verstoring van de openbare orde nodig.

Een dergelijke aanpak moet onderdeel zijn van het door gemeenten te voeren beleid waarin duidelijk en kenbaar is aangegeven hoe illegale verkooppunten worden aangepakt en dat daarover afspraken zijn gemaakt in de lokale driehoek.