Hoogtepunten uit de JBZ-raad (8 en 9 november)

Op 8 en 9 november kwamen de EU ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken bijeen in Brussel voor de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken. Ze spraken onder andere over legale migratie, het afschaffen van de grenscontroles voor negen landen in Oost-Europa, en de bescherming van persoonsgegevens. Voor Nederland waren minister Hirsch Ballin, minister Ter Horst en staatssecretaris Albayrak aanwezig.

Toetreding nieuwe lidstaten tot het Schengen-gebied

De EU ministers van Justitie bereikten een akkoord over toetreding van negen EU-lidstaten tot het Schengen-gebied, waarin de grenscontroles zijn opgeheven. Momenteel telt het Schengen-gebied vijftien landen. Dit zijn de West-Europese lidstaten van de EU (behalve Groot-Brittannië en Ierland) en de niet-EU-landen Noorwegen en IJsland.

De negen nieuwe Schengenlanden – Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Malta – zijn in 2004 lid geworden van de Europese Unie. Volgens de Commissie voldoen ze aan de criteria. Daarmee zijn deze landen nu ook klaar om toe te treden tot het Schengen-gebied. Drie nieuwe lidstaten (Cyprus, Roemenie, Bulgarije) doen nog niet mee aan Schengen.

De beoogde data waarop de grenscontroles komen te vervallen zijn 21 december 2007 voor de land- en zeegrenzen en 30 maart 2008 voor de luchtgrenzen. Op die manier kunnen burgers voor kerstmis vrij reizen zonder controle aan de binnengrenzen.

Minister Hirsch Ballin sprak van een ‘historische mijlpaal’!

Regels voor de bescherming van persoonsgegevens

De Raad sprak verder over de bescherming van persoonsgegevens die de EU-lidstaten uitwisselen in het kader van strafzaken.

Tijdens de JBZ Raad van 18 september jl. bereikten de EU ministers al overeenstemming over de twee belangrijke uitgangspunten voor uitwisseling van persoonsgegevens. Ze besloten ten eerste dat de beschermingsregels alleen gelden voor persoonsgegevens die tussen de EU-lidstaten worden uitgewisseld. Daarnaast mogen EU-lidstaten de gegevens die zij van een andere EU-lidstaat krijgen, niet zomaar doorgeven aan landen buiten de Europese Unie. Ze moeten daarvoor eerst toestemming krijgen van het land dat de gegevens heeft verstrekt. Bovendien moet het derde land voldoende garanties bieden voor gegevensbescherming.

De EU ministers hebben nu ook afspraken gemaakt over het instellen van een notificatieplicht, waarbij de lidstaten de betrokkene moeten informeren over het verstrekken van zijn of haar persoonsgegevens. De lidstaten bepalen daarbij zelf hoe ze invulling geven aan die notificatieplicht. Verder heeft de Raad besloten dat de nieuwe regels geen gevolgen hebben voor de bestaande rechtsinstrumenten van de EU. Specifieke (strengere) bepalingen die nu al bestaan over het gebruik of de overdracht van gegevens worden niet door het besluit geraakt.

Voor deze belangrijke regeling voor bescherming van persoonsgegevens geldt overigens dat het een minimum-regeling is. Lidstaten kunnen altijd een hoger beschermingsniveau invoeren.

Invoering van een Europese ‘blue card’ voor kennismigranten

De EU ministers hebben van gedachten gewisseld over een voorstel van de Commissie voor een Europese aanpak van arbeidsmigratie.

Europa moet meer hoogopgeleide arbeidskrachten aantrekken, zo stelt de Commissie. Dit is noodzakelijk om van de EU een competitieve kenniseconomie te maken, en om de gevolgen van vergrijzing het hoofd te kunnen bieden.

Vergeleken met de Verenigde Staten, Canada en Australië trekt Europa momenteel weinig kennismigranten aan. Mogelijke redenen hiervoor zijn, dat de toelatingsprocedures in de EU teveel verschillen en mogelijkheden om binnen de EU door te migreren zijn beperkt.

Om Europa aantrekkelijker te maken voor hoogopgeleide migranten wil de Commissie een ‘blue card’ introduceren. De blue card is een werk- en verblijfsvergunning die wordt verstrekt op bepaalde voorwaarden (arbeidscontract; een brutoloon dat hoger is dan drie maal het minimumloon; aantoonbare kwalificaties). De lidstaten mogen daarbij zelf beslissen hoeveel migranten ze toelaten, afhankelijk van de situatie op de nationale arbeidsmarkt.

Nederland benadrukte het belang van kenniswerkers voor de economie en staat in principe positief tegenover EU-beleid op het gebied legale migratie. Nederland onderstreepte wel dat er voldoende ruimte moet blijven voor nationaal beleid. Het EU-beleid moet complementair zijn aan nationaal beleid.

E-call

En marge van de JBZ-raad tekende minister Ter Horst een Memorandum of Understanding met de Europese Commissie over E-call. Het betreft geavanceerde technologie voor auto’s waarbij in geval van een ongeluk een speciale chip informatie doorgeeft aan hulpdiensten.

Nederland heeft zich ertoe verbonden te werken aan de technologie zodat hulpdiensten (‘112’) ook de signalen van deze speciale chips kunnen ontvangen.

Uiteindelijk moeten deze initiatieven bijdragen tot een veiliger gebruik van de weg en een alertere respons bij ongelukken.