Antwoorden op kamervragen over salarisafdrachten aan politieke partijen

Antwoorden op kamervragen van de leden Rehwinkel (PvdA), de Vries (PvdA), Hermans (VVD), Schaap (VVD), Schuurman (ChristenUnie), Holdijk (SGP) en Engels (D66) over salarisafdrachten aan politieke partijen.

Vraag 1
Is het waar dat u rechtstreekse salarisafdrachten aan politieke partijen wilt verbieden en eventuele de wet hiertoe wilt wijzigen, omdat naar uw mening sprake is van het ‘gebruik van overheidsgeld voor een ander doel dan waarvoor het is bestemd’?

Antwoord 1
Politieke ambtsdragers ontvangen vergoedingen en bezoldigingen voor hun werkzaamheden. Voor dit doel worden de overheidsmiddelen beschikbaar gesteld. Politieke ambtsdragers moeten volledig onafhankelijk kunnen functioneren en dienen vrijelijk te kunnen beschikken over de vergoedingen en bezoldigingen waarop zij wettelijk aanspraak hebben. De overheid moet niet gehouden zijn de bezoldiging direct aan de politieke partij te betalen. Voor politieke partijen is er de Wet subsidiering politieke partijen die beoogt op uitputtende wijze de overheidssubsidie te regelen. Door de directe afdrachten wordt er materieel in een extra subsidie voorzien. Dit is gebruik van overheidsmiddelen voor een ander doel dan waarvoor het is bestemd. De subsidiering van politieke partijen en het vergoedingenstelsel van politieke ambtsdragers zijn twee wettelijke regimes die doelbewust onafhankelijk naast elkaar bestaan.

Vraag 2
Is momenteel, via de ondertekening van een zgn. akte van cessie, sprake van de rechtstreekse storting van schadeloosstelling van leden van de Staten-Generaal aan politieke partijen, waarna de partijen deze (gedeeltelijk) overmaken aan de betreffende kamerleden?

Antwoord 2
De betaling van de schadeloosstelling van leden van de Staten-Generaal geschiedt door de loonadministraties van de beide Kamers. Naar ik heb begrepen is er daarbij ook sprake van betalingen direct aan de partij op basis van aktes van cessie.

Vraag 3
Zo ja, hoe verhoudt die zich tot het beginsel van het vrije mandaat, waarbij volksvertegenwoordigers (ook) financieel niet afhankelijk van politieke partijen zijn.

Antwoord 3
Zoals ik bij antwoord 1 reeds heb aangegeven moeten volksvertegenwoordigers volledig onafhankelijk kunnen functioneren en niet afhankelijk zijn van een politieke partij voor hun inkomen.

Vraag 4
Bent u – met verschillende staatsrechtgeleerden en politicologen – van mening dat dergelijke aktes van cessie nietig zijn vanwege strijd met de Grondwet of anderszins onwenselijk, omdat de zgn. zuiveringseed wordt geschonden.

Antwoord 4
Deze opvattingen zijn mij bekend. Men kan de stelling innemen dat de cessies op genoemde gronden niet afdwingbaar zijn. Het is echter aan de rechter om daarover te oordelen. Het waarborgen van de onafhankelijkheid van volksvertegenwoordigers en andere politieke ambtsdragers is voor mij echter ook een belangrijke overweging om te bezien hoe wettelijk geregeld kan worden dat overheden uitsluitend aan de ambtsdragers in persoon betalen.

Vraag 5
Heeft de afdracht van salarissen aan politieke partijen fiscale gevolgen, die u ongewenst acht.

Antwoord 5
Nee. De overheden betalen, ook indien zij aan de partij overmaken, de bezoldigingen en vergoedingen netto uit. Dat betekent dat er afdracht van loonbelasting geschiedt. Ondanks het feit dat aan de partij wordt betaald, wordt de vergoeding wel aangemerkt als persoonlijk inkomen van de betrokken politieke ambtsdrager. De overheden zijn dus ook verplicht de verschuldigde loonbelasting in te houden. De afdrachtenregeling biedt de politieke ambtsdragers een mogelijkheid van giftenaftrek. Zij kunnen de afdrachten bij hun belastingaangifte binnen de fiscale kaders als gift aftrekken. Dit met een maximum van 10% van hun inkomen. De minister van Financiën heeft mij laten weten dat er geen strijd is met de belastingregels.

Vraag 6
Is u bekend dat de burgemeester van Maastricht en commissaris van de Koningin van Utrecht geweigerd hebben om cessieovereenkomsten aan te gaan?

Antwoord 6
Het is mij bekend dat er gemeenten en provincies zijn die geen gehoor willen geven aan de aktes van cessie tot betaling aan de politieke partij. Gelet op mijn opvattingen over de onwenselijkheid van directe betaling aan de politieke partij heb ik uiteraard begrip voor overheden die geen gehoor willen geven aan de cessies.

Vraag 7
Bent u bereid om rechtstreekse storting van schadeloosstelling of vergoeding van leden van de Staten-Generaal aan politieke partijen onmiddellijk stop te (doen) zetten, zodat in Eerste noch Tweede Kamer het beginsel van het vrije mandaat ter discussie kan staan.

Antwoord 7
Zoals aangegeven wil ik bezien hoe wettelijk geregeld kan worden dat in de toekomst overheden uitsluitend aan de ambtsdragers in persoon betalen. Het is daarnaast aan de beide Kamers der Staten-Generaal om te besluiten of zij in de huidige situatie gehoor willen blijven geven aan de cessieovereenkomsten waar het Kamerleden betreft.