Eerste investeringen in de ruimtelijke prioriteiten van kabinet

De ministerraad heeft op voorstel van minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) ingestemd met het beschikbaar stellen van financiële bijdragen voor de gebiedsprojecten Noordelijke IJ-oevers in Amsterdam, de Greenports en de Westelijke Veenweiden in Laag Holland en het Groene Hart. Met deze projecten wordt uitvoering gegeven aan de ruimtelijke prioriteiten van dit kabinet. Daarnaast dragen zij bij aan de duurzame ontwikkeling van de economie.

Ter uitvoering van de Nota Ruimte is 30 miljoen euro gereserveerd voor de Noordelijke IJ-oevers in Amsterdam en 27,1 miljoen euro voor de Greenports (zes tuinbouwlocaties in Zuid-Holland en Deurne). Daarnaast is er 35 miljoen euro vrijgemaakt voor de Westelijke Veenweiden voor drie concrete projecten in Laag Holland en het Groene Hart (Krimpenerwaard, Wormer- en Jisperveld, Zegveld/Portengen).

Concreet behelst het project Noordelijke IJ-oevers de omvorming van een verouderd industrie- en havengebied tot een aantrekkelijk gemengd woon- en werkgebied. De investeringen in de Greenports in de glastuinbouwlocaties zijn gericht op het behoud en versterken van de economische functie en gelijktijdige versterking van andere gebiedsfuncties zoals water, wonen, recreatie, landschap en natuur. De maatregelen in de Westelijke Veenweiden zijn gericht op het tegengaan van de bodemdaling, robuuster waterbeheer in combinatie met een duurzaam landgebruik. Voor de Noordelijke IJ-oevers is de minister van VROM het aanspreekpunt, voor de Greenports en de Westelijke Veenweiden is dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

In het Nota Ruimte budget is tot 2014 1 miljard euro beschikbaar. Bij de selectie van de 23 projecten deze zomer heeft het kabinet ervoor gekozen de rijksinzet te richten op gebieden die onderdeel uitmaken van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur, waar de ruimtedruk het grootste is en een aantal belangrijke ruimtelijke uitdagingen bij elkaar komen. Daarbij gaat het om integrale vraagstukken van duurzaamheid, klimaataanpassing, versterking van het landschap, verbetering van de infrastructuur en binnenstedelijke herstructurering.