Fusie van maatschappen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ/TSZ-2809028

3 december 2007

Op 14 juni 2007 heb ik tijdens het Algemeen Overleg Ziekenhuiszorg toegezegd u inzicht te geven in de gevolgen van het fuseren van maatschappen voor het toezicht door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) op concentratievoornemens.

Ik heb de NMa gevraagd zich over dit vraagstuk te buigen en mij van de resultaten op de hoogte te stellen. Met deze brief informeer ik u over de reactie die ik van de NMa – de in dezen bevoegde toezichthouder – ontving met betrekking tot de in deze kwestie relevante aspecten.

Wanneer sprake is van een concentratie van ondernemingen moet deze onder omstandigheden bij de NMa worden gemeld. Praktisch gesproken, zal vaak aan de concentratie van maatschappen geen meldingsplicht zijn verbonden. Dat houdt mede verband met de omzetdrempels, die gelden voor de meldingsplicht.

Echter, een ontwikkeling waarbij een groot deel van de maatschappen van twee ziekenhuizen voornemens zijn te gaan concentreren, kan de meldingsplicht – op het niveau van de ziekenhuizen – doen ontstaan. Het relevante criterium hiervoor in de Mededingingswet is de verkrijging van zeggenschap. Het kan hierbij gaan om de overgang van zeggenschap van het ene ziekenhuis over het andere. Ook verkrijging van gezamenlijke zeggenschap op het niveau van het nieuw te vormen ziekenhuis leidt tot meldingsplicht. Het antwoord op de vraag wanneer hiervan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kan hierover worden gezegd dat de kans op overgang van zeggenschap groter is naarmate er meer specialismen worden samengevoegd en indien sprake is van een nauwe band tussen ziekenhuisbesturen en maatschappen in de medische staf. De overgang van de zeggenschap kan tevens blijken uit documenten die de vergaande samenwerking tussen de ziekenhuisbesturen en de maatschappen weergeven. Vanaf het moment dat de ziekenhuizen in samenspraak beslissen over strategische aangelegenheden, is sprake van overgang van zeggenschap.

Het is aan de betrokken ziekenhuizen om zich rekenschap te geven van de vraag of in een concreet geval sprake is van een overgang van zeggenschap en of er als gevolg hiervan een meldingsplicht ontstaat. De NMa is bevoegd om nader onderzoek te verrichten op het moment dat hiertoe aanleiding bestaat. De NMa zal zich in deze afweging tot nader onderzoek onder andere baseren op het aantal en soort van maatschappen dat wil concentreren en op documenten waaruit het effect van deze fusie blijkt op de samenwerking tussen de betrokken ziekenhuizen.

Op grond van de Mededingingswet beschikt de NMa over instrumentarium om bij het nalaten van het melden van een voorgenomen concentratie vast te kunnen stellen dat er sprake is van een overtreding. Op basis van dezelfde wet kan de NMa, afhankelijk van de omstandigheden en de ernst van de situatie, vervolgens een boete aan de betrokken ziekenhuizen opleggen. De NMa is in het uiterste geval zelfs bevoegd de plaatsgevonden concentratie ongedaan te maken.

Concluderend kan worden gesteld dat het concentratietoezicht een case-by-case benadering kent. Een ontwikkeling waarbij sprake is van concentraties van maatschappen laat dit onverlet. Ook ingeval van concentraties tussen maatschappen hangt derhalve af van de omstandigheden van een concreet geval of geconcludeerd kan worden of sprake is van een meldingsplicht.

Ik stuur u deze brief mede namens mijn collega van Economische Zaken.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink